De ‘open’ beweging moet geen geloofsgemeenschap worden

Verslag | door Tim Cardol
30 oktober 2018 | Door de impuls van het Nationaal Plan Open Science zijn de afgelopen jaren stappen gezet om te komen tot onder meer open access en open data. Tegelijkertijd is al langer een beweging gaande om ook tot open onderwijsmaterialen te komen. Gek genoeg lijken die twee ontwikkelingen zich nagenoeg onafhankelijk van elkaar te bewegen.
Universiteitsbibliotheek Utrecht Foto: Bamshad Houshyani

“Als ik voor een groep van honderd studenten vertel dat het boek gratis te downloaden is, krijg ik altijd applaus,” grapt docent Peter Becker (Haagse Hogeschool) aan het begin van de SURF-conferentie ‘Open Science meets Open Education’, die als doel heeft de open science en de open education bewegingen bij elkaar te brengen.

De opmerking van Becker is een interessante, omdat het raakt aan de overeenkomsten en verschillen in belangen die er spelen tussen beide bewegingen. Saxion-voorzitter Anka Mulder schetst het verschil als volgt. “Als het gaat om wetenschap, dan is het de maatschappij die betaalt, maar in het geval van onderwijsmaterialen dan is het nu vooral de student die betaalt.”

Kostenpost voor de instelling

In het geval van onderwijsmaterialen zorgt de open education beweging voor een verschuiving van de financiële last. Mulder geeft het voorbeeld van een online tool die studenten van de TU Delft gebruikten die aanvankelijk gratis was, maar waar in de loop der tijd licenties voor moesten worden aangeschaft.

“Op die manier verhuis je de kosten van onderwijsmateriaal van de afnemer naar de instelling. En dat is op den duur een kostenpost die je je als instelling niet kan permitteren,” zegt Mulder. “Mijn inschatting is dat dit steeds vaker gaat gebeuren, want die online leermaterialen zijn in veel gevallen echt prettiger dan een boek. We moeten dus echt serieus met die uitgevers aan de slag.”

Het gaat in deze om uitgevers van onderwijsmaterialen en om uitgevers van wetenschappelijke resultaten. “Ik zie wel overeenkomsten in bepaalde competenties,” zegt Mulder. “Het zijn vaak dezelfde producenten. Maar als je kijkt naar de doelgroepen dan is dat echt anders.”

Geen geloofsgemeenschap maar een werkgemeenschap

Hilde van Wijngaarden is directeur van de universiteitsbibliotheek van de VU. Ook zij verbaast zich erover dat de werelden van open education en open science zo gescheiden zijn. “Als je in Europa naar een conferentie voor open education gaat, kom je hele andere mensen tegen dan bij bijeenkomsten voor open science.”

Mulder constateert dat in beide werelden de voorbije jaren stappen zijn gezet. Toch zou ze wensen dat het allemaal nog een tandje sneller zou gaan. “We moeten oppassen dat we geen geloofsgemeenschap worden. We moeten een werkgemeenschap zijn. We moeten een stapje pragmatischer worden. Ik ben er meer en meer van overtuigd geraakt dat we moeten kijken hoe we met uitgeverijen gaan samenwerken. Niet alle uitgevers zullen hun vijandigheden jegens open uitgeven willen laten varen, maar er zijn er een aantal die best willen meewerken.”

De Saxion-voorzitter vindt het ook niet per se een punt dat uitgevers geld blijven verdienen. “Maar wel als hun winstmarges bizar zijn,” zegt ze daarbij. Van Wijngaarden constateert dat onderzoekers in het hbo minder moeite hebben met open access. “Daar doen ze niet zo moeilijk over high impact journals. De onderzoeksresultaten moeten ook gewoon breed gedeeld worden om in de praktijk gebruikt te worden.”

Publiceren zou geen miljardenbusiness moeten zijn

Ook Mulder ziet dat de ‘open’ beweging in het hbo het wo een stap voor is, hoewel zij op Saxion ziet dat het zich met name richt op de inzet van open onderwijs. “Als ik kijk naar de omgeving waar ik nu in werk, zie ik dat open en online veel meer wordt ingezet voor het dossier leven lang leren. Daarin is het hbo verder het wo. Er worden sneller stappen gezet dan bij universiteiten.”

Van Wijngaarden stelt dat er via twee wegen gezorgd moet worden dat open science en education bevorderd worden in het hoger onderwijs. “Bestuurders moeten heel duidelijk zijn over wat ze wel en niet steunen. En onderaf moeten docenten en studenten nadrukkelijk betrokken worden bij hoe alles praktisch wordt vormgegeven.”

Een cultuuromslag voor onderzoekers

Jeroen Sondervan is publishing consultant bij de bibliotheek van de Universiteit Utrecht. Hij schets tijdens de SURF-bijeenkomst hoe zijn universiteit de stap heeft gezet naar een gezamenlijk open science programma. Allereerst zijn zij in een schrijfteam van twaalf personen aan de slag gegaan met het opstellen van een plan. Al vroeg in het proces is meewerken daaraan open gezet voor de hele onderzoeksgemeenschap. “Je moet onderzoekers het gevoel geven hierin te participeren want het is een behoorlijke cultuuromslag voor hen.”

Ook bij de Universiteit Utrecht blijken open science en open education gescheiden werelden te zijn. Het is ook niet gemakkelijk die werelden samen te brengen als ze op het hoogste niveau al gescheiden worden georganiseerd, constateren de deelnemers. “Sander Dekker ging over open science, Bussemaker over open education. De scheiding begint al in de aanpak van beleid.”

Hilde van Wijngaarden schetst puntig wat die scheiding in de praktijk betekent. “Ik besteed met de universiteitsbibliotheek jaarlijks €6 miljoen aan grote deals met wetenschappelijke uitgevers. Tegelijkertijd mag ik precies 0 uitgeven aan onderwijsmaterialen.” Een tip om in de toekomst middelen voor open leermaterialen vrij te spelen heeft zij wel. “Positioneer ‘open’ als onderdeel van de kwaliteitsagenda. Daar komen vanaf 2021 heel veel middelen vrij.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK