“Het experiment leeruitkomsten is gelukt”

Verslag | door Sicco de Knecht
12 oktober 2018 | Op het hbo-medezeggenschapscongres wordt gesproken over de experimenten met flexibel studeren. Topambtenaar Feite Hofman (OCW) stelt dat in de ogen van het ministerie het experiment leeruitkomsten is gelukt.

Woensdag kamen leden van de hbo-medezeggenschap uit het hele land samen op het VMH-congres in congrescentrum Domstad. Onderwerp van de bijeenkomst was flexibilisering in het onderwijs. Het meest prominente onderwerp van de bijeenkomst was de ontwikkeling binnen het dossier leven lang leren – of sinds kort leven lang ontwikkelen. Alhoewel het plenaire programma maar weinig over de rol van de medezeggenschap zelf ging, was het voor sommigen op zijn minst een nuttige stoomcursus flexibilisering.

Momenteel lopen er verschillende experimenten om deeltijdonderwijs flexibeler te maken. Onder de pilots flexibilisering worden instellingen in staat gesteld om ‘eenheden van leeruitkomsten’ vast te stellen. Dit betekent dat een leseenheid niet meer per definitie bij een opleiding hoeft te horen. Binnen het experiment ‘vraagfinanciering’ worden onderwijsmodules aangeboden die apart van elkaar kunnen worden gevolgd. Voor de modules Modules zijn 30 EC groot, en kunnen gestapeld worden tot een diploma. De kosten lopen van 1250 tot 3750 per module. kan een subsidie (voucher) worden aangevraagd door de student.

Het relatief gemengde gezelschap op deze dag, van zeggenschap tot medezeggenschap en van studieadviseur tot topambtenaar, geeft ruimte voor bespiegeling op deze experimenten. Wat zijn de eerste ervaringen? En bovenal: leidt dit tot het gewenste doel van meer animo voor leven lang leren?

Flashback naar vijf jaar geleden

Om te reflecteren op het succes van het Leven Lang Leren beleid van de afgelopen jaren heeft de organisatie Alexander Rinnooy Kan uitgenodigd. Nu vijf jaar geleden legde hij met zijn commissie de laatste hand aan hun rapport Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen. “Wat ik u nu ga vertellen is een flashback naar vijf jaar gelden. Er is namelijk nog weinig veranderd aan de situatie.”

“Als er al iets gebeurd, dan is het in het hbo.” Wat Rinnooy Kan betreft hebben vooral de universiteiten het laten liggen. “Het is gewoon geen prioriteit. Universiteiten geven dat ruiterlijk toe als ik met ze spreek.” Ook in het niet-bekostigd onderwijs zijn de statistieken voor zover hij ze kent somber. “Het vermoeden bestond en bestaat bij mij nog steeds dat het teleurstellend is gesteld met het rendement.”

Rinnooy Kan wijst erop dat het aantal aanmeldingen niet of nauwelijks gestegen is en dat Nederland op het gebied van post initieel studeren ver achterblijft in Europa. “Met 35% van de werknemers die iets doen aan bijscholing doet Nederland het volgens hem erg slecht in vergelijking met landen om ons heen.” Het excuus: ‘het kan gewoonweg niet’ gaat niet op volgens hem. “Andere landen kunnen het ook, dus waarom wij niet.”

In het debat later op de dag komt een werknemer van Fontys hier op terug. Hij vindt de vergelijking met Scandinavische landen interessant omdat er volgens hem wel een aanbeveling uit voortvloeit. “In veel van die landen is er geen collegegeld en wordt een tweede studie doen of anderszins stapelen niet financieel bestraft. Ik denk dat daar wel een antwoord op de vraag ligt.”

Bindend studieadvies ook voor deeltijdopleidingen?

Hoe Rinnooy Kan het ziet is dat de financiering de grootste hobbel vormt. “Bekostigde opleidingen moeten ook de gelegenheid krijgen om te werken met een vraagfinanciering. Geld dat direct van de vrager naar de aanbieder gaat.” Hij stelt voor om dat experiment op bescheiden schaal te doen, maar vanuit de zaal krijgt hij daarvoor weinig bijval.

Gevraagd naar de problemen die opleidingen zelf tegenkomen binnen het experiment leeruitkomsten vult het lijstje zich rap. Een groot probleem bij een aantal instellingen blijkt puur bij de administratie van studenten en studiepunten te liggen. “Dat moet op te lossen zijn,” grapt Rinnooy Kan, maar voor de aanwezigen lijkt het probleem een stuk serieuzer te zijn. Een instelling of afdeling heeft immers een eigen administratiesysteem, dat ingericht is voor de ‘standaard’ van bekostigde voltijdstudenten in een opleiding.

Een ander probleem ondervinden sommige opleidingen bij het bindend studieadvies. Deelnemers noemen voorbeelden waar door juridische of organisatorische redenen het bindend studieadvies ook voor de deeltijdstudenten geldt. In reactie op deze zorg geeft een medewerker van het ministerie OCW in de zaal te kennen dat men hiervoor niet in Den Haag aan moet kloppen. “Dat zijn allemaal keuzes die op opleidingsniveau worden genomen, dus daar zal je op lokaal niveau op moeten ingrijpen.”

Het bindend studieadvies is voor geen enkele opleiding een verplichting, maar een keuze van de individuele opleiding of instelling. De WHW verplicht de instelling slechts om studenten in het eerste jaar van hun opleiding (de propedeutische fase) een “advies over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de bacheloropleiding.” Puur op dat vlak heeft het ministerie gelijk. Toch kenmerkt de WHW zich doordat deze in eerste instantie uitgaat van voltijdstudenten.

Halvering collegegeld is rampzalig voor de vraagfinanciering

Mo van Dijk, beleidsmedewerker flexibel studeren (HAN) komt vanuit de zaal met nog een andere verrassende belemmering: de halvering van het collegegeld. Duidelijk is dat bij de invoering van deze maatregel de voltijdstudent in het middelpunt van de belangstelling stond, en niet de andere groepen. “Het besluit van het kabinet om het collegegeld te halveren voor eerstejaars is voor het experiment vraagfinanciering rampzalig.”

“Wij krijgen nu telefoontjes van werkgevers die niet begrijpen waarom ze voor de ene werknemer €1000 per jaar betalen, en voor de andere bijna €5000 om bij te scholen.” Onder de nieuwe wet wordt studeren voor alle eerstejaars studenten goedkoper, behalve voor die onder de vraagfinanciering vallen. Dat levert op dat een reguliere deeltijdstudent voor een jaar opleiding een stuk goedkoper uit is dan iemand die een enkele cursus volgt onder de vraagfinanciering, en dat heeft direct gevolg. “Dit nekt de vraagfinanciering volledig. Ik zie nu al dat er andere routes zoals AD-opleidingen en aanpalende opleidingen worden gekozen om op dit verschil in te spelen.”

Directeur-Generaal van hoger onderwijs Feite Hofman vertelt ScienceGuide dat dit laatste probleem wel degelijk onderdeel is geweest van de wetsvoorbereiding. “Alles is overwogen dus ook dit is onderdeel geweest van onze risico-afweging. Het is ook ervaren als een nadeel van deze regeling.” In de uiteindelijke afweging is het volgens hem niet doorslaggevend geweest.

Dramatische afname deeltijd en duaal afgeremd

Hofman komt later ook zelf aan het woord, hij ziet minder beren op de weg en is positief over de ingeslagen route. “Het experiment leeruitkomsten is een succes,” zo durft hij ten overstaande van deze zaal te stellen. Hij ontleent die conclusie vooral uit het grote enthousiasme dat zijn ministerie ziet onder de betrokkenen. “Dat komen we bij andere pilots die we draaien meestal niet tegen. Hier wordt het met grote energie opgepakt.”

De instroom van deeltijd- en duaal onderwijs zit in de lift vertelt hij. Collega Patrick Leushuis van OCW nuanceert deze uitspraak later door te stellen dat de enorme daling van het afgelopen decennium is gestopt, en dat er nu eindelijk weer een lichte groei te zien is. “Ik mag van de onderzoekers van ResearchNed alleen niet zeggen dat dit door de pilots komt, omdat die relatie niet is aangetoond.”

“Veel hogescholen willen dat we de ruimte die in het experiment zit structureel mogelijk gaan maken.” Aangezien het experiment leeruitkomsten pas sinds 2016 loopt, en nog moet worden geëvalueerd kan Hofman nog niet vooruitlopen op de situatie. “De minister kan daar pas toe besluiten als we ook duidelijkheid hebben over de vraag of deze flexibele opleidingen ook kwalitatief leveren wat we ervan verwachten, of de waarde van de diploma’s gegarandeerd is.”

Andere parameters

In het verhaal van Hofman schemert duidelijk door dat het ministerie enthousiast is over de ontwikkelingen. Toch staat de ontwikkeling van flexibel studeren binnen het huidige stelsel overduidelijk op gespannen voet met de uitgangspunten van de wet op het hoger onderwijs die vooral geschreven is vanuit het oogpunt van de voltijdstudent.

Directeur Ria van ’t Klooster van de niet-bekostigde opleider NRTO gooit tijdens de ruimte voor vragen daarom een knuppel in het hoenderhok. “We praten nog te veel in de systeemkant. Wanneer je het bijvoorbeeld hebt over het rendement, waarom weeg je dan ook niet de tevredenheid mee van de werkgevers die deze mensen een module laten volgen? Zijn zij tevreden met wat hun medewerkers hebben geleerd?”

Er moet volgens Van ‘t Klooster veel meer gekeken worden naar de praktische redenen waarom mensen voor deeltijd en modulair onderwijs kiezen. “Er komen nu studenten binnen die altijd een hekel hebben gehad aan onderwijs, en dat is prachtig. Zij zien dat ze een voor hen relevante module kunnen behalen in 30 punten Binnen het experiment vraagfinanciering is de vastgelegde omvang van een module 30 EC. Voor het volgen van een module kan de student een subsidie (voucher) krijgen van de overheid. De modules kunnen gestapeld worden tot een diploma. . Dat is te overzien. Voor die mensen is het iets heel praktisch: ze moeten werk en privé kunnen combineren.”

Dick Sweitser, directeur van de Parttime School van Saxion, bepleit vanuit de zaal ook dat meer rek in de regelgeving in potentie meer gelijke kansen kan creëren. Hij geeft het voorbeeld van een student in een van zijn opleidingen die door het volgen van een aantal modules in niet-bekostigd deeltijdonderwijs toelaatbaar werd voor de bekostigde hbo-opleiding. “Ik zat bij de uitreiking van een certificaat van een cursus en de vader van een van de cursisten zat naast mij. Hij zei: ‘van elke school is ze tot nu toe afgetrapt, en bij jullie heeft ze nu vier modules gehaald’ en kan ze beginnen met haar opleiding.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK