Het is al lang geen ‘leven lang leuteren’ meer

Interview | door Tim Cardol
29 oktober 2018 | Op 28 november wordt in Amersfoort de Pro-Motor Award uitgereikt. Juryvoorzitter Mariëtte Hamer (SER) hoopt dat de award een impuls vormt voor regionale samenwerking in het mbo en hbo om tot nieuwe vormen van leven lang ontwikkelen te komen.
Mariëtter Hamer Foto: Christiaan Krouwels

“De Pro-Motor Award combineert ontwikkelingen waardoor ik me zeer aangesproken voel,” vertelt Hamer. “In de eerste plaats de waardering voor initiatieven die concreet oplossingen bieden voor belangrijke maatschappelijke en economische transities. Om er ten volle van te profiteren moeten we technologische ontwikkelingen wel bij kunnen benen en liever nog, mede vorm kunnen geven. Het is daarom van groot belang dat iedereen zich blijft ontwikkelen.”

Vorig jaar werd de Pro-Motor Award uitgereikt aan de Food & Process Tech Campus in de Zaanstreek. Onlangs bracht premier Rutte samen met Mona Keizer van EZK nog een bezoek aan de eerste winnaar van de Pro-Motor Award, het Delftse Ekolectric. “De olievlekwerking van deze prijs is daarmee heel sterk,” ziet Hamer die ook blij is dat het thema leven lang ontwikkelen een belangrijke rol speelt in het beoordelen van de projecten.

Delftse Ekolectric bekroond

De voorbije jaren heeft de SER zich hard gemaakt voor bij- en nascholing van de Nederlandse beroepsbevolking. Dat is voor Hamer ook een belangrijke reden om aan te haken bij het initiatief van Wij Zijn Katapult. “Opleidingen hoeven het niet alleen te doen, bedrijven hoeven het niet alleen te doen, lokale overheden niet, werknemers niet. Leven lang ontwikkelen doe je samen en doe je toekomstgericht. Kortom, precies wat de Pro-Motor Award beloont en aanwakkert.”

Wat zijn voor u belangrijke aspecten bij het beoordelen van de inzendingen voor de Pro-Motor Award?

“Ik ga natuurlijk letten op hoe innovatief, gericht op samenwerking en het benutten van verschillende vormen van leren en ontwikkelen de projecten zijn. Daarnaast zal ik letten op de aandacht voor inclusiviteit. Ik hoop mooie voorbeelden tegen te komen die expliciet rekening houden met vrouwen, jongeren, vluchtelingen, mensen met een beperking en met doelgroepen in onze samenleving die af en toe een steuntje in de rug kunnen gebruiken.

Ten slotte zal ik letten op de realisatie van de nominaties. Mooie plannen in warme woorden zijn stimulerend, maar ik vind het mooier om nominaties te belonen die de plannen al in praktijk brengen. Daarin moeten misschien wat concessies worden gedaan aan de warme woorden, maar worden wel realistische en praktische resultaten geboekt.

De juryleden zeggen mij dat er altijd scherp wordt gekeken naar de concrete opbrengsten van projecten en ideeën, daar was mijn voorganger Ab van der Touw ook erg alert op. Werken ze? Voor wie? En naar de overdraagbaarheid van de aanpak, het projectidee en het onderwijsconcept erin. Als dat voor anderen inspirerend kan zijn en met veel andere hbo en mbo Centres of Expertise en Centra voor Innovatief Vakmanschap gedeeld kan worden, dan is een kandidaat voor deze prijs een echte kanshebber.”

Welke rol moeten publiek-private samenwerkingen volgens u spelen om leven lang ontwikkelen te stimuleren?

“Leven lang ontwikkelen is een maatschappelijke opgave. Een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgevers, werknemers, opleidingen en overheden. Alle partijen hebben er ook belang bij dat leven lang ontwikkelen gebeurt en dat het goed gebeurt!

Publiek-private samenwerking biedt misschien wel de ideale omgeving hiervoor, omdat bedrijven en scholen elkaar stimuleren om samen te werken en vooral resultaatgericht te werken. Het is daarom cruciaal dat publieke en private partijen elkaar opzoeken en samenwerken. Waar we goede, duurzame manieren zien om leven lang ontwikkelen te organiseren, zijn dit altijd samenwerkingen van partijen die elkaar in de regio gevonden hebben.”

Wat is uw visie op de huidige inspanningen van het kabinet op het gebied van leven lang ontwikkelen?

“De grote tekorten op allerlei plekken in de arbeidsmarkt dwingen ons er toe zoveel mogelijk mensen op te leiden en goed voorbereid in te schakelen voor de arbeidsmarkt. Bovendien weten we, dat mensen die fijn werk hebben en zich kunnen ontplooien daarin gelukkiger zijn, langer gezond zijn en minder problemen kennen in hun leven en de samenleving. Een stevig LLO-beleid is dus iets dat de moeite waard is en veel goede effecten kan hebben. Het kabinet heeft daar recent ook een brief over geschreven.

Naast de inzet van het kabinet hecht ik ook veel waarde aan de betrokkenheid van lokale en regionale overheden. In de praktijk zie ik samenwerkingsprojecten die regio-specifiek zijn. Samenwerkingsverbanden voor leven lang ontwikkelen die zijn afgestemd op de regionale vraag en economische ontwikkelingen.

Op de ene plaats veel aandacht voor chemie en nieuwe materialen, op de andere plek meer aandacht voor logistiek of agri-business. Die keuzes kunnen niet op nationaal niveau gemaakt worden, daarvoor zijn de regionale overheden van veel groter belang. Zij moeten daarvoor wel de ruimte en mogelijkheden krijgen van de landelijke overheid, maar ik geloof niet dat daar de grootste problemen zitten.”

Wat zijn de belangrijkste vruchten van de inzet van de SER op het thema leven lang ontwikkelen?

“In mijn aandacht voor leven lang ontwikkelen sta ik gelukkig niet alleen en zijn er veel partijen met de SER gericht op de stimulering van leven lang ontwikkelen.

Ik doe mijn best om betrokken partijen op elkaar aan te laten sluiten. Ik merk dat steeds meer partijen zich hierdoor aangesproken voelen en in actie komen. Had ik het een paar jaar geleden nog weleens over de perceptie van ‘leven lang leuteren’, tegenwoordig kom ik eigenlijk alleen maar mensen tegen die optimistisch en toekomstgericht zijn, en kansen zien.

Dat de sociale partners een serieuze rol spelen in de stimulering van leven lang ontwikkelen blijkt ook uit de aanjaagfunctie die door het kabinet bij de SER is neergelegd. De SER is gevraagd om partijen te stimuleren en te ondersteunen bij de vorming van een leercultuur en leven lang ontwikkelen. We hebben daarvoor een actie-agenda opgesteld waarmee we met partijen in de regio en daarbij ondersteund door landelijke spelers werk maken van leven lang ontwikkelen.

Wat verwacht u van het bedrijfsleven op dit dossier en kan een initiatief als de Pro-Motor award hier een bijdrage aan leveren?

“Het bedrijfsleven weet als geen ander wat de pluspunten zijn voor de samenleving, onze welvaart en de werknemers van een stevig beleid voor leven lang ontwikkelen. Mijn verwachtingen zijn dan ook zowel hoog als realistisch.

Ik verwacht dat het bedrijfsleven zich op gelijkwaardige wijze voor leven lang ontwikkelen zal inspannen als alle andere partijen. Bedrijven zijn hierbij niet over één kam te scheren. Een middelgroot of groot bedrijf kan een andere bijdrage leveren dan een klein bedrijf. Maar alle partijen kunnen een bijdrage leveren en kunnen van de samenwerking rond leven lang ontwikkelen profiteren.

De genomineerden voor de Pro-Motor Award en de uiteindelijke winnaar zouden vooral van die goede voorbeelden van vernieuwing moeten zijn. Daarmee zijn zij even zovele voorbeelden en inspiratiebronnen voor bedrijven, opleidingen en beleidsmakers in de regio én in de steden voor het vertalen van plannen naar toepassing en praktijk. Die laatste twee woorden, toepassing en praktijk, vormen meteen het hart van hbo en mbo. Ik kijk daarom uit naar de lijst van genomineerden waar wij als jury ons over moeten buigen en ik ben zo mogelijk nog nieuwsgieriger wie van hen de prijs zal verdienen.”

De Pro-Motor Award wordt op 28 november uitgereikt in Amersfoort


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK