Hoger onderwijs bevrijdt Marokkaanse en Turkse studentes van huwelijksdwang

Nieuws | door Frans van Heest
31 oktober 2018 | Kansenongelijkheid onder studenten met een Marokkaanse of Turkse achtergrond pakt het meest nadelig uit voor vrouwen en meisjes. Als zij uitvallen in het hoger onderwijs moeten ze vaker gedwongen trouwen met laagopgeleide mannen uit het thuisland. Als zij wel een diploma weten te halen trouwen ze vaker met een partner van eigen keuze en hebben ze ook een betere aansluiting op de arbeidsmarkt, laat nieuw onderzoek zien van de Vrije Universiteit.
Filmavond Islamitische Studentenvereniging Amsterdam: foto Facebook

Kansenongelijkheid in het onderwijs is een hardnekkig probleem zeker bij leerlingen en studenten met een Marokkaanse en Turkse achtergrond. Dit werkt door tot op de arbeidsmarkt. Bovendien geldt het nog eens extra voor vrouwen en meisjes, want daar kan een hogere opleiding een cruciaal verschil maken voor de rest van hun leven.

Maurice Crul, hoogleraar diversiteit en onderwijs aan de Vrije Universiteit. Crul deed onderzoek naar school- en loopbaancarrières van Turkse en Marokkaanse jongeren. Vorige week verscheen zijn onderzoek, ‘How key transitions influence school and labour market careers of descendants of Moroccan and  Turkish migrants in the Netherlands.’

Jongeren met Turkse en Marokkaanse achtergrond achtergesteld

De VU-hoogleraar heeft in zijn onderzoek twee groepen nader onderzocht, omdat deze groepen volgens Crul aantonen hoe het Nederlandse onderwijssysteem ongelijkheid in de hand werkt. Beide groepen zijn ook bijna even groot in omvang en zijn meestal geconcentreerd in de meer achtergestelde buurten van de vier grote steden in Nederland.

De data die voor het onderzoek zijn gebruikt zijn afkomstig van het Sociaal Cultureel Plan Bureau. Ze geven gedetailleerd inzicht in de school- en arbeidsmarktpositie van deze twee groepen. Ook is er gebruik gemaakt naar eerder onderzoek naar kansenongelijkheid in het Nederlandse onderwijs. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de TIES-enquête, een Europees integratie-onderzoek.

Het meest opvallende kenmerk van zowel Turkse als Marokkaanse tweede generatie jongeren is de polarisatie binnen deze groepen. Bij de tweede generatie Turken tussen 18 en 35 heeft 27% in het hoger onderwijs gestudeerd, terwijl een bijna even groot percentage, 28% alleen maar de lagere school heeft afgerond. De eerste groep heeft een enorme mobiliteitssprong gemaakt, terwijl de andere groep is blijven steken op het opleidingsniveau van hun ouders. Deze trend is ook zichtbaar bij Marokkanen van de tweede generatie.

De meeste kinderen uit laagopgeleide migrantenfamilies starten op de basisschool met een taalachterstand. Scholen krijgen nog steeds aanzienlijk meer bekostiging voor leerlingen met een taalachterstand. Dat extra geld wordt vaak gebruikt voor kleinere klassen en taalonderwijs. Dit levert winst op laat onderzoek uit 2011 zien. Turkse kinderen zijn beter gaan presteren op het gebied van taal. Voor Marokkaanse kinderen geldt dat ook, zij het in iets mindere mate.

Leraren zwichten wel voor de druk van hoogopgeleide ouders

De winst die jongeren boeken wordt vaak weer tenietgedaan bij de overgang naar het voortgezet onderwijs. De landelijke citotoets legt veel nadruk op taalvaardigheden en daar komen deze groepen slechter uit. Daarnaast is ook de citotoets minder zwaar gaan wegen bij het schooladvies en is het subjectief oordeel van de docent meer gaan meewegen. Ouders die behoren tot de hogere middenklasse zijn beter in staat om hun kinderen een hoger schooladvies te laten krijgen. Zij weten hun sociaal en cultureel kapitaal in te zetten. Hoogopgeleide ouders zetten vaak grote druk om hun kind minstens een havo-advies te geven, zelfs als de citoscore anders uitwijst. Leraren buigen vaak voor deze druk en veranderen hun advies. Dit is veelal niet het geval bij arbeiders- en migrantenfamilies.

Wat in wezen een advies- en keuzeproces is eigenlijk een selectieproces dat grotendeels gebaseerd is op culturele en sociale achtergrond, stelt Crul. In Nederland is er een scherpe kloof aan het einde van de basisschool. Een typisch kenmerk van het Nederlandse onderwijs is dat gemiddeld presterende leerlingen met een migratieachtergrond veel vaker het advies krijgen om naar het vmbo te gaan. Dit is een belangrijk oorzaak van de segregatie, die uiteindelijk ook bepaalt of iemand naar het hoger onderwijs gaat of dat iemand dat moet doen met een lange route via het mbo.

Lange route vereist uithoudingsvermogen

Een belangrijk kenmerk van het Nederlandse schoolsysteem is dat je de onderwijsladder kan beklimmen door verschillende niveaus te gebruiken van het beroepsonderwijs als springplank naar het hoger onderwijs. Dit is een allesbehalve eenvoudig route en vereist veel doorzettingsvermogen, omdat het drie jaar duurt langer dan de directe route van de havo naar het hbo. Ruim de helft van de Turkse en Marokkaanse studenten van de tweede generatie die aan de universiteit of hogeschool studeren heeft deze lange route genomen. Dit toont wel aan dat dit een cruciale succesfactor is van het Nederlandse onderwijssysteem voor migrantenkinderen.

De lange route herstelt veel van de schade die vroege selectie en het proces van schooladvies voor kinderen van immigranten en of laagopgeleide ouders teweegbrengt. Maar deze route brengt wel belangrijke beslismomenten met zich mee. Rond het twintigste levensjaar moeten deze studenten beslissen om al dan niet te gaan studeren in het hbo.

Het vereist dan ook geweldige persoonlijke inzet en ondersteuning vanuit het gezin. Ook brengt de route financiële consequenties met zich mee. Deze jongeren betreden niet alleen later de arbeidsmarkt dan hun leeftijdsgenoten van autochtone afkomst, maar zij moeten ook vaak een studielening afsluiten.

Een hele dunne grens tussen succes en falen

Aangezien het hoger beroepsonderwijs niet verplicht is, wordt afwezigheid veel minder strikt gemonitord. Hbo-instellingen hebben ook weinig instrumenten om de aanwezigheid te handhaven. Als studenten uitvallen worden ze officieel vroegtijdige schoolverlaters, omdat ze alleen een diploma lager of secundair onderwijs hebben. Vandaar dat er vaak een hele dunne lijn is tussen succesvol zijn en falen. Als zij uitvallen in het hbo of eerder in het mbo dan moeten ze terugvallen op hun vmbo-diploma en daarmee worden de arbeidsmarktkansen ook meteen een stuk kleiner.

De overgang naar de arbeidsmarkt brengt bovendien over het algemeen hoge risico’s met zich mee voor jongeren met een Marokkaanse of Turkse afkomst. De werkloosheid is veel hoger dan voor mensen van Nederlandse afkomst met het dezelfde opleidingsniveau. Dit maakt de overgang naar de arbeidsmarkt een ander belangrijk overgangspunt in de loopbaan van kinderen van migranten.

Steeds meer onderzoek toont aan dat discriminatie door werkgevers hierin een belangrijke rol speelt. Ook laat ander onderzoek zien de lagere niveaus van arbeidsparticipatie van vrouwen. De kosten van dagopvang speelt hierin een belangrijke rol. Vooral voor vrouwen die solliciteren op een laag niveau. Met laagbetaalde banen het is vaak profijtelijker om niet te gaan werken in plaats van veel te moeten betalen voor de kinderopvang. Daarmee is de lage scholing door de kansenongelijkheid ook terug te zien voor deze groep op de arbeidsmarkt en komen de kinderen vaak ook niet in aanraking met voorschoolse educatie.

Een diploma stelt het huwelijk uit

Crul wil met het onderzoek aantonen dat kleine verschillen aan het begin van de schoolcarrière steeds meer invloed hebben gedurende de schoolperiode van een kind. Dit effect is het duidelijkst zichtbaar voor meisjes. Als zij succesvol zijn op de basisschool en vervolgens kunnen instromen in de havo en het vwo, dan heeft dat effect op hun verdere kansen in het onderwijs. Succes op het hbo of de universiteit stelt hen in staat om het huwelijk uit te stellen. Als zij na het afstuderen oud genoeg zijn, zijn ze ook weerbaarder om hun eigen huwelijkspartner te kiezen. Deze partner is vaker hoger opgeleid en is ook vaker in Nederland geboren.

Een hogere opleiding betekent voor deze vrouwen dan ook vaak een duidelijke breuk met traditionele genderrollen en toegang tot de arbeidsmarkt, met als gevolg een tweeverdienersinkomen. Met elke succesvolle stap in het onderwijs maken zij een stap vooruit vergeleken met hun minder succesvolle leeftijdsgenoten in het onderwijs. Een vrouwelijke studente die voortijdig het hbo verlaat, wordt vaker gedwongen te trouwen met een partner die laaggeschoold is en nog niet zo lang in Nederland woont. Haar lagere opleidingsniveau maakt het ook onwaarschijnlijker dat zij de arbeidsmarkt zal betreden.

In deze huishoudens is een voortzetting te zien van traditionele genderpatronen met slechts één inkomen uit betaald werk. Verschillen vroeg in iemands schoolcarrière kunnen daarom in de loop van de tijd tot grote en verreikende uitkomsten leiden in het verdere persoonlijke leven.

Universiteit geeft hun toegang tot nieuwe netwerken

Ondanks dat jongeren met Turkse of Marokkaanse achtergrond op een achterstand staan kunnen deze groepen nog steeds een geslaagde schoolcarrière doormaken. Ouders spelen in het begin van de schoolcarrière een belangrijke rol. Vooral tijdens de basisschool, wanneer zij het belang van scholing nog kunnen bevorderen. Ook leraren en succesvolle leeftijdsgenoten worden geleidelijk aan steeds belangrijker.

Veel mensen beschrijven het belang van extra steun en aandacht dat zij van een leraar kregen als ze vertelden hoe zij de uitzondering op de regel waren als zij wel een succesvolle allochtone leerling waren in het vwo of de havo. Toegang tot het vwo en havo brengt deze kinderen ook in contact met kinderen uit de Nederlanders hogere middenklasse. Dat biedt hen toegang tot nieuw sociaal en cultureel kapitaal. Als deze kinderen eenmaal in het hoger onderwijs zitten krijgen ze vaak sociaal kapitaal mee van hun medestudenten, die hen toegang geeft tot netwerken die nuttig zijn voor de arbeidsmarkt. Elke succesvolle opeenvolgende stap biedt hen nieuwe kansen die de volgende stap weer mogelijk maakt.

Daarom moet op vroege leeftijd van kinderen en op gezinsniveau geïnvesteerd worden in kansengelijkheid in het onderwijs. Dat zorgt voor een betere schoolcarrière van het Marokkaanse en Turkse kind. Als zij beter presteren op de basisschool dan kan het gesegregeerde vmbo vermeden worden.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK