Inholland stopt met headhunters die geen biculturele kandidaten selecteren

Nieuws | door Frans van Heest
3 oktober 2018 | “Ik ben er klaar mee”, zegt Inholland-voorzitter Jet de Ranitz. Ook de Raad van Toezicht hoeft wat haar betreft niet meer samen te werken met headhunters die zeggen: ‘we konden geen goede kandidaten vinden met een biculturele achtergrond.’
Jet de Ranitz, Foto: ECHO

Afgelopen maandag organiseerde het Expertise Centrum Diversiteitsbeleid, ECHO een seminar ‘Kansen voor een Inclusiever Hoger Onderwijs.’ De locatie was Inholland Haarlem. Gastvrouw van de dag was Inholland-voorzitter Jet de Ranitz. Zij hield een gloedvol betoog voor meer diversiteit en wees erop dat dit vaak bereikt kan worden door eenvoudige interventies. Het zijn juist de kleine ingrepen die een duidelijk signaal naar buiten uitzenden. Toch moet er ook op institutioneel niveau veel gebeuren. Zo wil Inholland niet langer samenwerken met selectie- en wervingsbureaus die geen kandidaten kunnen leveren met een biculturele achtergrond.

Diversiteit wordt niet zomaar een kracht

De Ranitz benadrukt aan het begin van haar betoog dat iedereen het vandaag waarschijnlijk wel met elkaar eens zal zijn. “Ik denk dat wij zoals wij hier nu in de zaal zitten allemaal wel overtuigd zijn dat diversiteit een hele positieve waarde kan zijn. Dat blijkt ook uit veel onderzoek. Maar er is evenveel onderzoek dat laat zien dat het niet makkelijk is. Dat als je er geen aandacht aan besteedt, dan kan het ook heel erg mislukken. Diversiteit wordt niet zomaar een kracht. Daar heb je een organisatie voor nodig, een platform die dat bevordert.”

De voorzitter van Inholland die ook een aantal toezichthoudende functies heeft in de zorg, omroep en kunsten en advies mag geven bij de politie, ziet dat veel organisaties hier ook mee bezig zijn. “Ik zie dat op alle plekken waar ik actief ben, dat dit een thema is en dat is op zichzelf natuurlijk goed nieuws. Dat het niet alleen iets is waar wij als ‘believers’ met elkaar over willen spreken. Maar dat het een onderwerp is dat overal aandacht krijgt, en ook overal andere verschijningsvormen kent.”

Daarom is het volgens De Ranitz ook goed om te zien dat het personeelsbestand van Inholland ook steeds diverser wordt. “Wij zijn een ontzettend diverse club, dat geldt niet alleen voor onze studentenpopulatie, die in meerderheid een biculturele achtergrond heeft, zeker in Amsterdam, Rotterdam en in Den Haag, maar gelukkig zien wij dat ook in toenemende mate in ons personeelsbestand.”

Kan ik iets sexy’s aantrekken als vrouw?

Diversiteit in de breedste vorm is ook een thema waar De Ranitz ook zelf mee geconfronteerd wordt. Ze ziet dat juist studenten en medewerkers die niet tot de norm behoren daar nog vaker over moeten nadenken. “Durf ik vrouw te zijn, kan ik mij zelf laten zien, is het oké als ik iets sexy’s aantrek naar mijn werk of moet ik dat juist niet doen? Over dat soort dingen denk je na en als je net iets anders bent dan de mainstream denk je daar nog tien keer vaker over na.”

Dat stilstaan bij het anders zijn dat geldt zeker ook voor studenten die de eerste in de familie zijn die gaan studeren. “Als je de eerste bent in de familie die gaat studeren dan denk je ook na over hoe het de eerste dag hier op het hbo is. Hoe zal het zijn en hoe ga ik mij daar gedragen? Met wie ga ik kennismaken? Dan let je meer op jezelf dan wanneer dat voor jou gesneden koek is, omdat je dat van huis uit meegekregen hebt.”

Mensen voelen zich niet als vanzelf welkom

De diversiteit bevorderen is iets waar je actief over moet nadenken als Inholland, zo ziet De Ranitz. “Voor ons betekent het dat onze organisatie heel goed moet nadenken over wat we dan met een dure term ‘talentmanagement’ noemen. Niet alleen voor onze studenten, maar ook voor onze medewerkers. Mensen voelen zich niet als vanzelf welkom.”

“Daar kun je gelukkig een hoop aan doen, er zijn heel veel praktische interventies die je als organisatie kunt ondernemen om te zorgen dat dat een mooi avontuur wordt en niet een vervelend avontuur. In de eerste plaats kun je programma’s inrichten die maken dat mensen zich welkom voelen.”

In de praktijk van alle dag blijkt dat juist eenvoudige interventies ervoor zorgen dat diversiteit bevorderen eigenlijk niet zo moeilijk is. “Ik heb gelukkig van Machteld de Jong, onze lector diversiteitsvraagstukken en ook van een aantal andere lectoren in het hbo geleerd dat er hele simpele interventies mogelijk zijn. De meest simpele is als de eerstejaars bij ons binnenkomen dan maken wij de klasindeling. Wij zorgen dat die elke paar weken wisselt zodat aan het eind van het eerste semester alle studenten elkaar kennen of ze nu Ali heten of Piet.”

Wat hebben vrouwen nodig om door te groeien?

Gelukkig ziet de Inholland-voorzitter dat hier ook andere onderwijsinstellingen mee bezig zijn, als voorbeeld geef zij het Westerdijkprogramma op de Universiteit Utrecht. Dat is bedoeld om meer vrouwen in hogere wetenschappelijke posities te krijgen. “Vorige week mocht ik spreken bij de Universiteit Utrecht. Die hebben een Westerdijkprogramma ingericht voor jonge vrouwelijke universitair docenten. Ik was daar uitgenodigd om met hen te bespreken wat zij nodig hebben om uiteindelijk door te groeien naar universitair hoofddocent of zelfs hoogleraar.”

Bij de bijeenkomst in Utrecht bleek volgens De Ranitz wel hoe belangrijk het is om ervaringen met elkaar te delen. “Zo’n programma zoals bij de UU is ook nodig, want als je kijkt naar het aantal vrouwelijke hoogleraren dan doet Nederland het echt beschamend slecht. We zijn ongeveer een derdewereldland als het over die indicator gaat. Dat betekent dat je actief je best moet doen om deze vrouwen het gevoel te geven dat ze welkom zijn. Dat de problemen die zij tegenkomen bespreekbaar zijn.”

Er is kracht in het getal

“Ik vond het ontzettend goed om te zien dat ook daar de CvB-voorzitter, Anton Pijpers zelf aanwezig was om met hen in gesprek te gaan om zo te laten zien: ‘ik vind dit belangrijk. Als jij zaken tegenkomt waaruit blijkt dat iemand jouw talent niet ziet zitten en jij het gevoel hebt dat dat oneigenlijk is, dan ben ik er om het daar met jou over te hebben en te kijken of we die barrières weg kunnen nemen.’”

Bij deze diversiteitsvraagstukken moet het vooral belangrijk zijn dat individuen zich gesteund voelen, vindt De Ranitz. “Er is kracht in het getal. Als je je alleen voelt, dan is het heel makkelijk om weer weg te gaan. En te denken: ‘nou dit was dus niet iets voor mij.’ Dat Pijpers hierbij aanwezig was gaf een duidelijk signaal en liet aan die vrouwen zien: er zijn een heleboel vrouwelijke universitair docenten zoals jullie. Zij kunnen elkaar daar weer in steunen. Dat doen wij ook hier op de hogeschool in the Community of Practice voor diversiteit. Diversiteit gaat bij ons over heel veel dingen. Dat gaat ook over hoe we een netwerk kunnen opzetten voor onze LHBT-community.”

Inclusief onderwijs is helemaal niet zo makkelijk

Ook inclusief onderwijs is helemaal niet zo makkelijk, dat laat de praktijk wel zien. “Wij zijn eigenlijk een soort maatschappij in het klein bij Inholland. Dat betekent dat alle dingen die buiten spelen binnen ook aanwezig zijn. Als er buiten sprake is van polarisatie, dan merken wij dat in een klas. Als er ergens anders in de wereld iemand het nodig vindt om een bom te laten afgaan, dan is dat ook een onderwerp in de klas, waar het niet zelden zorgt voor spanningen. Omdat studenten bijvoorbeeld met een moslim-achtergrond zich aangesproken voelen, of zich genegeerd voelen.”

Ook diversiteit aan geloofsopvattingen en dat mogen uiten is belangrijk. Gezien de achtergrond van Inholland als confessionele hogeschool is daar ook volop de ruimte voor. “Het gaat ook over het creëren van ruimte voor mensen die hun geloof willen belijden. Wij als Inholland zijn een hogeschool op bijzondere grondslag. Dat betekent dat religie erbij hoort, dat is helemaal geen punt van discussie. Dat gaat er dus ook om dat wij ruimtes hebben waar je even stil kunt zijn, waar je kunt bidden als je daar behoefte aan hebt. Maar dit zijn wel neutrale ruimtes, zodat alle gezindten op die plekken zich veilig kunnen voelen.”

Een welkome en open cultuur uitdragen zit vaak in kleine dingen, maar die zijn wel heel belangrijk zo legt de Inholland-voorzitter uit. “Denk ook aan studenten met een functiebeperking, maak ruimte voor rolstoelen, maak ruimte voor andere zaken die zij nodig hebben op het moment dat zij te maken hebben met een beperking. Dat geldt ook voor een beperking die wij niet kunnen zien. Dit zijn allemaal hele praktische dingen die je kunt doen. Als je dat niet doet, zendt dat een signaal uit en betekent het dat je uitsluit. Voor jullie hier in de zaal is dit helemaal geen nieuws, maar voor veel organisaties is het echt iets om bewust van te zijn.”

We konden ze niet vinden horen vrouwen al heel vaak

Bij het aanstellen van mensen in de hogeschool voor hogere functies waar een wervings- en selectiebureau voor ingehuurd wordt staat het vraagstuk over diversiteit ook hoog op de agenda. “Wij moeten natuurlijk met enige regelmaat mensen aannemen, voor sommige functies gebruik je dan een  werving- en selectiebureau. Ik heb nu al te vaak meegemaakt dat wij een werving- en selectiebureau een opdracht geven met de specifieke opdracht: wij willen een kandidaat bij voorkeur met een biculturele achtergrond, want mijn team is op dat punt nog niet divers genoeg. Vervolgens zegt zo’n bureau: ‘ja we konden ze niet vinden.’ Voor vrouwen is dit een veel gehoord argument, maar voor kandidaten met een andere culturele achtergrond is dit nog veel hardnekkiger.”

Daarom heeft de voorzitter van Inholland ook duidelijke afspraken gemaakt over hoe dit anders moet. “Ik heb met onze personeelsafdeling afgesproken dat de bureaus die deze opmerking nog een keer maken, dat ik daar niet meer mee wil werken. Ik wil alleen nog maar met bureaus werken die dat wel kunnen regelen. Ik heb zelf ook mijn Raad van Toezicht er laatst op aangesproken. Die hadden ook weer een vacature en die kwamen met het bureau dat al drie keer met deze zin was gekomen. Ik ben er klaar mee.”

Zorg altijd dat je namen paraat hebt als ze bellen

De Ranitz legt de zaal uit dat het vooral belangrijk is dat iedereen bewust een rolmodel moet zijn. “Wij zijn allemaal ergens gekomen, met ons gaat het goed zoals wij in deze zaal zitten. Maar achter ons zitten nog heel veel mensen: homo’s, vrouwen, mensen met een biculturele achtergrond die ons nodig hebben.”

“Wij zijn rolmodellen voor hen en kunnen het pad effenen. Elke keer als je gebeld wordt met de vraag: ken je nog iemand? Zorg in ieder geval dat je drie namen paraat hebt. Zodat zij ook de weg weten te vinden in onze maatschappij.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK