Minister komt belofte niet na over bindend studieadvies
Vandaag verschijnt de visiebrief, van Minister van Engelshoven over toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Het meest opvallende is dat de minister toch afziet van het begrenzen van het wettelijk bindend studieadvies van veertig studiepunten. Nog geen twee maanden geleden kondigde zij aan paal en perk te stellen en met een wettelijk maximum te komen In een poging om aan de zorgen van studentenbonden tegemoet te komen. Na de storm van kritiek vanuit hogescholen en universiteiten wil de minister nu in gesprek om te “komen tot een betere balans tussen normering en ondersteuning.”
Wat weten we nu echt over het bindend studieadvies?
Verder gaat de minister in haar brief over toegankelijkheid in op het doorgeslagen rendementsdenken – de aandacht voor uitval en studietempo. Het rendementsdenken staat de toegankelijkheid juist in de weg zegt de minister die daarmee breekt met het credo dat OCW al tien jaar voert. Waarop zij die stelling baseert wordt niet duidelijk. “De inzet dat studenten zo snel mogelijk een diploma halen, kan voor sommige groepen studenten betekenen dat zij niet meer instromen in het hoger onderwijs of vroegtijdig en onnodig uitvallen. Dit is wat mij betreft niet wat studiesucces zou moeten zijn.”
Numerus fixus wordt ingeperkt
De minister ziet ook dat door een numerus fixus bij opleidingen de toegankelijkheid onder druk kan komen te staan. “Zo blijkt uit de monitor beleidsmaatregelen dat het verschil in uitval- en switch tussen mbo-gediplomeerden met een niet westerse migratieachtergrond en zonder een migratieachtergrond in het hbo 21 procentpunten is. Dit vind ik onaanvaardbaar. Ik zie kansengelijkheid als een belangrijke maatschappelijke uitdaging. Een uitdaging die ook op het netvlies staat bij de hogescholen en universiteiten en waar docenten, begeleiders, decanen en besturen dagelijks aan werken.”
Selectie raakt kwetsbare groepen
Een ander probleem dat samenhangt met numerus fixus zijn de tekorten op de arbeidsmarkt, dan moet vooral gedacht worden aan de opleidingen in de techniek. “De kwaliteit moet geborgd kunnen worden. Maar zeker bij opleidingen in een sector waarin tekorten zijn op de arbeidsmarkt, moet daarnaast maximale toegankelijkheid worden nagestreefd.
De bekostiging van de Technische Universiteiten, waar in het regeerakkoord over besloten is dat hier meer geld naartoe moet, wordt onderzocht door de commissie Van Rijn. Deze commissie zal ook de instroombeperking meenemen in hun advies over een nieuw bekostigingsmodel. “Zoals aangekondigd in het Regeerakkoord wil het kabinet dat het instellen van een numerus fixus adequaat onderbouwd wordt en als dit niet gebeurt, dat de minister van Onderwijs de mogelijkheid krijgt om dit besluit te blokkeren.”
De minister stelt een wetswijziging in voorbereiding te hebben die de minister meer invloed geeft over dit proces. Dit moet rond de tweede helft van 2019 naar de Kamer gestuurd worden. “De totstandkoming van dit wetsvoorstel en het werk van de commissie Van Rijn rondom de bekostiging van opleidingen in de technieksector lopen hierdoor voor een groot deel parallel en zullen in samenhang worden bezien.”
Geen normering van het bindend studieadvies
Het andere precaire punt dat de minister aansnijdt gaat over het bsa. Begin van dit collegejaar riep zij de woede van bestuurders en de koepels over zich af door – zonder voortijdige afstemming – aan te kondigen dat zij het bsa wilde gaan maximeren op veertig studiepunten. Nu ligt die gemiddeld rond de 50 studiepunten. Dat deze maatregel er niet komt is ook niet zo verwonderlijk, politiek leek hij ook onhaalbaar, alleen de linkse partijen bleken voor een wettelijk maximum te zijn van het bsa.
De achterliggende boodschap van die aankondiging herhaalt de minister. “Ik vind het onwenselijk als een student als gevolg van een (zeer) hoge bsa-norm zich bijna geen fout kan veroorloven. Zeker de groepen studenten die in de eerste periode te maken hebben met aanpassingsproblemen, kunnen hier de dupe van worden. De studieresultaten over de eerste periode van deze studenten reflecteren namelijk niet per definitie het niveau van de student.”
De minister zegt de BSA van maximaal 40 studiepunten nog niet heeft losgelaten en dat de inzet zal zijn bij de gesprekken met de koepels. “Met het onderwijs wil ik in gesprek gaan over de bsa-norm. In 2010 constateerde de inspectie in het rapport ‘met beide benen op de grond’ dat destijds een studiepuntennorm van om en nabij 40 studiepunten realistisch was. Ik neem deze constatering mee in mijn gesprek met het onderwijs om te komen tot een betere balans tussen normering en ondersteuning.” Of ze bij de koepels een vriendelijk en luisterend oor zal vinden is nog maar de vraag, gezien de start van het gesprek.
Koepels en bonden worden het niet eens over wat selectie is
Op het punt van de selecterende master komt de minister met een salomonsoordeel. De LSVb en de VSNU zijn het bij een werkgroep over selectie niet eens geworden. Uit mijn gesprekken met de VSNU en studentenbonden blijkt namelijk dat er verwarring is over de uitleg van het begrip ‘selectie’. Veel opleidingen zeggen niet te selecteren, maar stellen wel eisen naast het bachelordiploma aan aspirant-studenten.”
Wat is de definitie van een selectieve master?
De minister zegt nu dat zij met een begrippenkader gaat komen over wat nu selectie precies inhoudt. “De VSNU en studentenbonden verschillen dusdanig op het punt over wat nou selectie is, dat het de taskforce niet gelukt is om met de studentenbonden te komen tot een gezamenlijk onderscheid. Om de ontwikkeling van het aantal selecterende masters te kunnen monitoren, acht ik het wel noodzakelijk dat dit onderscheid er komt. Op basis van de gesprekken die hierover met de VSNU en studentenbonden zijn gevoerd, zal ik daarom zelf met een voorstel komen voor een gezamenlijk begrippenkader.”
Meest Gelezen
Vrouwen houden universiteit draaiende, maar krijgen daarvoor geen waardering
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Burgerschapsonderwijs moet ook verplicht worden in hbo en wo’
Raad van State: laat taaltoets nog niet gelden voor hbo-opleidingen
Hbo-docent wil wel rolmodel zijn, maar niet eigen moreel kompas opdringen