“Doe onafhankelijk onderzoek naar promotiestudenten”
RuG blijft Trumpiaans vasthouden aan eigen gelijk
Afgelopen week berichtte de universiteitskrant (UKrant) in Groningen over het ware verhaal achter het promovendi-bestaan in Groningen. Voor het eerst spreken promotiestudenten zich hardop en niet langer anoniem uit over hun situatie. Promotiestudenten ervaren nu zelf dat zij tweederangs promovendi zijn. Eerder werd dit al gevreesd door belangenorganisaties als De Jonge Akademie, het Promovendi Netwerk Nederland, studentenorganisaties ISO en LSVb, maar ook arbeidsjuristen waarschuwden voor hun ongelijke arbeidsrechtelijke positie.
Fake news
Wij schrokken van het bericht. Niet alleen omdat wij als oud landelijke promovendi-vertegenwoordigers deze geluiden al sinds de start van het experiment ontvingen. Maar vooral omdat de RUG Trumpiaans, inclusief gebruik van diens favoriete uitspraak ‘fake news’, blijft vasthouden aan het eigen gelijk.
Los van wie er gelijk heeft, volgt uit de verantwoordelijkheid van elk zichzelf respecterende werkgever, dat zij kritiek op arbeidsomstandigheden van haar medewerkers niet kan en mag afdoen als nepnieuws. Zeker niet omdat het Groningse luchtkasteel, het experiment met de promotiestudent, niet zonder slag of stoot tot stand kwam.
Het systeem wat men aldaar heeft opgetuigd, en volgens het Groningse College van Bestuur de nieuwe standaard van promoveren in Nederland zou moeten worden, bestaat ten principale uit het ontnemen van de werknemer status van promovendi. Na kritiek op deze botte uitholling van arbeidsvoorwaarden, creëerde de RUG een parallel universum waarin de promotiestudent dezelfde sociale rechten en plichten kreeg als een werknemer-promovendus.
Van vrijheid komt weinig terecht
Wat is er dan nog anders? Behalve het gebrek aan loon-indexatie en pensioenopbouw in de praktijk niet veel, zo wordt nu duidelijk. Op papier was het allemaal anders geregeld. De promotiestudent zou zelf een onderzoeksvoorstel schrijven en een promotor zoeken, zou eigen werktijden kiezen en had geen onderwijstaken. Wat schetst de verbazing? Al die zogenoemde verschillen blijken gebakken lucht – zo valt te lezen in het UKrant artikel.
Eigen onderzoeksvoorstel? Waar het de praktijk was – zoals bij rechten – bleef het zo. Waar het niet kon – zoals bij wiskunde – kan het nog steeds niet. Maar met een eigen onderzoeksvoorstel een promotietraject starten, betekent nog niet dat je die ook altijd vlekkeloos kunt uitvoeren. Immers, een medische studie op papier zetten kost niets. Een medische studie uitvoeren vereist echter additionele financiering – die krijgen promotiestudenten vaak niet, zo melden zij in de UKrant. Eigen werktijden? Natuurlijk, de bieb is lang open, maar als je op een lab werkt, dien je je toch echt te conformeren aan de laburen.
Als het meest in het oog springende element in het experiment, zouden de promotiestudenten geen onderwijs geven, maar juist onderwijs volgen. Bijvoorbeeld in de vorm van additionele cursussen die door de Graduate School worden verzorgd en zich richten op onderzoek vaardigheden en de verdere (academische) carrière. Promotiestudenten verzorgen echter gewoon onderwijs. Sterker nog, zij beargumenteren in de UKrant dat het onderwijs in Groningen in elkaar stort als zij geen onderwijs zouden geven. Hoe kan het dat deze signalen niet eerder boven tafel kwamen?
Een echt onafhankelijke evaluatie
Eerder voerde de RUG zelf een evaluatie uit, waaruit geen verschil in tevredenheid bleek tussen promotiestudenten en werknemer promovendi. Een typisch geval van een slager die zijn eigen vlees keurt. Te meer omdat wij na inzage in de enquête constateerden: de RUG stelde deze promovendi enkel gesloten vragen over generieke zaken als begeleiding, niet over deze essentiële verschillen. Open vragen bestonden niet in de enquête. Zo bleven de verhalen van de werkvloer buiten het bereik van belangenverenigingen, Kamerleden en de minister.
De wijze waarop de universiteit nu omgaat met de uitingen van deze promotiestudenten is de academie onwaardig. Daarom is het zaak dat de minister doorpakt. Eerder besloot zij al haar discretionaire ruimte te gebruiken en de RUG extra ruimte te weigeren om meer promotiestudenten in dit experiment onder te brengen.
Aangezien het experiment pas in 2021 geheel wordt geëvalueerd, blijven mogelijke schendingen van de voorwaarden van het experiment nog tot zeker 2021 onduidelijk. Een versnelde onafhankelijke, tussentijdse evaluatie is nu nodig om boven tafel te krijgen hoe de situatie de werkvloer nu werkelijk is. Iets wat de minister volgens de spelregels Art 13 lid 4 van het Besluit experiment promotieonderwijs. van het experiment zelf, dit jaar zou moeten doen.
Welke vragen behoeven antwoord?
Als wetenschappers willen we vanzelfsprekend niet vooruitlopen op de uitkomsten daarvan. Wel kunnen we – conform de voorwaarden van het experiment – wijzen op de noodzakelijkheid van een wezenlijk verschil tussen promotiestudenten en werknemer promovendi, buiten salariëring of pensioenopbouw. Om daar zicht op te krijgen, volstaat een enquête van de RUG met generieke en gesloten vragen geenszins.
Een evaluatie moet worden uitgevoerd door een onafhankelijk partij, zoals de Onderwijsinspectie. Een evaluatie waarbij nadrukkelijk ook op de werkvloer wordt bezien wat de feitelijke werkzaamheden van de twee typen promovendi zijn, biedt als enige uitsluitsel op de vraag hoe de papieren werkelijkheid er in de praktijk uitziet.
Een dusdanige onafhankelijke evaluatie kan uiteraard aantonen dat er wel degelijk een significant en te rechtvaardigen verschil bestaat tussen promotiestudenten en werknemer promovendi. Maar als dat niet zo is, dan leest de letter van het experiment: indien een universiteit de voorschriften van dit besluit of de beschikking niet naar behoren naleeft staat het de minister vrij om haar toestemming in trekken.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap