Rekenkamer waarschuwt voor vrijblijvende kwaliteitsafspraken

Nieuws | door Frans van Heest
8 oktober 2018 | De Algemene Rekenkamer stelt vast dat universiteiten en hogescholen ook het afgelopen jaar zich onvoldoende hebben verantwoord over de voorinvesteringen.
Tweede Kamer, Foto: Andre Engels

De Rekenkamer heeft een brief gestuurd aan de Kamer met aandachtspunten voor de OCW-begroting voor 2019. Eind deze maand is de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer en deze brief van de Rekenkamer dient ter ondersteuning van de Kamer om de regering te controleren. De Rekenkamer stelt dat, ondanks een kritisch rapport over de deels mislukte voorinvesteringen, hogescholen en universiteiten zich ook afgelopen jaar onvoldoende verantwoord hebben over de voorinvesteringen. Dat blijkt uit nader onderzoek op basis van de jaarverslagen over 2017.

De Rekenkamer stelt vast dat er naast kansen ook risico’s aan de het extra geld voor onderwijs en onderzoek kleven. De Rekenkamer waarschuwt dat OCW niet dezelfde fouten moet maken als in het verleden. Bij het Kabinet Rutte II is er extra geïnvesteerd in de lerarensalarissen. Dit kon met behulp van gedoogsteun van Arie Slob (CU) en dit weekend vertrokken Alexander Pechtold (D66). Maar een aantal jaar later werd duidelijk dat dit geld grotendeels niet terecht was gekomen op het salarisstrookje van de leerkracht, maar was verdwenen in de lumpsum.

Wat zal de maatschappelijke impact zijn?

“In het regeerakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor OCW: in 2018 € 613 miljoen en in 2019 € 1147 miljoen. De extra middelen zullen deels aan de lumpsum van schoolbesturen worden toegevoegd” schrijft de Rekenkamer die er een waarschuwing aan toevoegt. “Deze intensiveringen zorgen voor extra uitgaven maar wat leveren ze op? Het is belangrijk dat de minister van OCW vooraf, in de begroting, de benodigde informatie opneemt, zodat het parlement achteraf, met het jaarverslag, goed kan controleren wat de gerealiseerde uitgaven zijn, welke resultaten daarmee zijn geboekt en wat de maatschappelijke impact daarvan is.”

De Rekenkamer zet ook vraagtekens bij de intensiveringen op het gebied van fundamenteel onderzoek en praktijkgericht onderzoek in het hbo. De doelstellingen rondom dat beleid zijn te vrijblijvend vindt de Rekenkamer. “Bij de extra middelen voor fundamenteel onderzoek is een aantal algemene doelen geformuleerd, zoals ‘de basis versterken’ en ‘praktijkgericht onderzoek stimuleren’. In de begroting 2019 wordt niet aangegeven waarom deze doelen een extra investering vereisen.”

Het ontbreekt aan een nulmeting

De Rekenkamer vreest dat hierdoor niet duidelijk wordt wat in latere jaren kan gelden als succesvol resultaat. Daarvoor is meer informatie nodig. “Een aandachtspunt is het ontbreken van indicatoren voor doelstellingen als ‘de basis versterken’ en ‘praktijkgericht onderzoek stimuleren’. Ook ontbreekt hierbij een nulmeting. Hierdoor heeft de Tweede Kamer bij het uitkomen van het jaarverslag over 2019 geen beeld van de geboekte resultaten en de maatschappelijke impact.”

Uitgebreider gaat de Rekenkamer in op de kwaliteitsafspraken in het hoger onderwijs. Geen onbekend terrein voor dit Bijzondere Hoge College van Staat. Eerder dit jaar heeft de Rekenkamer onderzoek gedaan naar de voorinvesteringen in het hoger onderwijs. Toen is onder andere onderzocht in hoeverre de jaarverslagen over 2015 en 2016 al informatie bevatten over de voorinvesteringen van het studievoorschot en de betrokkenheid van de medezeggenschap daarin.

Geen toelichting op het verloop van de kwaliteitsafspraken

Eufemistisch stelt de Rekenkamer dat uit het onderzoek van eerder dit jaar naar voren kwam dat “er nog ruimte bleek voor verbetering. Zo stelden we vast dat de jaarverslagen over 2015 en 2016 weinig concrete informatie bevatten over de omvang van de voorinvesteringen. In vrijwel geen jaarverslag was een toelichting te vinden op het verloop van het overleg tussen het college van bestuur en de medezeggenschap.”

Deze kritische boodschap herhaalt de Rekenkamer nu op dit punt, waarbij de rol van de medezeggenschap benadrukt wordt. “Wij merken hierbij op […] dat er geen afspraken waren gemaakt over de verantwoording in het jaarverslag over de voorinvesteringen en de betrokkenheid van de medezeggenschap hierbij en dat deze verantwoording dus niet verplicht was.”

Nog steeds verantwoording over voorinvesteringen

De Rekenkamer heeft sindsdien niet stilgezeten. Ook hebben ze naar de jaarverslagen gekeken van hoger onderwijsinstellingen over 2017, bijna een half jaar na het kritische rapport. Die jaarverslagen zijn afgelopen zomer verschenen. De Rekenkamer concludeert dat ondanks de stevige kritiek in het rapport de universiteiten en hogescholen wederom hebben nagelaten om zich te verantwoorden over de voorinvesteringen. “Na een aanvullende analyse van de jaarverslagen over 2017 constateren wij dat daarin bij het grootste deel van de instellingen nog steeds geen informatie is te vinden over de besteding van de voorinvesteringen en de betrokkenheid daarbij van de medezeggenschap.”

Ook ziet de Rekenkamer bij de nieuwe kwaliteitsafspraken nog geen verbetering. In de jaarverslagen is niet duidelijk opgenomen hoe in de toekomst hogescholen en universiteiten de kwaliteitsafspraken gaan naleven. “De verantwoording over de studievoorschotmiddelen in de jaarverslagen over 2018 en daarna voldoet nog niet aan de afspraken daarover in de sectorakkoorden, dus hier ligt een opgave.”

De minister moet met een voorstel komen

Recent stuurde de Rekenkamer nog een brief aan de Kamer waarin zij aangaf dat zij geen vervolgonderzoek zal doen naar de voorinvesteringen. De minister had hierom gevraagd omdat zij in opdracht van een breed aangenomen Kamermotie de studenten moet compenseren die niet hebben kunnen profiteren van de mislukte voorinvesteringen.

De Rekenkamer stelde toen dat zij al veelvuldig uitvragen hebben gedaan in het hoger onderwijs over de voorinvesteringen. De verwachting was dat een nieuw onderzoek geen nieuwe resultaten zullen opleveren. De Kamer heeft in reactie daarop gevraagd aan de minister hoe zij toch denkt uitvoering te kunnen geven aan de Kamermotie. De minister zal voor de begrotingsbehandeling met een antwoord moeten komen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK