Versterking voor het lectoraat: de hbo postdoc
Het belangrijkste uitgangspunt achter het programma is het uitbreiden van de onderzoekscapaciteit in het hbo. “Wij willen hiermee een versterking bieden van wat vroeger alleen een lector in zijn eigen lectoraat was,” vertelt Minnée, “dan moet je naast promovendi en docent-onderzoekers ook denken aan postdocs.” Hiervoor wordt €6 miljoen uitgetrokken in het eerste jaar van het programma, en nog eens €2 miljoen per jaar in de volgende jaren. “Het postdoc programma is nog een bescheiden stap qua omvang, maar wel belangrijk om het onderzoek in den breedte te versterken.”
In totaal is er in de eerste ronde financieel ruimte voor meer dan 70 postdocs. De €80.000 die het regieorgaan maximaal per project ter beschikking stelt is bedoeld voor het onderzoek dat de postdoc doet. De andere helft van diens aanstelling, de vijftig procent onderwijs die de postdoc moet verzorgen, moet worden bekostigd door de instelling. Slotman: “Over het algemeen zien we dat deze collectieve aanpak goed werkt. Men begrijpt dat we gezamenlijk moeten werken aan talentontwikkeling en er ontstaat een gesprek over de vraag in welke talentvolle medewerkers we willen investeren.”
Lectoraten groeien terwijl het aantal lectoren stagneert
Het Rathenau Instituut schatte de omvang van lectoraten onlangs nog op een gemiddelde van 3,5 fte. Daarbij heeft de gemiddelde promovendus een 0,5 fte aanstelling en besteden lectoren gemiddeld zo’n 0,6 fte aan hun aanstelling. De postdocs uit dit programma krijgen allemaal een aanstelling van 0,8 – 1,0 fte en zullen dus voor een belangrijk onderdeel zo’n groep gaan dragen beaamt Slotman. Over de ideale omvang van een lectoraat willen Slotman en Minnée niet per se een uitspraak doen. “Dat zal erg te maken hebben met het vakgebied en de taken die een lectoraat op zich neemt.”
Doorwerking in het onderwijs
Een bewust verschil met postdocs in het wo is de forse onderwijscomponent die in deze hbo postdocs zit ingebakken. “Wij hebben dit vormgegeven onder het beding dat het onderwijs een grote rol speelt,” vertelt Minneé “postdocs op de universiteit zijn vaak 100% onderzoeksgericht maar dat is niet de rol die wij voor ons zien voor postdocs op hogescholen.”
Concreet betekent dit onder andere dat de opleidingsmanager ook een handtekening moet zetten onder de aanvraag van een postdoc. Minneé: “We willen dat onderzoek in hbo doorwerking krijgt in het onderwijs. Het moet studenten reflectief maken en een innovatieve rol te laten vervullen in de beroepspraktijk. Ook willen we doorwerking van onderzoek naar mkb en publieke organisaties stimuleren.”
“Het is dus belangrijk dat bij zowel het lectoraat als bij de onderwijskant er betrokkenheid is bij de aanvraag.” Uit het juryrapport van de eerste ronde aanvragen maakt Minnée op dat deze boodschap is aangekomen. “Wat vooral goed werd beoordeeld is de wijze waarop veel van de voorstellen ingepast zijn in de strategie van zowel de opleiding als het lectoraat.”
Programma is nog bescheiden
Het postdoc programma past in de bredere strategie die de VH heeft uitgezet voor het onderzoek aan hogescholen. Ook postdocs zullen invulling moeten gaan geven aan de adviezen uit het onlangs gepubliceerde rapport over de doorwerking van praktijkgericht onderzoek. Dit houdt onder andere in dat postdocs een sleutelrol spelen bij de aansluiting met de praktijk. Minnée: “Ik zie dat als inherent aan de taken die postdoc toch al vervult in onderwijs en onderzoek. Je verwacht van iemand op zo’n positie dat ze al een bepaald niveau van inhoudelijke verantwoordelijkheid en coördinatie op zich nemen.”
Momenteel is de omvang van het programma nog bescheiden. Slotman verwacht op deze manier gaandeweg meer te ontdekken over de meerwaarde van deze functie voor het hbo. “Als we met elkaar de ervaringen delen dan geeft ons dat voeding voor wat de vervolgstappen zouden kunnen zijn. Het gaat nu vooral om de postdocs inhoudelijk en organisatorisch zodanig te positioneren zodat het leereffect ook het grootst is.”
Minnée benadrukt dat het op termijn belangrijk is om bepaalde kritische massa te creëren om ook echt de meerwaarde voor het systeem te merken. “We zitten wat dat betreft nog steeds in een ontwikkelingssituatie, de optimale situatie is nog lang niet bereikt, maar we zetten wel stappen.”
Geen nieuwe flexibele schil
Door de naamgeving en de positionering van de postdoc in het hbo dringen ook andere vergelijkingen zich op. Zo langzamerhand is het gebruikelijk geworden dat een onderzoekscarrière in het wo bestaat uit meerdere aaneengesloten postdocs. Vaste aanstellingen zijn een zeldzaamheid geworden. Externe financiering is een must geworden voor een carrière. Een situatie die een negatieve weerklank heeft op de relatie tussen postdocs en de instelling waar ze werkzaam zijn.
Deze tweejarige aanstellingen als postdoc moeten volgens Slotman en Minnée dan ook niet leiden tot een nieuwe flexibele schil in het hbo. Het moet vooral gezien worden als een aanzet om met duurzaam personeelsbeleid aan de slag te gaan. “We willen hier voornamelijk mee laten zien dat hogescholen in staat zijn om een aantrekkelijk carrièreperspectief te bieden voor promovendi,” zegt Minnée “en het is ook een manier om meer gepromoveerde docenten te kunnen werven voor het hbo. Passend in een strategisch personeelsbeleid.”
Slotman ziet het programma ook als eerste stap naar een volwassen personeelsbeleid voor het hbo-onderzoek. “In alle contacten die ik heb met de hogescholen zie ik dat men op zoek is naar een structurele aanpak van het onderzoek. Men zit niet te wachten op een flexibele schil van promovendi of postdocs. Dat is niet hoe hogescholen zich willen organiseren.” Minnée vult aan: “Wij zien in deze ronde dat hogescholen heel strategisch inzetten en vooruitkijken naar het beleid dat ze op die carrières moeten ontwikkelen.”
Regieorgaan SIA ziet zichzelf dan ook voornamelijk als partij die het balletje aan het rollen kan brengen. “Wij kunnen met dit programma deze leerervaringen aanbieden en ik denk dat het heel verstandig is om na enige tijd te bezien wat de meerwaarde is van postdocs.” Verder wil Slotman zichzelf niet plaatsen op de stoel van de werkgever. “Dat is de instelling en die rol wil SIA ten principale niet hebben.”
“De instellingen en de Vereniging Hogescholen kunnen lessen trekken uit dit programma en bepalen wat de randvoorwaarden zijn voor onderzoekers in het hbo. Dat doen wij niet.” Het is dan ook nog niet het moment om een grotere stelseldiscussie te voeren over hoe het praktijkgericht onderzoek vormgegeven moet worden. “Ik zou een stap terug doen en kijken naar de vraag: is dit een goede positie voor praktijkgericht onderzoekers aan een hogeschool?”
Meest Gelezen
Vrouwen houden universiteit draaiende, maar krijgen daarvoor geen waardering
Hbo-docent wil wel rolmodel zijn, maar niet eigen moreel kompas opdringen
‘Sluijsmans et al. slaan de plank volledig mis’
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Free riding brengt het hoger onderwijs in de problemen’