Chinese studenten moeten gewaarschuwd worden voor veiligheidsdienst

Nieuws | door Frans van Heest
14 november 2018 | Chinese studenten en onderzoekers die in Nederland studeren en werken moeten op de hoogte gebracht worden dat de Chinese veiligheidsdienst ze scherp in de gaten houdt. Dit zeggen onderzoekers van de Universiteit Leiden.
Foto: Jonathan Nightingale

Welke rol speelt China in het onderzoek en onderwijs in Nederland en Europa? Hoe ver reikt de arm van de Communistische Partij China? Het Leiden Asia Centre van de Universiteit Leiden heeft er onderzoek naar gedaan en er een rapport over geschreven. Afgelopen vrijdag werd dit onderzoek gepresenteerd en toegelicht door de onderzoekers, Frank Pieke en Ingrid d’ Hooghe.

Pieke en d’ Hooghe stellen dat de beïnvloeding en controle van China op het onderwijs en onderzoek de laatste jaren veel steviger is geworden. Universiteiten en hogescholen moeten zich daar bewust van zijn als zij willen samenwerken met China. En onderzoekers en studenten moeten ook gewaarschuwd worden voor activiteiten van de veiligheidsdiensten in China.

De perceptie van China is in anderhalf jaar gewijzigd

Frank Pieke hoogleraar Chinastudies van de Universiteit Leiden, ziet dat de stemming internationaal aan het kantelen is over China. “Het beeld van China buiten China is de afgelopen drie jaar heel drastisch en snel veranderd. Toen wij in 2015 begonnen met onze onderzoeksprojecten zaten we nog grosso modo in het universum met het idee dat China op zich een positieve invloed op de wereld had en waar we iets mee moeten en ook kunnen. In de hoop dat als we maar betrekkingen met het land blijven aangaan dat China ook meer wordt zoals wij.”

Dit beeld is volgens Pieke ook met het presidentschap van Donald Trump volledig veranderd. “Het afgelopen anderhalf jaar is die hoop eigenlijk in duigen gevallen. De president van China, Xi JinPing heeft sinds 2016 beleid uitgerold dat steeds agressiever wordt. Dat ook steeds harder inzet op de toekomstige leiderschapsrol van China in de wereld met een supermacht status.”

Dat Chinese beleid zet direct in op concurrentie met de Verenigde Staten en dat heeft gevolgen gehad volgens Pieke. “De VS is vervolgens ook heel happig geweest om die handschoen op te pakken. Kortom we leven in een heel andere wereld. Daarom is het belangrijk om ook in Nederland de andere kant van de medaille te gaan belichten met betrekking tot China.”

Wedloop China-bashing

Volgens Pieke is dit rapport ook bedoeld om een genuanceerd beeld te schetsen, dat is ook nodig want het beeld over China verslechtert snel. Dat merkt de Leidse hoogleraar ook bij de denktank MERCATOR in Berlijn, een Europese denktank over China, waar hij sinds afgelopen mei directeur van is. “Sinds ik zelf naar Berlijn ben gegaan heb ik een soort van lawine van anti-Chinese sentimenten en opinies over mij heen gekregen.”

“Wat ik steeds meer zie bij overheden, in Duitsland maar ook bij andere overheden, is dat er bijna een soort wedloop aan de gang is om negatief te zijn over China. Iedereen probeert elkaar de loef af te steken. Als jij iets over China zegt hoe erg het is, dan komt de ander altijd met een verhaal dat het nog veel erger is. We zitten in een negatieve spiraal van China-bashing.”

Pieke heeft aan den lijve ondervonden hoe je benaderd wordt als je dan toch iets positiefs over China zegt. “Het is heel lastig om dan een genuanceerd standpunt over het voetlicht te brengen. Er zijn dingen die heel verontrustend zijn, waar we tegen moeten optreden en iets aan moeten doen. Maar er zijn ook kanten aan China waar we iets mee kunnen.  Als je die nuance probeert in te brengen dan wordt je vaak meteen afgeschilderd als: of naïef of dat je in de zak van de Chinezen zit. En dan vragen ze hoeveel geld ze je eigenlijk precies betalen. Dat is geen grapje, dat is echt wat er gebeurt.”

The Double First Class university plan

Het onderzoek dat vrijdag werd gepresenteerd is gebaseerd op interviews en een literatuuronderzoek, zo legt de Leidse onderzoeker uit. “Dit project is gebaseerd op twee brede bewijslasten. Het eerste is uitgebreid documentatieonderzoek. We hebben ook uitvoerig Chinese documentatie gelezen over de strategie die China heeft, over de toekomstige ontwikkeling, over technologie en de rol van de wetenschap daarin.”

“Het andere zijn de interviews. Die hebben we afgenomen met mensen in Europa en in China die zich professioneel met onderzoek en onderwijs in China bezighouden. Dat zijn mensen bij ministeries, universiteiten, op ambassades in Peking, maar ook met Chinese onderzoekers en onderzoekers in Europa die veel met China bezig zijn. In totaal hebben we meer dan 65 mensen geïnterviewd.”

Ingrid d’ Hooghe, onderzoeker aan de Universiteit Leiden en aan Clingendael vertelt vervolgens wat de uitkomsten waren van het onderzoek en wat het beleid van China is ten aanzien van onderwijs en onderzoek. “Het belangrijkste plan in China is The Double First Class University Plan. Met dit plan wil China 42 universiteiten in 2050 in de top 100 van de wereld hebben.”

Het land wil daarnaast in een aantal wetenschappelijke disciplines ook de top laten bereiken in 2050. “Dat is een hele lange termijnplanning. Maar China heeft dat onderverdeeld in kleine stapjes. In 2020 willen ze al een aantal universiteiten in de top hebben. Er is al een aantal universiteiten hard op weg om die top 10 te benaderen. In 2030 wil men ook een x aantal universiteiten in de top hebben en in 2050 dus 42. China is hier heel bewust en concreet mee bezig.”

Chinese onderzoekers kiezen bèta en medisch

Dat zij ook in bepaalde vakgebieden willen uitblinken is ook zichtbaar in het beurzenprogramma voor studenten legt de Leidse onderzoeker uit. “Dit zien we ook terug in de financiering van de internationale samenwerking. We zien het bij de beurzen van de China Scholarship Council. Als je kijkt hoe die beurzen worden toegekend, dan zie je dat de grote meerderheid van de beurzen gaat naar de harde wetenschap, de natuurwetenschappen en de medische wetenschappen en een veel kleiner percentage gaat naar de sociale- en geesteswetenschappen.”

Nederlandse bèta-onderzoekers profiteren ook financieel van dit plan. “Hetzelfde is zichtbaar in alle talentplannen. Die richten zich enerzijds op Chinese wetenschappers die in het buitenland werken, maar ook op buitenlandse wetenschappers. In Nederland zijn er een aardig aantal professoren die een aanstelling hebben in China en daar zie je ook dat de nadruk ligt bij de natuurwetenschappen, engineering en informatietechnologie.”

Waarom Europese universiteiten willen samenwerken met China komt vooral door de omvang van het land. “Toen we het daar met gesprekspartners over hadden, noemden ze heel veel verschillende redenen om samen te werken, maar wat eigenlijk bij iedereen naar voren kwam is de omvang van China. In China studeren er per jaar acht miljoen studenten af, dat is een enorme pool van talent en wij maken daar graag gebruik van en nodigen dat talent uit om onderzoek te doen aan onze universiteiten. Vooral als deze studenten en onderzoekers zelf met financiering uit China komen.”

Maar ook de enorme investeringen in kennis in tegenstelling tot in de EU maakt het aantrekkelijk om met China samen te werken. “Een andere positieve bijkomstigheid is dat China enorm veel investeert om de eigen doelstellingen te bereiken. In veel Europese landen staat de onderzoeksfinanciering juist onder druk. Dan is het heel aantrekkelijk als Europese onderzoekers hun plannen kunnen realiseren met financiering uit China.”

Chinese investeringen in wetenschap ongekend

China investeert ook in infrastructuur waar ze zelf nog niet zo goed mee uit de voeten kunnen, daar ligt ook een kans voor Europese onderzoekers, legt d’ Hooghe uit. “Zeker in de natuur- en gezondheidswetenschappen moet er vaak gebruik gemaakt worden van hele dure en complexe apparaten, waarvan er maar een paar zijn in Europa. Wetenschappers moeten daarvoor vechten om daar toegang toe te krijgen.”

In China is die schaarste geen factor. Het land koopt heel veel van die apparaten en onderzoekers daar weten vaak nog niet hoe ze daar het meeste uit kunnen halen. “Dan heb je natuurlijk een prachtige match met de Europese onderzoekers. Zij krijgen toegang tot die apparaten en kunnen daar gebruik van maken voor hun eigen onderzoek. Tegelijkertijd dragen ze kennis over aan de Chinese partner, dat is een mooie win-win.”

Maar volgens de Leidse onderzoeker zijn er ook bedreigingen vanuit China, bijvoorbeeld wat betreft de academische vrijheid. “De afgelopen jaren hebben we een verslechtering gezien van het academisch klimaat. Enerzijds komt er minder ruimte voor het vrije academisch debat. Nu was dat eigenlijk nooit helemaal open, maar de ruimte daarvoor is verder afgenomen de afgelopen jaren.”

Wat volgens D’ Hooghe ook is toegenomen is de ideologische beïnvloeding van het onderwijs. “Er zijn veel richtlijnen gepubliceerd door de staatsraad en ook door het ministerie van onderwijs. Er is een zogenaamde leading small group van hoge beleidsmakers en ambtenaren, die ervoor zorgen dat het onderwijs ideologisch correct is en het de partijlijn dient. En deze ideologische invalshoek wordt ook gepromoot door studenten in het buitenland, ook door de honours studenten.”

De lange arm van China

Het rapport laat volgens Ingrid d’ Hooghe verschillende voorbeelden zien van Chinese functionarissen die actief zijn op Europese universiteiten. “Chinese studenten worden actief in de gaten gehouden. We hebben met iemand gesproken van een partijcel, die aan Europese universiteiten bestaan. Deze Chinese gesprekspartner zei tegen ons: ‘ik zie het als mijn taak om Chinese studenten op het rechte pad te houden.’ En daarmee bedoelde ze dus het politieke en ideologische pad, zij zag daar ook geen problemen in. ‘De Chinese overheid financiert het onderzoek het is belangrijk voor de toekomst van de Chinese student. Dus ik houd ze op het rechte pad,’ Dat is dus wel wat er op dit moment plaatsvindt.”

Frank Pieke noemde vervolgens het voorbeeld van de RUG in Yantai om aan te geven dat je niet naïef moet zijn. “Dit is een basale aanbeveling uit ons rapport, maar je moet weten hoe de Communistische Partij werkt en hoe universitaire systeem in elkaar steekt. Een goed voorbeeld is de inmiddels gecancelde branchcampus in Yantai van de Rijksuniversiteit Groningen. Daar kwam men er pas later achter dat de partijsecretaris een belangrijkere plaats aan de tafel zou krijgen dan men oorspronkelijk had gedacht. Sterker nog, in mijn gesprekken met de universiteit in Groningen hadden ze eigenlijk helemaal geen idee dat er überhaupt een partijsecretaris was en dat die een belangrijke rol zou krijgen.”

“Het was ook een mix van onwetendheid aan de Groningse kant in combinatie met een ongelukkige planning. Want juist op het moment dat de Groningse plannen concreet werden, werd er beleid uitgerold in China dat aan buitenlandse universiteiten en andere organisaties een partijsecretaris een belangrijke rol zou krijgen. Dat ze dat in Groningen toen niet wisten kun je niet helemaal het CvB verwijten, maar wel een klein beetje.”

Chinese universiteiten hebben geen onafhankelijke status

Als je een samenwerking aangaat met China moet je er dus beducht voor zijn dat de universiteiten daar niet onafhankelijk zijn, zo waarschuwde Pieke aan de aanwezige medewerkers van verschillende ministeries, universiteiten, de VSNU en Nuffic. “Je moet dus wel weten dat Chinese universiteiten geen onafhankelijk status hebben. Dat zijn ze in Nederland ook niet helemaal, maar in China zijn universiteiten een onderdeel van het staatsapparaat. Ze worden gestuurd en gecoördineerd, dat is een feit en daar moet je gewoon mee leven. Dat moet je meewegen als je samenwerkt met een Chinese partner.”

Wel ziet Pieke ook in Nederland dat universiteiten en hogescholen steeds meer afhankelijk worden van China. “Chinese studenten zijn heel belangrijk –en ik hoop niet dat deze mensen in de zaal zitten die van dat soort universiteiten komen- voor universiteiten en hbo-instellingen in Nederland die onder financiële druk staan en onvoldoende studenten kunnen werven lokaal. Zij zijn meer en meer afhankelijk van studenten uit China. En dat is ook een gigantische markt. Het aantal Chinese studenten op de totale populatie van buitenlandse studenten is al bijna 20%. Maar uiteindelijk moet je daar heel erg mee uitkijken. Je moet wel je diversiteit van je onderwijs kunnen garanderen en de diversiteit van de studentenpopulatie.”

Als er buitengewoon veel Chinese studenten in een opleiding zitten, kan dat ook tot politieke spanningen leiden en dat Chinese studenten docenten tot de orde roepen. “Als een docent zegt: ‘ik vind dat Taiwan geen onderdeel van China is’, dan moeten Chinese studenten niet massaal in opstand komen. Dat moet niet kunnen en daar moeten we ook heel duidelijk paal en perk aan stellen.”

Ondervraagd bij terugkomst

Pieke en D’Hooghe constateren dat het toezicht op studenten vanuit Peking toeneemt. Ook in het privéleven van studenten.  “Ook de toenemende – ‘controle’ wil ik niet zeggen – maar supervisie, het in de gaten houden van Chinese studenten vanuit ambassades via Chinese studentenverenigingen overal ter wereld neemt heel erg toe.”

“Ook kan ik uit ervaring vertellen dat Chinese onderzoeksstudenten als ze teruggaan naar China regelmatig worden bevraagd door de Chinese veiligheidsdienst.” Dat zijn pittige gesprekken waar de student helemaal wordt doorgezaagd. “Het zijn vragen zoals: ‘Wat voor onderzoek doe je eigenlijk, wat voor onderzoek doet jouw begeleider en wat voor onderzoek doen je medestudenten en andere onderzoekers op  het gebied van China?’”

Dat soort ontwikkelingen daar moeten universiteiten in Europa wel scherp op zijn, want dat kan voor de individuele student of onderzoeker heel nadelig zijn volgens Pieke. “Dit zijn dingen die heel gevaarlijk zijn op de lange termijn. Er wordt informatie verzameld die uiteindelijk gebruikt kan worden op allerlei manieren die wij absoluut niet willen. Daar kunnen we hier niet zoveel aan doen, want het gebeurt in China zelf. Maar ik denk dat we onze Chinese studenten duidelijker moeten briefen dat dit gebeurt.”

Zelf kent Pieke ook dit soort verhalen van zijn eigen Chinese studenten. “De studenten die mij dat verteld hebben die waren daar heel slim in. Er was een student die ging van hotel naar hotel toen hij terug was in China. Zodat de veiligheidsdiensten hem niet meer konden bijhouden. De ander manier is om je van de domme te houden en te zeggen dat je van niks weet.”

“Nogmaals, het is wel een probleem waar we ons bewust van moeten zijn. Het is niet zo dat Chinese studenten agenten van de Communistische Partij zijn en bezig zijn om ons systeem te ondermijnen. Het gaat erom dat de Chinese Communistische Partij informatie verzameld. En studenten en onderzoekers probeert in te zetten voor haar doelen op de lange termijn. Om op die manier er ook mensen uit te filteren, die deze doelen niet dienen en eventueel gevaarlijk zijn in hun ogen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK