De Associate Degree als doorbraak in leven lang ontwikkelen

Nieuws | door Frans van Heest
14 november 2018 | Binnen één jaar tijd moet er een verdubbeling komen van het aantal Associate Degree studenten als het aan de MBO Raad ligt. De AD heeft zich namelijk bewezen als katalysator van het moeizame proces van leven lang ontwikkelen.
Wethouder van Almere, Aldrik Dijkstra, op het AD-congres

Vorige week werd de eerste landelijke Associate Degree conferentie georganiseerd in Almere, het walhalla van de AD-opleidingen. Veel van de bevolking van Almere heeft een mbo-opleiding en daarom kan de AD juist voor de snelst groeiende stad van Nederland een impuls geven om de beroepsbevolking hoger op te leiden. De minister gaf aan blij te zijn dat de AD eindelijk een onderwijsvernieuwing is die wel een keer wordt omarmd.

De Vereniging Hogescholen en de MBO Raad ondertekenden op de conferentie een convenant om heldere afspraken te maken en te zorgen dat de AD goed ingebed wordt in het stelsel van hoger onderwijs. Dat is belangrijk stelde ook de voorzitter van de Onderwijsraad Henriëtte Maassen van den Brink, want er ligt ook kannibalisering van het bekostigd onderwijs op de loer.

Belangrijk voor de groei van Almere

De eerste spreker op de conferentie was de wethouder onderwijs van Almere, Aldrik Dijkstra (ChristenUnie). Hij gaf aan dat de AD belangrijk is voor zijn stad. “Deze eerste landelijke Associate Degree conferentie in Nederland is georganiseerd door Windesheim Flevoland, dat samen met Aeres Hogeschool een breed aanbod aan hoger onderwijs in Almere en in de regio verzorgt. Twee jonge hogescholen waar ik heel trots op ben. Omdat beide hogescholen een belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van Almere. Windesheim biedt vijf voltijd AD’s aan en drie deeltijd AD’s en Aeres biedt er zes aan. Dat is een mooi en breed aanbod dat de komende jaren nog verder gaat groeien. Dat zal ook bijdragen bij een verdere ontwikkeling van zowel Almere als de rest van de regio.”

Dat het aanbod nog verder uitbreidt is ook nodig legde de ChristenUnie wethouder uit. “De AD is belangrijk omdat het een belangrijke schakel is in de verbinding tussen het middelbaar onderwijs en het hoger onderwijs. Een vrij groot deel van de bevolking van Almere heeft een mbo-opleiding. Wij zijn gewoon op zoek naar een verbreding daarvan. Nu is het nog zo dat wij in Almere eigenlijk te veel mbo-arbeid hebben. Als je evenwichtige groei in je stadsontwikkeling wil, dan heb je die hoger opgeleiden ook echt nodig. Het slaat ook hier echt aan die AD’s. Het maakt ons als stad gewoon een stuk aantrekkelijker.”

Uitval in het hbo tegengaan

Henriëtte Maassen van den Brink, de voorzitter van de Onderwijsraad mocht op de conferentie de keynote verzorgen. Zij gaf aan dat zij eerst nog wel sceptisch stond tegenover de AD. “Toen ik een paar jaar geleden lid was van de Review Commissie Prestatieafspraken. De vermaledijde prestatieafspraken, waarvan je bijna niet meer kan zeggen dat je lid van die commissie was. Toen stond ik wel een beetje sceptisch tegenover de AD’s. Dat had er ook mee te maken dat we als commissie aan de hogescholen vroegen: hoe staat het met de AD’s, wat vindt u ervan, hoe gaat u ze ontwikkelen? Daar was toen eigenlijk ontzettend weinig belangstelling voor.”

Volgens de voorzitter van de Onderwijsraad is dat inmiddels veranderd en kan de AD er ook voor zorgen dat er minder uitval is in het hbo. “De AD heeft een aansluiting gevonden om uitval te voorkomen. Door de AD geef je mensen toch de kans om door te groeien en door te stromen naar een volgende opleiding. Enerzijds omdat zij de stap naar het haar hbo in één keer te groot vinden. Anderzijds als je wat ouder bent dan heb je de via de AD nog de mogelijkheid door te studeren via een duaal traject.”

Een mooie ontwikkeling noemt Maassen van den Brink ook de vele AD-academies die in het land worden opgericht, met clusteringen van AD-opleidingen. “De AD-academies die ontstaan zijn is ook een mooie ontwikkeling. Het is flexibel, het geeft maatwerk en het is ook heel regionaal ingestoken.”

Dat regionale is vooral belangrijk voor het afnemend beroepenveld, legt de voorzitter van de Onderwijsraad uit. “Want je bent als MKB ook heel erg afhankelijk van degene die in de buurt van jouw bedrijf wonen en de vaardigheden die ze hebben. De regionale insteek is daarom ontzettend belangrijk.”

Kansen voor doorstroom

Maassen van den Brink ziet ook dat de AD voorziet in een behoefte van meer gelijke kansen. “Verder zorgt de manier waarop de AD nu is vormgegeven, in de structuur van het onderwijs en in het stelsel ook voor doorstroming en opstroming. Je kan via de AD naar het reguliere hbo en als je wil kun je ook doorstromen naar de universiteit. de AD geeft daarom heel veel kansen.”

Wel had Maassen Van den Brink nog een aantal waarschuwingen. “Wat ik zelf misschien wel een probleem zou kunnen vinden is de financiering. Dat is op allerlei manieren geregeld, het is bekostigd onderwijs en het wordt ook vaak deels particulier gefinancierd. Er is ook een regeling vanuit het ministerie. Maar vanuit het ministerie weet je ook dat als er een regeling is waar veel gebruik van gemaakt wordt, dat die regeling dan ook weer afgeschaft wordt. Dus hoe betrouwbaar is die financiering die er achterlicht? Dat is een punt dat we wel in de gaten moet houden.”

Ook ligt uitholling van het bekostigd onderwijs op de loer. “Daarnaast moet je waken voor kannibalisering van het bekostigd onderwijs. Je ziet meer en meer gebeuren dat bedrijfsopleidingen – ik zou niet willen zeggen infiltreren in het bekostigd onderwijs, – steeds meer reguliere studenten binnen bedrijven halen en daar ook opleiden. Wat het mooie is aan de AD is dat het van beide kanten komt. Het komt van het onderwijsveld en het komt vanuit bedrijfsleven. Ik vind dat die balans moet blijven en dat er geen kannibalisering van bekostigd onderwijs door het bedrijfsleven moet plaatsvinden. Maar dat er wel degelijk samenwerking moet zijn op alle fronten.”

Een zorgvuldige propositie

Door Ton Heerts (MBO Raad) en Jan Bogerd (voorzitter Hogeschool Utrecht) werd namens de Vereniging Hogescholen vervolgens het convenant gepresenteerd. Jan Bogerd legde uit waarom er een convenant is getekend. “Ik denk dat zowel het mbo als het hbo erg enthousiast zijn over de AD. Er is hier veel ambitie, maar hier en daar moet er wel wat ordening aangebracht worden in al dat enthousiasme en die ambitie. Als je een nieuwe propositie ontwikkelt in het hoger onderwijs, dan moet je dat wel zorgvuldig doen. Wij vonden als MBO Raad en Vereniging Hogescholen dat het goed was om afspraken met elkaar te maken.”

Ton Heerts stelt dat de AD ook past bij de ons omringende landen. “Het is in het Nederlandse stelsel iets nieuws, dat niveau 5 dat tussen mbo 4 en hbo niveau 6 zit. Daar heeft Nederland eigenlijk een soort achterstand ten opzichte van andere Europese landen. Daar moesten wij gewoon nog iets mee. Er was een te strakke knip tussen mbo en hbo. Het heeft dus ook wel een kans, maar het moet ook geen ratjetoe worden. We moeten opletten dat er niet te veel opleidingen komen.”

Deze bestuurlijke afspraken zijn ook gemaakt omdat nog niet altijd duidelijk was wie er voor de AD’s verantwoordelijk is, legt Heerts uit. “Er zat ook nog een klein addertje onder het gras. Blijft het wel onder de primaire verantwoordelijkheid van het hoger onderwijs of gaat het mbo – dat natuurlijk retegoed is – verder oprukken? Zodat de AD onder verantwoordelijkheid van het mbo komt. Dat willen wij ook niet, want dit past in het hoger onderwijs. Dus het moet geen concurrentiestrijd worden tussen de scholen, er is al genoeg gedoe. Dus laten we vooral samenwerken.”

Volgens Heerts kan de AD ook eindelijk beweging brengen in de langlopende discussie over leven lang ontwikkelen. “De AD heeft enorme potentie voor leven lang ontwikkelen. Wanneer een afgestudeerde mbo’er zegt: ik ga werken, maar ik wil eigenlijk ook nog wel de AD in deeltijd doen, om misschien later nog een keer een stap te maken. Dan komt werken in combinatie met leren in de baas zijn tijd, of deels in de baas zijn tijd ook echt los.”

Bedrijven zien onderscheid mbo en hbo minder

Jan Bogerd ziet dat de AD ook past bij het doorbreken van het strakke stelsel met een sterke scheiding tussen mbo en hbo. “Zo’n convenant is natuurlijk leuk voor de koepels, maar het is interessanter wat er in de regio gebeurt. De beroepen en de arbeidsmarkt in de regio daar zit heel veel dynamiek op dit moment. Onze studenten en docenten maken dat dagelijks mee. In bedrijven bestaat dat onderscheid tussen mbo en hbo niet zo, zoals wij dat op stelselniveau organiseren. Die professionals zijn collega’s van elkaar, die werken in dezelfde teams en die zijn met dezelfde vraagstukken bezig. Dus die kunstmatige niveaus in het stelsel zijn daar minder relevant.”

Volgens Bogerd moet dit convenant er voor zorgen dat de verantwoordelijkheden helder zijn tussen mbo en hbo. “We hebben een aantal dingen geregeld. We hebben afgesproken dat het initiatief en de verantwoordelijkheid in het hbo ligt. We hebben ook afgesproken dat als er plannen of ideeën zijn die geconstateerd worden vanuit de mbo-instellingen dan kunnen zij dat melden bij de hbo-instellingen om samen daarin op te trekken. Wij voelen ons dan ook verplicht om die signalen serieus te nemen.”

De voorzitter van de Hogeschool Utrecht noemt de AD een groot succes maar ziet ook dat hbo-instellingen moeten waken voor opportunisme. “Ik denk dat de AD behoefte heeft aan een hele zorgvuldig implementatie in het stelsel. Ik snap ook dat als je AD zo succesvol is dat je als instelling wat opportunisme er tegenaan kunt gooien. Volgens mij is het in het belang van de AD om het ordentelijk en netjes te doen. De groeicijfers zijn interessant, maar de absolute aantallen zijn nog steeds marginaal. We zitten op 1,5% van de studenten in het hoger onderwijs. Dat betekent dat de uitstroom nog heel beperkt is. Een hele zorgvuldige introductie met goede kwaliteit en heldere profielen, dat maakt ook dat je het echt tot een succes maakt en het ook herkenbaar is voor de arbeidsmarkt.”

Op de vraag waar de AD’s over een jaar staan zegt Bogerd: “Ik weet zeker dat als wij hier volgend jaar staan er meer AD-opleidingen zijn waar concreet wordt samengewerkt tussen mbo- en hbo-instellingen.” Ton Heerts is meer uitgesproken in zijn ambities: “Over een jaar zijn alle samenwerkingen die we wilden tussen de scholen ook gelukt en zijn wij van 1,5% van de AD-studenten gegroeid naar 3%. En dan staat de AD echt volledig in het teken van leven lang ontwikkelen, met een doorbraak zoals gewenst door het kabinet in het regeerakkoord.”

Niet alle onderwijsvernieuwingen kunnen op applaus rekenen

Ook minister Van Engelshoven was afgereisd naar Almere om de zaal toe te spreken. Zij was blij dat er eindelijk een onderwijsvernieuwing is die wel warm onthaald wordt door het veld. “Het is mooi om een zaal vol mensen te hebben die de AD een warm hart toedragen. Kijk, onderwijsvernieuwingen kunnen in deze tijd niet op applaus rekenen, maar het mooie is dat dat bij de AD juist wel het geval is. Ik ben er heel trots op dat u er met z’n allen in bent geslaagd om die AD als zelfstandige opleiding goed neer te zetten.”

“Jullie laten zien dat het mbo en hbo daar ook geweldig kunnen samenwerken. We hebben een prachtig aanbod ontwikkeld waar ook steeds meer studenten gebruik van maken. Het laat ook echt zien dat het een vernieuwing is in het onderwijs, die tegemoetkomt aan de vraag van velen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK