Wetenschap moet niet betalen voor dure CEO’s van uitgevers

Opinie | door Gerard Meijer
12 november 2018 | In 2015 sloot Gerard Meijer de eerste open access deals met de grote wetenschappelijke uitgevers. Nu kijkt hij met verbazing en teleurstelling toe hoe zijn collega wetenschappers zich verzetten tegen Plan S. Hij wijst ze erop dat ze vaak niet doorhebben hoe veel ze (te veel) betalen voor publiceren.
Bibliotheek HvA, Kohnstammhuis Boekenbrug

Ik heb met verbazing en teleurstelling kennis genomen van de open brief van (met name) de Nederlandse chemici aangaande Plan S Op het moment van publicatie hebben 975 wetenschappers, waaronder Nobelprijswinnaar Ben Feringa (Rijksuniversiteit Groningen) de brief ondertekend. . Tevens heb ik de e-mail gelezen waarin werd opgeroepen om deze Open Letter mede te ondertekenen. Het spijt mij te moeten zeggen dat zowel de open brief als de e-mail vol staat met feitelijke onjuistheden en ongegronde aannamen.

Open brief van wetenschappers tegen Plan S

Na mij gedurende vele jaren met overtuiging te hebben ingezet voor open access vind ik dit jammer, al begrijp ik uit de Open Letter ook dat enige zaken wellicht nog steeds beter moeten worden uitgelegd. In het stuk hieronder heb ik geprobeerd de feiten op een rij te zetten, en ik vraag hen bij dezen uitdrukkelijk te overwegen om publiekelijk afstand te nemen van de door jullie — in mijn ogen — op basis van onjuiste informatie ondertekende Open Letter.

Een aantal feiten

Plan S verbiedt het publiceren in hybride tijdschriften niet. In de preambule voor Plan S staat letterlijk Tweede pagina, eerste kolom, onderaan. :

“We acknowledge that ‘transformative’ type of agreements, where subscription fees are offset against publication fees, may contribute to accelerate the transition to full Open Access. Therefore, it is acceptable that, during a transition period that should be as short as possible, individual funders may continue to tolerate publications in ‘hybrid’ journals that are covered by such a ‘transformative’ type of agreement. There should be complete transparency in such agreements and their terms and conditions should be fully and publicly disclosed.”

Het publiceren van een artikel in het “oude” abonnement-gebaseerde publicatie-systeem kost € 3.800 per artikel. Dit is een bedrag dat de meeste wetenschappers niet kennen, omdat het uiteindelijk door de bibliotheken betaald wordt. Hoe dit bedrag tot stand komt is uitvoerig uitgezocht en uitgelegd in een White Paper van de Max Planck Digital Library. De bedragen en feiten in dit white paper zijn door de uitgevers nooit ter discussie gesteld.

Wat kost een publicatie?

Voor een open access publicatie in een hybride tijdschrift (meer dan 95% van alle tijdschriften valt hier inmiddels onder) wordt een extra bedrag door de uitgevers van de auteurs gevraagd. Dit is de zogenaamde Article processing charge (APC) die gemiddeld rond de € 3000 per artikel ligt. De wetenschappers kennen dit bedrag meestal goed, omdat ze dit veelal uit eigen onderzoeksmiddelen betalen.

Veel uitgevers vragen dit bedrag van de auteurs zonder daarvoor de kosten voor de abonnementen te verlagen. Dit betekent dat de uitgevers in totaal € 6800 inkomsten hebben per Open Access artikel, gedeeltelijk via de bibliotheken (abonnementen) en gedeeltelijk via de onderzoekers (APCs). In het jargon heet dit “double dipping”.

Sinds enige jaren worden er zogenaamde “off-setting” agreements afgesloten met de uitgevers (daarop wordt in the preambule bij Plan S ook expliciet gewezen, zie punt (i) hierboven), waarbij de kosten voor de abonnementen direct in mindering worden gebracht op de door de wetenschappers te betalen APC’s. Dit gaat “double dipping” tegen. Ik heb zelf de onderhandeling voor het huidige contract van Nederland met de American Chemistry Society (ACS) gevoerd. De Nederlandse universiteiten betalen de ACS in de jaren 2017 t/m 2019 jaarlijks ongeveer hetzelfde als in 2016, maar daarvoor is er niet alleen toegang tot alle tijdschriften, maar zijn ook alle artikelen met een corresponding author van een Nederlandse onderzoeksinstelling zonder extra kosten open acces Dit doen ze met bescherming van auteursrecht onder een CC-BY NC ND licentie. .

Kwalitatief hoogwaardige Open Acces tijdschriften hebben laten zien dat er voor een totale inkomsten van zo’n 2000 € per artikel een duurzaam publicatie-systeem op te zetten is; duurzaam zowel voor de wetenschappers als voor de uitgevers. Dit is het systeem waar wij uiteindelijk naar toe willen, waarbij bovendien deze kosten in één keer betaald worden door de instellingen, en niet meer door de auteurs afzonderlijk.

Winst is voor de CEO

Hoe kan het nu zijn dat een artikel in het “oude” systeem 3800 € per artikel kost, terwijl het in de volledige Open Access wereld slechts 2000 € per artikel hoeft te kosten? Dat komt enerzijds door de hoge winsten die de grote uitgevers maken, ondanks de topsalarissen die ze aan hun CEOs betalen (en dit is allemaal onderzoeksgeld), en anderzijds door inefficiëntie in het “oude” systeem, dat met de overgang van het rondsturen van gedrukte versies van tijdschriften naar het digitale tijdperk te maken heeft.

Zoals te verwachten, spelen de grote uitgevers echter ook al snel en handig op Plan S in, en in het geval dat publiceren in hybride tijdschriften “verboden” zou worden, hebben ze hun oplossing paraat: ze maken twee versies van hetzelfde tijdschrift, één Gold OA versie waarin alle open access artikelen gebundeld zijn, en de andere waarin alle overblijvende, niet-open access artikelen, staan.

De problematische principes van Plan S

Deze tijdschriften hebben dezelfde editorial en advisory board, en de artikelen doorlopen hetzelfde reviewproces. De volledig open access versie van het tijdschrift krijgt een nieuwe naam, bijvoorbeeld door het de oorspronkelijke naam te geven met de extensie X. Ondanks dat het hier formeel een nieuw tijdschrift betreft, heeft deze wel vanaf dag één een impact factor, want je kunt immers eenvoudig nagaan wat de citatie-score was van de open acces-geschakelde artikelen in het oorspronkelijke tijdschrift gedurende de voorgaande jaren.

Overigens gaat dit betekenen dat Angewandte Chemie X, bijvoorbeeld een hogere impact-factor zal hebben dan Angewandte Chemie nu heeft Ik weet niet of Wiley deze strategie ook wil volgen, noch hoe ze deze tijdschriften dan zouden willen gaan noemen; Elsevier wil de extensie X gaan gebruiken. . En ook dat het “nieuwe” Angewandte Chemie zijn impact factor zal zien dalen, omdat artikelen nu eenmaal ruim meer geciteerd worden indien ze voor de geïnteresseerde lezer ook daadwerkelijk toegankelijk zijn.

Ik ga ervan uit dat jullie als wetenschapper gevoelig zijn voor argumenten en feiten, en ik vraag jullie daarom bij dezen om te overwegen om jullie ondersteuning voor de Open Letter aangaande Plan S net zo publiekelijk terug te trekken als dat jullie de Open Letter ondertekend hebben.

Gerard Meijer :  President Fritz Haber Instituut Berlijn

Gerard Meijer was in 2015 als voorzitter van de Radboud Universiteit hoofdonderhandelaar namens de VSNU met Elsevier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK