Het lectoraat als sloophamer

Willem Foorthuis (Hanzehogeschool) presenteert resultaten publiek-private samenwerking in Brussel

Interview | door Tim Cardol
4 december 2018 | In Groningen heeft een groep van honderden MKB’ers zich samen met de Hanzehogeschool en het Terra College verenigd in gebiedscoöperatie Westerkwartier. Niet rond een sector, maar rond de hele voedselketen in Noord-Nederland.
Sebaldeburen in Westerkwartier (foto: Sjaak Kempe)

“Er worden dagelijks 18.000 maaltijden geserveerd in de ziekenhuizen in Groningen. Van de twaalfhonderd ingrediënten is er maar een paar afkomstig uit de regio. Als ik dat vertel aan studenten en scholieren hier, dan worden ze gewoon boos.” Voedsel wordt over de hele wereld naar Groningen gesleept, terwijl we zelf een agrarische provincie zijn. Willem Foorthuis is lector duurzaam coöperatief ondernemen en één van de initiatiefnemers van Gebiedscoöperatie Westerkwartier. Volgens hem moet de keten van voedselvoorziening op zijn kop worden gezet.

“We verbinden niks. Er zijn hier in de regio in totaal 5642 bedrijven actief in voedsel, maar samen zouden ze de stad Groningen nog geen dag kunnen voeden. Er is veel intelligentie aanwezig, maar een gezamenlijk netwerk ontbreekt,” zegt Foorthuis. Daarom kijkt hij nu met de bedrijven samen of zij hun productie beter op elkaar kunnen afstemmen.

Het lectoraat van Foorthuis maakt onderdeel uit van de gebiedscoöperatie. “We zijn ondergebracht bij de Hanze, maar worden volledig gefinancierd door het MKB hier,” legt de lector uit. Samen met die bedrijven wil hij een nieuw netwerk gaan opbouwen om ook kleinere bedrijven van de aanwezige kennis te laten profiteren. “We hebben 30.000 wo’ers, 30.000 hbo’ers en 40.000 mbo’ers in Groningen. We zijn misschien wel de meest intelligente stad van Europa, maar we doen er niks mee.”

Vroeger was het volgens Foorthuis gewoonte dat onderzoekers gewoon op bezoek gingen bij ondernemers in de regio en hen een handje hielpen met hun kennis. “Bodemonderzoekers kwamen dan gewoon regelmatig langs om te zeggen dat het land er slecht bij lag. Dan namen ze een bodemmonster en kwamen ze terug met een analyse. Allemaal zonder nota’s te sturen en ingewikkeld te doen. Het was een heel mooi kennis-ecosysteem eigenlijk.”

Beste innovaties van Europa

Maar die tijden zijn vervlogen. Volgens Foorthuis hebben drie ontwikkelingen bijgedragen aan het verdwijnen van deze (in)formele kenniscirculatie. “Tussen het MKB en de kennisinfrastructuur zit niks meer. Dat komt door schaalvergroting, door een neoliberale tijdgeest met een zich terugtrekkende overheid en doordat na Inholland hogescholen bang zijn geworden voor dergelijke bemoeienis.”

Zo niet in Westerkwartier waar de Hanzehogeschool zich middels het lectoraat van Foorthuis wel weer nadrukkelijk verbindt met het MKB. Afgelopen week was Gebiedscoöperatie Westerkwartier te gast in Brussel, omdat het door de European Association of Development Agencies (EURADA) was gekozen als één van de twee beste innovaties in Europa.

De Hanzehogeschool is sinds enkele jaren actief in het Europese netwerk Knowledge4Innovation. “Hierdoor zijn wij actief inhoudelijk betrokken bij diverse consultaties voor onder meer Horizon Europe,” legt Jolanda Hekman die namens de Hanze als liaison officer in Brussel actief is. “De jaarlijkse Innovation Summit wordt benut voor het organiseren van een lunch- of diner debat met wisselende strategische thema’s in samenwerking met Europese masterstudenten en startups van de Hanze University of Applied Sciences.”

EU haalt energie in Groningen

Dit jaar vond in Brussel de tiende editie van de summit plaats. Tijdens die bijeenkomst presenteerde EURADA het onderzoek naar goede voorbeelden van regionale innovatie. Tijdens het lunchdebat werden de resultaten overhandigd aan Lambert van Nistelrooij (CDA). De Europarlementariër is blij met de resultaten. “Europa is op zoek naar goede voorbeelden, resultaten van innovatieve samenwerking in de regio hebben we hard nodig.”

v.l.n.r.: Willem Foorthuis (lector Hanzehogeschool Groningen), Tomasso Galli (EURADA), Henk Staghouwer (gedeputeerde Provincie Groningen), Lambert van Nistelrooij (Europees Parlementslid) en Hans Bergsma (directeur Gebiedscoöperatie Westerkwartier)

Ook de Groningse gedeputeerde Henk Staghouwer die naar Brussel was afgereisd voegde toe dat Noord-Nederland een concept van publiek-private samenwerking te pakken heeft waarmee de verbinding en samenwerking met andere Europese regio’s gestimuleerd en versneld wordt.

Foorthuis ziet dat de gebiedscoöperatie als concept met veel interesse wordt ontvangen. “Van Nistelrooij heeft het de hele tijd over ‘regional resilience’, dus dan is zo’n project natuurlijk iets waar hij wel wat voor voelt.” Het idee van Gebiedscoöperatie Westerkwartier is dat de deelnemende bedrijven hun voedselproductie op elkaar gaan afstemmen en op die manier echt de regio kunnen bedienen. Dat betekent dat de ene partij het ene verbouwt en een andere partij weer iets anders. “Het moet sociaal inclusief zijn, landschapsinclusief, het moet het MKB versterken en uiteindelijk moeten we een rijkere leeromgeving creëren voor de jonge mensen hier.”

Publiek-private samenwerking

De Hanzehogeschool is een risicodragende partij in de gebiedscoöperatie waar zich inmiddels 800 ondernemers, het Terra College en een aantal sociale instellingen, maar ook organisaties als Staatsbosbeheer en Landschapsbeheer hebben verenigd.

Waarom juist hier? “Er was sprake van een spanningsveld tussen melkveehouders en Staatsbosbeheer in deze regio door de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur. Het Westerkwartier is een gebied met een hele eenzijdige economie en men is een beetje anarchistisch. Dat moest anders. Ik heb gezegd: ‘Organiseer je eens ordentelijk en stel eens een normale vraag. Ontvang elkaar op een betere manier. Dan creëer je onderling vertrouwen.”

Foorthuis vertelt dat het bezoek aan Brussel er vooral toe dient om ook op politiek niveau te laten zien dat coöperatie-benadering van grote waarde kan zijn. “EURADA is een vereniging van ontwikkelingsmaatschappijen. Zij zoeken naar modellen om regionale economieën een stimulans te geven. Ze zijn hier op bezoek geweest en vonden dat wel mooi. Dat heeft geleid tot deze uitverkiezing.”

Gezien worden in Den Haag en Brussel is belangrijk voor Foorthuis, maar belangrijker is het nog dat de basis in Groningen en omgeving op orde is. Daarin voelt hij de steun van het bestuur van de Hanzehogeschool. “Collegevoorzitter Henk Pijlman heeft gezegd dat hij wil dat alle studenten in hun studietijd minimaal een keer in zo’n extern project werkzaam zijn. Gebiedscoöperatie Westerkwartier is zo’n voorbeeld van publiek-private samenwerking dus die steun is er wel.”

De volgende stap is dat het coöperatieve model ook de financiële slagkracht krijgt om echt een transitie in het systeem van voedselvoorziening te bewerkstelligen. Daarvoor zijn de komende weken erg belangrijk. “We zijn in gesprek met investeerders die veel zijn in het coöperatiemodel. Eind januari hopen we daar meer over te horen.”

Als het zover is, kan de gebiedscoöperatie echt gaan lopen. “Uiteindelijk gaat het erom dat die investering ons laat zien dat onze benadering goed is. Dan hebben we iets te pakken en kunnen we het hele kennisecosysteem opnieuw gaan inrichten. Wat mij betreft mag de hele hogeschool ondersteboven,” lacht Foorthuis. “Mijn lectoraat is de sloophamer en de Hanzehogeschool zet zich op deze wijze in om de innovatiekracht van het MKB in de regio te versterken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK