Hoe veelomvattend moet bijscholing zijn?

Interview | door Tim Cardol
12 december 2018 | Anja Oskamp stopt na acht jaar rectoraat bij de Open Universiteit. In die acht jaar heeft zij het afstandsonderwijs fors zien veranderen. Maar niet ver genoeg. “Iedereen die een bachelor wil doen, moet het volledige programma volgen. Ons curriculum moet hetzelfde zijn als dat voor achttienjarigen. En dat is raar, want onze studenten hebben vaak al een bachelor of zelfs een master.”

Als het over het dossier leven lang ontwikkelen gaat, is de Open Universiteit een van de eerste instituten waar je aan denkt. Sinds 1984 verzorgt de universiteit in Nederland en Vlaanderen wetenschappelijk afstandsonderwijs. Ging dat vroeger nog met volledig uitgeschreven cursussen en correspondentie per brief, inmiddels heeft de OU een hele eigen digitale leeromgeving met bijbehorend onderwijsmodel.

“We zijn vijf jaar geleden pas echt helemaal overgegaan op online onderwijs,” vertelt Oskamp. “We hebben natuurlijk te maken met een vrij specifiek soort studenten die op zoek zijn hoe ze werk, privé en studie het best kunnen combineren. Daar biedt het internet heel veel mogelijkheden toe. Ik zou zelfs zeggen dat een online platform bij uitstek de mogelijkheid geeft om academisch onderwijs vorm te geven.”

Online didactiek is anders

Juist online zijn vele manieren mogelijk om academische reflectie, samenwerken met andere studenten en het geven en ontvangen van feedback te organiseren. Maar dat vergt wel een hele eigen vorm van didactiek. “Je kunt niet de standaard didactiek van campusonderwijs gebruiken, je moet echt kijken hoe je online optimaal kunt inzetten. Het opnemen van colleges en dat uitzenden, dat is niet optimaal. Maar een hoorcollege voor 600 studenten is ook niet optimaal. We hebben daarom zelf een leeromgeving ontwikkeld. In yOUlearn kunnen studenten online samenwerken en reflecteren.”

Hoe dat op de beste manier gedaan kan worden, is ook bij de Open Universiteit nog niet in beton gegoten. In de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) die docenten van de OU moeten halen zit wel een aantal cursussen die zich heel specifiek daar op richten. “We zijn nog wel zoekende om dat vorm te geven. Het is mooi zo’n virtuele klas, maar het is anders dan een face-to-face werkgroep. Het vraagt om een andere benadering door de docent, dat is echt nog trial and error.”

Een ander probleem waar universiteiten tegenaan lopen bij het flexibiliseren van het onderwijs, is tentaminering. Dat geldt voor de OU evengoed. Wij lopen ook tegen beperkingen aan. De beperkingen gelden zeker als je schriftelijke tentamens wilt afnemen. Het kost tijd. Je moet voorbeeldtentamens maken en de studenten goede uitwerkingen geven zodat ze leren van hun fouten.”

Juist als je je studenten dan ook nog de mogelijkheid wilt bieden om op een hun gekozen moment tentamen te doen, loop je tegen de grenzen aan. Grote lijsten met beschikbare vragen lossen niet alles op. “Hoe meer tentamenmogelijkheden, hoe meer tentamens je moet maken over dezelfde leerstof, des te groter de kans dat je moet herhalen. En als die tentamens gaan circuleren, wordt het lastiger om weer nieuwe goede vragen te bedenken.”

Leven lang leren wordt ondergewaardeerd

Het zijn vraagstukken waar niet zomaar kant en klare antwoorden voor liggen. “Als ik die wel had, dan zat ik hier niet,” lacht Oskamp. Niettemin is het wel iets waar het hoger onderwijs als het gaat om flexibel leren iets mee moet. “Dat is echt een stokpaardje van mij, ik vind het ongelooflijk belangrijk. Leven lang leren wordt echt ondergewaardeerd. Als je kijkt naar wat er aangeboden wordt, dan past dat niet meer bij deze tijd.”

“Nederland is kampioen korte cursussen,” zegt Oskamp. “Maar dat is niet afdoende. Als je gaat kijken naar de studenten die nu gaan studeren. Die zitten straks vijftig jaar in het arbeidsproces, terwijl de arbeidsmarkt er elke tien jaar weer helemaal anders uitziet. Het bestaat niet dat je dat kunt doen zonder af en toe bij te leren.”

Maar hoe veelomvattend moet die bijscholing zijn? Oskamp verbaast zich er soms over hoe er nog over deeltijdonderwijs wordt gedacht. “Als ik kijk naar onze eigen studenten. Die studeren gemiddeld 15 uur per week. Het is 180 EC voor een bachelor, dus dat is negen jaar. Maar onze studenten hebben vaak al een bachelor of master. Als je je echt een andere discipline wilt eigen maken is het de vraag of je dat weer van het begin moet gaan doen. Moet je academici opnieuw academische vaardigheden leren?”

“”Moet je academici opnieuw academische vaardigheden gaan leren?””

Bildung opfrissen

Oskamp ziet hoe ook de arbeidsmarkt steeds meer interdisciplinair wordt. Tegelijkertijd moet een afgestudeerd jurist als deze psychologie wil gaan studeren – een paar vrijstellingen daargelaten – weer helemaal opnieuw beginnen. “Het is de vraag of het alleen geven van die vrijstellingen voldoende is. Misschien moet je voor deze groep toch een ander programma ontwikkelen. Juist als je kijkt naar het bedrijfsleven, daar wordt juist gevraagd dat mensen uit verschillende disciplines het gesprek met elkaar kunnen voeren.”

Bij de Open Universiteit wordt daarom nu gekeken of er ook programma’s ontwikkeld kunnen worden van ongeveer 20 of 30 EC. “Hier zou je met een groep studenten met verschillende disciplinaire achtergronden een actueel thema kunnen bestuderen. Denk bijvoorbeeld aan duurzaamheid of energie, ik noem maar iets. Het zou mooi zijn als je daar een getuigschrift voor kunt geven.”

Die thema’s zullen volgens Oskamp voortdurend veranderen. “Je weet natuurlijk niet nu al wat er over tien jaar actueel is.” Belangrijk is het dat werkenden bij zo’n thema ook die academische reflectie weer ervaren. En dan vooral op een andere manier dan in de dagelijkse sleur van het werk. In feite laat je mensen die Bildungs-elementen weer even opfrissen.”

‘De werkgever betaalt’ is te kort door de bocht

Volgens Oskamp is het een achterhaald idee dat je na de middelbare school een diploma in het hoger onderwijs haalt en dat je dan klaar bent voor je hele werkende leven. “We moeten het onderwijs echt anders gaan inrichten. Dat betekent ook dat je anders gaat kijken naar kwalificatiestructuren en accreditatiekaders.”

“Misschien moeten we juist het onderwijs aan het begin van de loopbaan iets korter maken om zo ruimte te creëren op een later moment.” Oskamp laat er geen twijfel over bestaan dat de overheid een rol heeft in het faciliteren van leven lang leren. “Je kunt wel zeggen dat werkgevers het moeten betalen, maar dat is dan nog steeds maar voor een beperkte groep. Er werken steeds meer mensen in ZZP-constructies en juist voor hen is het uiterst belangrijk dat ze zich blijven ontwikkelen.”

“”Misschien moeten we juist het onderwijs aan het begin van de loopbaan iets korter maken om zo ruimte te creëren op een later moment.””

“Wat je nu ziet is dat veel van onze studenten zelf betalen voor bijscholing, maar met een instellingscollegegeld is dat echt een aanslag op een gezinsbudget. We laten de keuze nu aan het initiatief van een individu over. Soms worden mensen geprikkeld door een werkgever of zitten ze in een fase van hun leven dat ze het echt over een andere boeg gooien. Maar veel mensen komen gewoon niet toe aan bijscholing en dat is vaak om hele valide redenen. Het is heel veel wat er op mensen af komt en dan schiet met name later in de carrière een studie er weleens bij in. En eigenlijk kunnen we ons dat als maatschappij niet veroorloven. We zullen naar een meer duurzame manier van leren moeten komen.”

Collectief naar een hoger niveau met EdTech

Een pasklaar antwoord is er niet, maar Oskamp denkt dat ICT – “uiteraard faciliterend” – een rol kan spelen. Onlangs ontving de scheidend rector van de OU uit handen van SURF een Onderwijsaward voor haar inzet en visie op activerend online onderwijs. Nu zij vertrekt bij de OU, zal zij ook niet langer onderdeel zijn van de stuurgroep van het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT dat SURF, VSNU en VH vorig jaar presenteerden.

Digitalisering is alleen effectief als het een inhoudelijk doel heeft

Hester Bijl (vicerector Universiteit Leiden) neemt het stokje van Oskamp over. “Het is natuurlijk jammer dat ik eruit ga, maar ik blijf het van een afstandje volgen. We zijn eigenlijk begin dit jaar goed en wel begonnen als stuurgroep en hebben een aantal verschillende thema’s geformuleerd. Ieder thema heeft nu een inhoudelijk trekker en het is aan hen om te onderzoeken hoe je daar nu handen en voeten aan gaat geven.”

Die thema’s variëren van docentprofessionalisering tot open leermiddelen en van samenwerking met EdTech-bedrijven tot de aansluiting met de arbeidsmarkt. Het zijn thema’s waar SURF zich al langer op richt. “Het is goed dat die overlap er is, want dan weet je dat de opgedane kennis niet verloren gaat. Laten we wel wezen: er gebeurt al heel veel op hogescholen en universiteiten. Het is nu zaak om dat te bundelen en het collectief naar een hoger niveau te brengen. Ook wij bij de OU blijven natuurlijk onderzoek doen naar onze eigen didactiek en hoe we het leren met technologie kunnen verbeteren.”

Daarmee verklapt Oskamp eigenlijk al dat ze na haar vertrek als rector nog niet helemaal uit het hoger onderwijs verdwijnt. “Ik ga eerst met sabbatical, maar ik blijf nog een tijdje bij de Open Universiteit. Ik ga deels onderzoek doen, maar wil ook nog een aantal dingen in het onderwijs blijven doen. Online onderwijs kent een eigen dynamiek die een bijbehorende didactiek vraagt. Dat is heel complex, maar ook heel erg interessant.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK