Studenten met beperking worden onvoldoende voorbereid op arbeidsmarkt

Nieuws | door Frans van Heest
12 december 2018 | Studenten met beperking krijgen te weinig begeleiding naar de arbeidsmarkt en raken daardoor vaker werkloos. Universiteiten en hogescholen maar ook OCW voelen zich onvoldoende verantwoordelijk voor deze groep studenten, laat nieuw onderzoek zien.

De overgang voor studenten met een beperking, van het hoger onderwijs naar de arbeidsmarkt is moeilijk. Deze kloof tussen arbeidsmarkt en het onderwijs heeft tastbare gevolgen voor de arbeidsparticipatie van jonge hoogopgeleide mensen met een beperking. Deze groep afgestudeerden heeft vaker te maken met werkloosheid. Daarom moet er meer onderzoek gedaan worden om de positie op de arbeidsmarkt voor deze jongeren te verbeteren. Dit blijkt uit het recent verschenen onderzoek ‘Mind the Gap Between Higher Education and the Labour Market for Students with a Disability in the Netherlands: A Research Agenda’

Voor dit onderzoek van Handicap + Studie en het Verwey-Jonker Instituut van Marjolein Buscher, Marian de Groot en Linke van Hal zijn tal van gesprekken en bijeenkomsten georganiseerd. Er is met 25 universiteiten en hogescholen gesproken, met studenten, ambtenaren van OCW, SZW, lobbygroepen, UWV en gemeenten.

Werk is voorwaarde voor meedoen in de samenleving

Volgens de onderzoekers is werk een belangrijke manier om deel te nemen aan de samenleving en om economisch zelfstandig te zijn en een baan geeft zin aan je leven. Dit is echter moeilijker als je een handicap hebt zoals een chronische ziekte, een lichamelijke afwijking, autisme of ADHD. Dit geldt ook voor jonge mensen met een handicap die hoog opgeleid zijn. Er zijn momenteel niet echt mogelijkheden die ervoor zorgen dat deze jongeren meer kansen krijgen. De onderzoekers bevelen aan om een onderzoeksprogramma te starten om te kunnen achterhalen hoe de kansen voor deze jongeren kunnen worden vergroot.

Specifiek voor de Nederlandse context geldt dat 30% van de studenten in het hoger onderwijs zeggen dat ze een functiebeperking hebben. 10% van alle studenten ervaart ook obstakels. Ook is de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking in Nederland twee keer zo laag als bij mensen zonder een beperking. 15% van alle medewerkers zeggen dat zij zich enigszins belemmerd voelen voor het uitvoeren van hun baan. Dit als gevolg van langdurige ziekte of een handicap.

Bij jonge mensen zijn het ook vrouwen die vaker hinder ondervinden dan mannen. Ook doet Nederland het in Europees perspectief slecht wat betreft arbeidsparticipatie van mensen met een functiebeperking.

Stage vinden is lastig

Studenten lopen tijdens hun studie al tegen problemen aan. Zo is het voor deze groep bijvoorbeeld moeilijker om aan een stage te komen. Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat studenten het lastig vinden om voor hun beperking uit te komen, omdat ze bang zijn dat ze door het stagebedrijf niet geaccepteerd worden. Ook hebben bedrijven nog steeds moeite om de persoon achter de handicap te zien, zij bieden maar beperkt ondersteuning aan.

Als het volgen van een stage niet lukt en dit wel onderdeel is van het verplichte studieprogramma dan vallen deze studenten voortijdig uit zonder een diploma. Dat maakt het nog eens extra moeilijk om een baan te vinden. Soms lukt het studenten dan toch ondanks het missen van een stage om een diploma te halen door iets extra’s te doen voor hun studie. Deze studenten worden echter na het afstuderen wel geconfronteerd met het feit dat ze dan geen werkervaring hebben.

Zodra deze jongeren hun diploma hebben worden ze aan hun lot overgelaten. Hoger onderwijsinstellingen gaan er vanuit dat studenten na het behalen van het diploma voldoende voorbereid zijn op de arbeidsmarkt. Uit gesprekken met OCW en hoger onderwijsinstellingen is duidelijk geworden dat er geen faciliteiten worden aangeboden aan studenten met een beperking. Om ze goed voor te bereiden op een stap naar de arbeidsmarkt.

Weinig aandacht voor problematiek bij gemeenten

Op gemeentelijk niveau is er ook weinig belangstelling voor deze groep van hoogopgeleide afgestudeerden. Het gemeentelijk beleid is vooral gericht om jongeren aan een baan te helpen zonder een startkwalificatie. Dit werd duidelijk uit gesprekken met gemeenteambtenaren uit Rotterdam en Eindhoven.

Ook OCW maakt dus geen apart beleid voor deze groep en verwijzen daarbij naar de verantwoordelijkheid van andere ministeries. Zoals een hoge OCW-ambtenaar het verwoordde in het onderzoek: “De overgang naar de arbeidsmarkt voor studenten met een beperking moet meer onder de aandacht komen. Maar volgens ons is dat meer een taak voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).”

Naast SZW is er ook nog het ministerie VWS die in brede zin verantwoordelijk is voor het gehandicaptenbeleid. Dat ministerie is ook verantwoordelijk voor het uitvoeren van het VN-manifest dat regelt dat mensen met een beperking toegang hebben tot de samenleving en de arbeidsmarkt.

Daarnaast blijkt uit dit onderzoek dat de meeste hoger onderwijsinstellingen niet monitoren of geen beleid hebben voor de overgang van studenten met een beperking naar de arbeidsmarkt. De meeste universiteiten en hogescholen hebben ook geen beleid om deze studenten te helpen bij het vinden van een stage.

Kennisachterstand bij instellingen

Een studentendecaan geeft in het onderzoek aan dat er wel aandacht is voor deze groep om hen eenvoudiger te laten studeren. Tegelijkertijd is er een kennisachterstand als het gaat om studenten naar een baan te begeleiden die een functiebeperking hebben.

Er zijn wel incidentele en ad-hoc activiteiten op facultair niveau of op initiatief van individuele medewerkers. Zo zijn er buddyprogramma’s voor studenten met autisme. Ook werd duidelijk dat deze groep niet gevolgd wordt na het afronden van de studie. Als gevolg daarvan hebben hoger onderwijsinstellingen ook geen idee wat er met deze groep gebeurt.

Ook wordt duidelijk dat bij de vele instanties die er zijn niemand zich eindverantwoordelijk voelt voor deze specifieke groep. Niet het UWV, niet de verschillende ministeries. OCW verwijst naar SZW en bij gemeenten heeft deze groep hoogopgeleiden geen prioriteit. Bedrijven worden moreel aangesproken om hun verantwoordelijkheid te nemen, maar zij hebben geen prikkels om deze afgestudeerden aan het werk te helpen. Voor bedrijven is het vaak ook lastig om nieuwe mensen aan te nemen met uiteenlopende beperkingen, want dat vraagt ook weer nieuwe aanpassingen en dus tijd. Bedrijven zijn niet altijd bereid om die veranderingen door te voeren.

Workshops en job coaches

Toch zijn er ook een aantal best practices bij verschillende universiteiten en hogescholen, laat dit onderzoek zien. De Radboud Universiteit organiseert ieder jaar een workshop voor studenten met een beperking om ze voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Fontys is gestart met job coaches voor 15 studenten met een beperking. De Hanzehogeschool heeft bij de opleiding verpleegkunde afspraken gemaakt met zorginstellingen om studenten met een beperking een stage aan te bieden. De Rijksuniversiteit Groningen heeft een workshop georganiseerd voor deze groep en die ook is aangeboden aan medewerkers van Studentenservices en Career Services. De training werd verzorgd door een alumnus van de RUG die zelf een visuele beperking heeft.

In de conclusie schrijven de onderzoekers dat Nederland kan leren van andere landen, omdat daar de arbeidsparticipatie hoger ligt dan in Nederland onder deze groep. Zo zou Nederland van het Verenigd Koninkrijk kunnen leren in het streven om een inclusiever hoger onderwijs aan te bieden. Ook zou men meer onderzoek moeten doen naar deze groep: wie zijn het precies en hoe ziet hun verdere loopbaan eruit? Maar ook zou er nader onderzoek moeten komen naar de ervaringen van deze afgestudeerden en zou er meer onderzoek moeten worden gedaan naar de succesfactoren hoe het wel kan.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK