Technische universiteiten hebben het gemunt op de bekostiging van geneeskunde

Factsheet over bekostiging geneeskunde van de 4TU wekt wrevel bij UMC's

Nieuws | door Sicco de Knecht
17 december 2018 | Een publicatie van de 4TU heeft tot veel commotie geleid in academisch Nederland. In een factsheet over bekostiging die de technische universiteiten onlangs online zetten zinspelen zij op de gedachte dat het geneeskundig onderwijs een nogal royale bekostiging heeft. Hiermee hebben de technische universiteiten de toorn van de UMC’s over zich afgeroepen.
Foto: US Army by SGT Debra Richardson

Dat de geneeskundeopleidingen in Nederland een status aparte hebben, mag geen nieuws heten. Dat de technische universiteiten een specifiek appel doen om een deel van die bekostiging over te hevelen wel. In een recent gepubliceerde factsheet van de 4TU federatie brengen de technische universiteiten in kaart wat de verschillen zijn in de bekostiging van verschillende opleidingen.

De technische universiteiten wijzen er in hun overzicht op dat de masteropleiding geneeskunde wel erg royaal bekostigd wordt. Zo royaal, zo stelt de 4TU, dat het jaarlijkse bedrag dat instellingen voor een masterstudent geneeskunde verhoudingsgewijs tweemaal zo hoog is als voor een master in de natuur- en technische vakken. Volgens de 4TU komt dit met name door de aanvullende bekostiging voor geneeskunde.

Met de publicatie van de factsheet hebben de technische universiteiten zich de woede van de UMC’s op de hals gehaald, zo hoort ScienceGuide van ingewijden. Gevraagd om hun reactie op de oorspronkelijke publicatie stelt de Nederlandse Federatie Universitair Medische Centra (NFU) dan ook vinnig dat de publicatie van de 4TU een onjuist beeld schetst.“De TU’s tellen ten onrechte de gelden voor de werkplaatsfunctie op bij de overige bekostiging.”

Hoofdpijndossier: bekostiging

Als er een dossier is dat minister Ingrid van Engelshoven (OCW) dagelijks kopzorgen bezorgt, dan is het wel de bekostiging van het hoger onderwijs. In een jarenlange serie van kleine aanpassingen is er inmiddels een complex systeem ontstaan van financiering. Zo complex dat het een aparte studie vergt om in kaart te brengen hoe het werkt en wat een verandering in het systeem teweegbrengt.

Vlak na oplevering van het rapport Bekostiging van het Nederlandse hoger onderwijs: kostendeterminanten en varianten, uitgevoerd door het CHEPS in opdracht van OCW, stelde Van Engelshoven een commissie in onder leiding van oud-staatssecretaris Martin van Rijn. Deze commissie moet in april 2019 komen met een advies omtrent de bekostiging, daarbij zijn de knelpunten in de bekostiging van het bèta en technisch onderwijs een van de vier prioriteiten.

Onlangs kwam de factsheet dan ook ter sprake tijdens een schriftelijk overleg van de vaste Tweede Kamercommissie van OCW. Daarin wilde de CDA-fractie van de minister weten of zij de commissie Van Rijn wilde laten kijken naar de extra geneeskundecomponent en of het niet logischer zou zijn om deze middelen vanuit een ander ministerie dan OCW te bekostigen

In reactie hierop liet Van Engelshoven weten: “de kosten die UMC’s maken in hun functie als werkplaats voor de opleiding tot basisartsen en voor wetenschappelijk onderzoek” belangrijk te vinden en te willen behouden. Ze ging daarbij niet expliciet in op de vraag of OCW deze kosten moet maken maar liet dit over aan de commissie Van Rijn.

Tussen UMC en academie

De 4TU, die naar eigen zeggen de cijfers voor publicatie heeft voorgelegd aan OCW, ziet in de reactie van de minister erkenning voor hun lezing van de cijfers stellen zij in een reactie. “[…] uit de beantwoording van de minister in het schriftelijk overleg blijkt dat het ministerie de juistheid ervan onderkent.”

Op hun beurt blijven de UMC’s erbij de vergelijking onterecht te vinden. Voor hen is er een wezenlijk verschil tussen de bekostiging van de opleiding. “De middelen uit de werkplaatsfunctie dienen ter dekking van de kosten die UMC’s maken in hun functie als ‘werkplaats’ voor de opleiding van basisartsen en voor (fundamenteel) wetenschappelijk onderzoek.

Er is wat de NFU betreft dan ook een wezenlijk verschil tussen de bekostiging van de opleiding en de middelen die aan het UMC worden toegekend. “Het betreft het ziekenhuisdeel van de organisatie en het gaat daarbij om extra kosten in de zorg, als gevolg van de opleiding geneeskunde en het onderzoek.”

Bekostiging bachelor en master niet gelijk

Zoals gezegd is de bekostiging van het Nederlandse hoger onderwijs een veelkoppig monster. De drie bekostigingstarieven die worden gerekend voor opleidingen – laag (1x), hoog (1,5x), top (3x) – lijken in de eerste plaats overzichtelijk. Dit zijn echter de verhoudingen die gelden tussen de bacheloropleidingen. In de masterfase gelden er andere bekostigingsregels. Bovendien verschilt de nominale duur afhankelijk van het type masteropleiding.

Zo is de bekostiging van een reguliere eenjarige master, die door het leeuwendeel van studenten wordt gevolgd, gelijkgesteld aan de factor 1. De opleidingen die in het tarief ‘laag’ vallen Dit zijn opleidingen in de sectoren taal en cultuur, gedrag en maatschappij, economie, recht en de lerarenopleidingen in dit domein. ontvangen €13.394 per jaar per student. Bij de invoering van de Bachelor-Masterstructuur is besloten dat opleidingen in de sector bètatechniek tweejarig zouden blijven. Deze vallen onder het tarief ‘hoog’ Specifiek de sectoren natuur, techniek, landbouw en natuurlijke omgeving. maar dit komt in de masterfase neer op €13.529 per jaar – niet 1,5 maar 1,01x het lage tarief.

Tussen deze twee tarieven in valt de zogenaamde ‘research’ bekostiging voor researchmasters. Dit zijn tweejarige masters die vanuit een opleidingsrichting worden georganiseerd die veelal in de categorie ‘laag’ vallen. Hiervoor is een jaarlijkse bekostiging van €9.020 afgesproken (0,67x).

De ‘top’ financiering in de master is, net als in de bachelor, weggelegd voor de opleidingen in de geneeskundige sector. Denk hierbij aan opleidingen als farmacie en diergeneeskunde. Hiervoor geldt een jaarlijkse bekostiging van €22.684 (1,69x). Voor de opleidingen geneeskunde komt hier een jaarlijks bedrag bij van €18.125 voor het ziekenhuis – de werkplaatsfunctie – waarmee de totale bekostiging neerkomt op €40.809 per jaar (3,05x).

Factsheet verwijderd van website 4TU

Alhoewel de factsheet inmiddels niet meer op de pagina van 4TU site te vinden is, is deze nog altijd te downloaden via de directe link. De NFU ontkent ten overstaan van ScienceGuide de 4TU gevraagd te hebben de openbare link te verwijderen. “Wel heeft de NFU de 4TU gevraagd om in het geval ze informatie presenteren, dat te doen in de juiste context (dat wil zeggen door appels met appels, of peren met peren te vergelijken).”

Desgevraagd zegt de 4TU dat ze de factsheet op eigen initiatief heeft verwijderd van de site. Dit is gedaan “omdat het doel van publicatie, namelijk eraan kunnen refereren in het kader van het schriftelijk overleg over de bekostigingsbrief, was gediend.”

Aanvankelijk stelde het ministerie bij instelling van de commissie Van Rijn dat het de hbo- en wo-koepels waren die het samen niet eens konden worden over mogelijke veranderingen in de bekostiging. “Geen enkele maatregel wordt door een meerderheid van de hogescholen ondersteund, en bij universiteiten kan alleen de maatregel van het handhaven en eenmalig herijken van de vaste voet op een meerderheid rekenen.” Nu wordt duidelijk dat er ook tussen de universiteiten onderling verdeeldheid is ontstaan.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK