“We doen onderzoek om onze studenten goed op te leiden”

Verslag | door Sicco de Knecht
12 december 2018 | "Toen ik begon waren de verwachtingen van het lectoraat hoog, eigenlijk te hoog." Volgens lector Logistiek en Management Stef Weijers is er in vijftien jaar een hoop veranderd in de invulling van lectoraten. Ten gunste van het onderwijs, zo stelt hij bij zijn afscheid.
Donderdag werd Stef Weijers bij zijn afscheid benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau. De onderscheiding werd uitgereikt locoburgemeester Tiemens van Nijmegen (rechts). – Foto: HAN

Donderdag nam een van ’s lands eerste lectoren afscheid van het vak. Stef Weijers was sinds 2002 lector Logistiek en Allianties aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Samen met zeven andere lectoren investeerde de HAN destijds flink in het praktijkgericht onderzoek aan hogescholen. Tijdens zijn afscheid keek Weijers terug op meer dan vijftien jaar lectoraat.

Het binaire systeem blijft nog wel even

Voor Weijers was de kans om lector te worden destijds een uitkomst. Met een carrière bij de universiteit en TNO achter de rug zag hij zijn kans schoon om in deze nieuw gecreëerde functie zijn passie te vinden. “Ik heb altijd gevonden dat onderzoek ergens toe moet leiden. Er moet iets met je resultaten gebeuren.” Naar eigen zeggen was het lectoraat het hoogtepunt van zijn carrière.

Aan het begin van zijn afscheidsrede gaat Weijers vanuit zijn verschillende achtergronden nog even in op de discussie rond het binaire stelsel die onlangs is opgelaaid. “Ik herinner me nog dat ik vijftien jaar geleden de vraag kreeg van een van mijn collega’s wanneer ik dacht dat hbo en wo een zouden zijn geworden.” Destijds was het grote voorbeeld het Verenigd Koninkrijk waar de polytechnische opleidingen in korte tijd universiteiten waren geworden.

Onderscheid tussen hbo en wo is onhoudbaar

“Misschien is het na al die tijd wel tijd voor een antwoord,” vervolgt Weijers die daarbij in beeld brengt wat nog altijd de verschillen – onder andere in termen van investeringen in onderzoek – zijn tussen de type instellingen. Universiteiten hebben een budget van €3,5 miljard voor onderzoek, hogescholen van €217 miljoen. “Je ziet dat hogescholen zich profileren als Universities of Applied Sciences, maar ik stel hier de vraag: op welk stelsel is dat gebaseerd?”

Weijers ziet wel degelijk een beweging in de richting van meer onderzoek op hogescholen, maar de ordegroottes in de verschillen zijn volgens hem zo groot dat van het samenvoegen van ho en wo voorlopig geen sprake is. Wel ziet hij mogelijkheden om het hbo toe te rusten met een beter stelsel voor onderzoek. “In mijn ogen past het praktijkgericht onderzoek het beste bij onze opdracht als hogescholen, maar ik mis een stelsel dat dit onderbouwt.” Daarbij wijst hij op de mogelijkheden in het masteronderwijs en in het uitbouwen van professional doctorates. Het Professional Doctorate is een twee jaar durend Post-Master programma waarbij de focus ligt op praktisch technologisch ontwerpen. Hierbij leiden instellingen in samenspraak met het bedrijfsleven mensen voor een promotie waarbij de titel PDEng wordt verkregen.

Ontwikkeling van het lectoraat

Al met al was het vormgeven van het lectoraat en de functie van lector een proces van drie stappen naar voren, en twee naar achteren. In de loop van de jaren is er dan ook het een en ander veranderd aan ‘het lectoraat’ vertelt Weijers. “Toen ik begon waren de verwachtingen van het lectoraat hoog, eigenlijk te hoog. De opdracht zoals deze vanuit de HAN was geformuleerd was: wees van betekenis voor de regio, in onderzoeksland, voor het onderwijs en voor het budget van de HAN.”

Lectoren schoten in de beginjaren dan ook alle kanten uit vertelt Weijers. “Er werd van alles geprobeerd, wat ook goed was om te kijken waar de sterke kanten van dit type onderzoek liggen.” Uiteindelijk werden de routes van het ‘heel veel publiceren’ en de ‘consultancy’ min of meer verlaten en werd de overvolle agenda gaandeweg bijgesteld naar het creëren van meerwaarde in de driehoek onderzoek, onderwijs en beroepspraktijk.

Momenten dat Weijers zich wel even zorgen maakte over de toekomst van lectoraten zijn er in die vijftien jaar zeker geweest. “Toen ik op een gegeven moment de verplichting opgelegd dreigde te krijgen om 20% van mijn tijd onderwijs te geven schrok ik daarvan.” Lectoraten moeten zeker meerwaarde scheppen voor het onderwijs, maar het (verplicht) verzorgen van lessen is niet de enige weg naar Rome volgens de lector. “Ik geef graag les maar er zijn letterlijk duizenden mensen wiens vak het is om les te geven. Mijn vak is onderzoek doen en entameren. Ieder zijn vak.”

Voorbereiden op de praktijk

De meerwaarde voor het onderwijs ziet Weijers dan ook vooral terug in de sterke banden die het lectoraat heeft met de sector logistiek. “Wij doen onderzoek om onze studenten goed op te leiden.” Het is volgens hem de maatschappelijk nuttige onderzoeksinsteek die meerwaarde oplevert. “Als lectoraat doen we onderzoek in de beroepspraktijk zodat docenten de studenten zo goed mogelijk kunnen voorbereiden op die praktijk. De kennis en inzichten die we opdoen brengen we naar het onderwijs.”

Weijers geeft daarbij aan dat niet alle lectoren deze visie en aanpak met hem delen. “Toch vind ik het de meest heldere rolopvatting, en ik merk in ons team dat dit helpt om resultaten te behalen.” In dit vermoeden wordt Weijers bevestigd door Leo Kemps (Breda University of Applied Sciences), voorzitter van het Kennisakkoord Logistiek. “Ik hoop dat ik hier niemand beschadig door dit te zeggen, maar er is maar een lectoraat in logistiek Nederland dat top functioneert. En dat is dat van Stef, met stip.”

Volgens Kemps ging het realiseren van zowel de verbinding met de praktijk als met het onderwijs niet over een nacht ijs. “We hebben heel veel spannende bijeenkomsten gehad maar uiteindelijk heeft Stef het voor elkaar gekregen om een samenwerkingsverband van maar liefst zes hogescholen samen te voegen.”

Samenwerking laat zich niet afdwingen

Een van de kernbegrippen rond het lectoraat is en blijft dan ook begrip samenwerking, maar is het werkelijk zo gezellig in het praktijkgericht onderzoek? “Eerlijk gezegd vind ik van wel.” Weijers die goed bekend is met het universitair onderzoek en onderzoek aan publieke kennisinstellingen bestempelt het onderzoek onder lectoren als collegiaal. “Het is absoluut geen ellebogenwerk.”

Ook op het gebied van het onderwijs, waar meerdere instellingen in het land voorheen streden om studenten, vindt Weijers de stemming vriendelijk. “Zo’n vijftien jaar geleden was het echt vechten om het aantal studenten. Dat is een stuk minder geworden in de loop van de tijd.”

Wat onderzoek betreft is de competitie er eigenlijk nooit geweest sterker nog, er wordt heel veel samengewerkt. “Als er bijvoorbeeld een docent is bij de Hogeschool van Rotterdam die in de zorglogistiek wil worden bijgeschoold, dan trainen wij die docent. Die kan dan in samenwerking met plaatselijke ziekenhuizen een project uitwerken, en die resultaten worden weer teruggekoppeld aan ons.

Samenwerking laat zich niet afdwingen denkt Weijers. “Wat je bij veel hogescholen ziet is dat het management besluit om lectoren bij elkaar te stoppen en ze dwingt tot samenwerking. Maar heel productief is dat niet per se.” Het moet uit de onderzoekers zelf komen gelooft hij. “Dat is althans mijn ervaring, en het is voor ons als lectoren logistiek eigenlijk altijd duidelijk geweest dat alle partijen veel baat hebben bij samenwerking.”

Taken verdwijnen, beroepen zelden

Kijkend naar de toekomst van het praktijkgericht onderzoek aan de HAN is Weijers erg optimistisch. “We hebben in verschillende initiatieven laten zien dat het onderzoek een meerwaarde is voor het onderwijs. Ik denk dat de opleidingen voor hen ook gewoon een stuk interessanter zijn geworden.” Daarnaast heeft hij naar eigen zeggen meermaals gezien hoe het curriculum aangepast is op basis van de vraag vanuit het werkveld.

Wat betreft de ontwikkelingen in de sector logistiek wil Weijers nog iets anders kwijt met oog op de arbeidsmarkt. “Met ontwikkelingen als blockchain en The internet of things op komst is er steeds die aanname dat de wereld compleet gaat veranderen. Ik ben altijd wat terughoudend met de vervangingsgedachte – dat mensen worden vervangen door techniek.”

“Als ik al iets heb gezien in de tijd dat ik onderzoek doe in de logistiek dan is het dat taken, niet beroepen, verdwijnen.” Als voorbeeld geeft hij het beroep van planner, daar is inderdaad een verschuiving in taken geweest maar in de veel complexere keten van tegenwoordig zijn daar ingewikkelder taken bijgekomen. “Die ontwikkeling bijhouden en studenten erop voorbereiden is dan ook een belangrijkere taak van hogescholen dan ooit.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK