Open access zal zorgen voor geheel nieuw lezerspubliek

Yes voor Plan S

Opinie | door Astrid Van Wesenbeeck
23 januari 2019 | Inderdaad, Plan S is een pittige verplichting die bovendien van bovenaf is opgelegd. Toch is deze aanpak nodig om een doorbraak te forceren, met name als met meer toegang een nieuw - tot nu toe onvertegenwoordigd - publiek wordt bereikt.
Foto: Koninklijke Bibliotheek

Op 14 januari 2019 werd bekendgemaakt dat de voltallige redactie van het Journal of Informatics is opgestapt bij uitgever Elsevier en een nieuw, open access tijdschrift is gestart onder de naam Quantitative Science Studies (QSS), bij MIT Cambridge Press. De 27 redactieleden wilden niet langer dat de artikelen achter een betaalmuur en via een abonnementsmodel zouden worden gepubliceerd. Voor veel gevestigde wetenschappelijke uitgevers, in dit geval Elsevier, is dit nog steeds het meest lucratieve uitgeef- en verdienmodel.

Wetenschappelijke artikelen zijn er niet alleen voor de wetenschap

Deze keuze van de redacteurs is redelijk ‘bottom-up’. De redactieleden hebben een duidelijke visie op hoe informatie en kennis optimaal kunnen worden gedeeld en hergebruikt ten behoeve van de community. Als alle wetenschappelijke redacties op deze manier in gesprek zouden gaan met hun uitgever over kennisdisseminatie, met eventuele rigoureuze maatregelen zoals een overstap, dan zouden top-down initiatieven minder nodig zijn. Want uiteindelijk doet veel wat van bovenaf wordt opgelegd, zoals Plan S, pijn en is een verandering gemakkelijker vorm te geven als de noodzaak om te veranderen in jezelf wordt gevoeld en ervaren, en niet via regels en procedures wordt opgelegd.

Het baart mij zorgen als ik collega’s van universiteitsbibliotheken hoor zeggen dat Plan S averechts werkt en tegenstanders van open access creëert. Waar het uiteindelijk om gaat, is de mogelijkheid om betrouwbare en hoogwaardige publicaties te kunnen lezen, voor iedereen die dat nodig heeft. Kijk naar een zeer recente thread op Twitter, geïnitieerd door @NL_Wetenschap en je krijgt een beeld van hoe wetenschappelijke publicaties worden gebruikt door mensen die geen wetenschapper zijn.

In 2013 deed de Koninklijke Bibliotheek iets soortgelijks: zij onderzocht (met TNS Nipo) de behoefte om wetenschappelijke publicaties te raadplegen onder de Nederlandse burger die geen toegang had via dure licenties. Uit het onderzoek bleek dat 13% van ondervraagden die behoefte had, waarvan vervolgens 67% aangaf 10 artikelen of meer per jaar te lezen.

Dat is misschien best waar, maar er is meer.

Denk aan patiënten die meer willen weten over een nieuwe behandelmethode voor MS die in Nederland nog niet is goedgekeurd, of leraren die willen onderzoeken of de nieuwste rekenmethode wel zo goed is (lees ook online “Schouders van reuzen” van René Keyber in Trouw van 16-01-2019), of mensen met chronische pijn die willen weten of mindfulness meditatie werkelijk verzachting en acceptatie kan brengen, of ouders die worstelen met de ADHD van hun kind.

Heeft niet ieder mens op verschillende momenten in het leven toegang nodig tot specifieke informatie en kennis, om zich te kunnen blijven ontwikkelen? Toegang tot wetenschappelijke publicaties hoort daar ook bij.

Met €40 voor een artikel ben je er vaak niet

Voor alle mensen die geen gebruik kunnen maken van dure licenties, zijn alle wetenschappelijke publicaties die achter een betaalmuur staan, gewoonweg onbereikbaar en onbruikbaar tenzij je de financiële middelen hebt om de artikelen die je wilt bekijken per stuk te betalen. Met bedragen van vaak meer dan €40 per artikel, heb je dan wel wat budget nodig. Want je bent zo tientallen artikelen verder voordat je vindt waar je iets aan hebt; de samenvattingen fungeren niet als lees-kompas. Het is daarom niet verwonderlijk dat mensen gebruik maken van het illegale Sci-Hub, dat ze tot honderden euro’s bespaart.

Misschien herkent u de kwestie en heeft u ook wel eens de primaire bron willen raadplegen waarnaar wordt verwezen in een blog over slapeloosheid, een wetenschapsbijdrage in de krant over het klimaat, of een bericht op Twitter over de heilzame werking van koffie, maar kon u er niet bij? Wat deed u? (Alle tips zijn welkom)

Toegankelijkheid is meer dan open access

Het afgelopen jaar heb ik vanuit de Koninklijke Bibliotheek Wij zijn medeopsteller en ondertekenaar van het Nationaal Plan Open Science (2017).  gewerkt met professionals in het onderwijs. Uit de gesprekken die ik voerde maakte ik op dat louter vrije toegang niet voor iedereen volstaat.

De kersverse leraar die de Academische Pabo net heeft afgerond kan wellicht gemakkelijk uit de voeten met de Engelstalige artikelen en weet hoe zij haar zoektocht vorm kan geven, maar dit geldt niet voor iedereen. Uitgebreide Nederlandse samenvattingen zullen bijdragen aan kennisdeling.

Ook is kennis over het digitale wetenschappelijke informatielandschap en over het wetenschappelijke proces nodig. Want waar begin je tegenwoordig met je online zoektocht naar een publicatie, en wat zijn de mogelijkheden? Oplossingen als Open Access Button en Unpaywall zijn waardevol maar iemand moet je wel vertellen dat ze bestaan. Ook zijn veel zoeksystemen en samenwerkomgevingen waar je open access publicaties kunt vinden vaak onbekend bij mensen buiten de wetenschap.

Bijvoorbeeld OSF Preprints, ResearchGate, de nationale wetenschapsportal NARCIS, de HBO Kennisbank, Science Open, PubMedCentral en ERIC. Hoe beoordeel je de kwaliteit van dergelijke databases en zoeksystemen en de informatie die je daarin tegenkomt, heb je er als leraar of schoolpsycholoog iets aan, en wat kun je met een preprint Een preprint is een versie van een artikel die wordt gepubliceerd voordat het peer review proces is doorlopen. Doorgaans zitten er (subtiele) verschillen tussen deze versie en de uiteindelijke versie. ? Als kennisinstelling organiseert de Koninklijke Bibliotheek workshops “vrij toegankelijke publicaties vinden” en wijst daarmee leraren, zorgprofessionals en andere geïnteresseerden de weg in een steeds veranderend digitaal informatielandschap.

Open access publiceren is een essentieel basisingrediënt voor het vergroten van toegankelijkheid. Als ‘nieuwe lezers’ beter zichtbaar worden voor wetenschappelijke auteurs, groeit het aantal bottom-up initiatieven misschien en kiezen auteurs vanzelfsprekend voor vrije publieke toegang en valorisatie.

Astrid Van Wesenbeeck :  Open Access Officer

Astrid van Wesenbeeck studeerde Nederlands aan de Hogeschool Utrecht en Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Utrecht (2001). Sinds oktober 2011 werkt zij als Open Access Officer voor de KB en maakt zij zich hard voor toegang tot wetenschappelijke publicaties voor mensen buiten het wetenschappelijke circuit. Astrid is co-auteur van het Nationaal Plan Open Science.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK