Rapporteur Pieter Omtzigt maakt zich zorgen over studeren na de Brexit

Nieuws | door Frans van Heest
25 januari 2019 | In de Tweede Kamer is ergernis ontstaan over de onduidelijkheid van het kabinet over wat de gevolgen zullen zijn de Brexit voor onderwijs en wetenschap.

Gisteren debatteerde de Kamer over de noodwet voor de Brexit. De ‘Verzamelwet Brexit’ van Buitenlandse Zaken regelt een aantal zaken zoals de erkenning van Britse rijbewijzen in Nederland en het recht op sociale uitkeringen voor Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk wonen.

Toch bleken er ook gisteravond in het Kamerdebat zorgen te zijn over studeren in het VK na de Brexit. In het bijzonder CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt was niet tevreden met de brief die de minister een dag eerder naar de Kamer had gestuurd met een ietwat summiere uitleg over de gevolgen van de Brexit voor uitwisselingsstudenten tussen het VK en Nederland.

In deze brief werd per ministerie uitgelegd wat de gevolgen van de Brexit zullen zijn. Zonder heel concreet te worden schreef het ministerie van Buitenlandse Zaken toen aan de Kamer: “Op alle beleidsterreinen van OCW is het VK een belangrijke partner voor Nederland. Samenwerking zal door de Brexit mogelijk moeilijker worden.”

Onzekerheid over collegegelden

CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt die ook voor de Tweede Kamer de rapporteur is voor de Brexit maakt zich zorgen over deze onduidelijkheid. Er is bijvoorbeeld nog niet duidelijk wat er precies met de collegegelden gaat gebeuren. OCW laat weten dat er mogelijk iets verandert. Dit stemde Omtzigt tot grote ontevredenheid. “In de antwoorden van het Brexit-scenario per plan staat bijvoorbeeld dat er voor de collegegelden en voor de buitenlandse studenten in het onderwijs per AMvB een oplossing moet komen. Dit is nou precies een voorbeeld van iets waarvan burgers willen weten hoe het straks gaat.”

Omtzigt stelde dat dit soort zaken cruciaal zijn omdat je moet beslissen waar je gaat studeren en dat kan nogal grote financiële consequenties hebben. “Als je een Britse student aan een Nederlandse universiteit bent, betaal je het Nederlandse collegegeld. Je bent namelijk een EU-burger. Op het moment dat je eruit gaat, wil je graag weten of er overgangsrecht is of niet. En in de stukken die we krijgen, staat niet of er overgangsrecht is of niet. Dat kan voor studenten gewoon heel belangrijk zijn om te bepalen of ze hier blijven studeren of zich volgend jaar toch maar weer ergens anders gaan inschrijven.”

“Dat is helemaal niet raar, want als je vele duizenden euro’s extra moet betalen, is dat een relevante vraag, of je verder politiek wel of niet vindt dat er een uitzondering moet worden gemaakt.”

Versnipperde informatie over Brexit

Omtzigt verweet het kabinet dat ze onvoldoende op de details letten en dat er versnipperd brieven naar de Kamer worden gestuurd. “En dan zult u zeggen: wij willen het hier niet over al die details hebben. Dat klopt. Ik ga het alleen maar hebben over details.”

Als voorbeeld van dat versnipperde beleid rondom de Brexit noemde hij het ministerie van OCW. “OCW zegt: ‘we hebben een uitgebreide analyse gedaan’ en we krijgen dan inderdaad van OCW een regel of tien. Maar er is echt meer aan de hand met onderzoeksgelden en collegegelden. Collegegelden zijn het meest duidelijke voorbeeld; ik noemde het net al. Kom op!” zo spoorde hij het kabinet aan.

Minister Blok van Buitenlandse Zaken stelde dat als er geen deal komt met de Brexit, dat dan voor de bestaande gevallen de afspraken rondom collegegelden blijven bestaan. “Voor deze Britten in Nederland gelden dan dezelfde voorwaarden als voor EU-burgers wat betreft collegegeld en studiefinanciering. Deze studenten, die nu in Nederland woonachtig zijn, mogen dan tegen dezelfde voorwaarden de huidige studie afmaken. De Britse burgers die na de terugtrekking uit de EU naar Nederland komen, worden als derdelanders behandeld.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK