Een stip op de horizon voor OCW

Verslag | door Tim Cardol
26 februari 2019 | Bij het afscheid van Henriëtte Maassen van den Brink als voorzitter van de Onderwijsraad, staat minister Van Engelshoven stil bij de rol van de raad in gepolariseerde discussies over internationalisering en leraarschap.
Scheidend voorzitter van de Onderwijsraad Henriëtte Maassen van den Brink (links) en Minister Ingrid van Engelshoven (rechts) – Foto: Jan Tito

“De discussie is heel erg gepolariseerd. Het advies van de Onderwijsraad heeft ons geholpen lijn te brengen en wat rust in de discussie te krijgen.” Bij het afscheid van Onderwijsraad-voorzitter Henriëtte Maassen van den Brink staat Ingrid van Engelshoven stil bij de verdiensten van de raad voor haar ministerie.

Waken voor commercie bij internationalisering

Van Engelshoven prees Maassen van den Brink voor haar rol in een sector waar het debat altijd met veel emotie gepaard gaat. “Jullie waren altijd reflectief maar ook constructief. Er is altijd discussie over de rol van adviesraden in Den Haag, maar ik heb het idee dat de Onderwijsraad nooit ter discussie staat.”

Onenigheid over gelijke kansen

Dat is niet altijd het geval geweest. Naast het afscheid van Henriëtte Maassen van den Brink, werd vrijdag in het Onderwijsmuseum in Dordrecht namelijk ook stilgestaan bij 100 jaar Onderwijsraad. Onderwijshistorica Hilda Amsing (Rijksuniversiteit Groningen) nam het publiek daarbij mee naar een tijd waarin de positie van de raad allerminst onomstreden was.

Net als nu, stonden de jaren zeventig in het teken van de discussie over gelijke kansen. Voor de Onderwijsraad was dat een lastig punt. “Iedereen was voor gelijke kansen, maar wat daar dan onder moest worden verstaan, daarover was nogal wat onenigheid,” schetste Amsing. Het was een periode waarin de positie van de raad wankelde en er onduidelijkheid was over haar taakstelling.

Was de Onderwijsraad ooit gestart als poortwachter van onderwijsparticipatie, in die jaren was die positie een stuk minder uitgekristalliseerd, zag Amsing. Toch lijkt de positie van de raad tegenwoordig een stuk duidelijker. “De Onderwijsraad is geen gesloten bolwerk, maar heeft de blik stevig op het onderwijsveld gericht. Het belang van continuïteit wordt onderschreven en er wordt gewaakt te veel mee te gaan in de waan van de dag.

Inclusieve samenleving niet vanzelfsprekend

Edith Hooge, die het stokje overneemt van Maassen van den Brink als voorzitter van de Onderwijsraad, stond in Dordrecht nog stil bij de emancipatiefunctie van de raad en de discussie over gelijke kansen. “We zijn van de verzuiling naar een veel heterogenere en gesegmenteerde samenleving gegaan. Vroeger kwamen de notaris en de melkboer elkaar tegen in die zuilen, maar dat is steeds minder het geval.”

Volgens Hooge is het de taak van het Nederlandse onderwijs om zorg te dragen voor een open, inclusieve en duurzame samenleving. Maar dat is niet vanzelfsprekend. “Er is sprake van doorgeschoten differentiatie in het stelsel. We zullen moeten zorg dragen voor adequate scholing, in dat hele stelsel. Zeker als je constateert dat er nu een toename is van het aantal laaggeletterden in Nederland is dat hard nodig.”

Dienstbaar en onafhankelijk

Ook Henriëtte Maassen van den Brink zelf stond bij haar afscheid stil bij hoe de Onderwijsraad zich positioneert, vooral ten aanzien van het ministerie van OCW. “Je moet onafhankelijk zijn, maar je moet ook dienstbaar zijn aan het beleid. Er is weleens spanning daartussen.”

Volgens de scheidend voorzitter zijn er drie reacties op adviezen die als raad het meest te vrezen zijn. “Dit hebben we al gedaan, we omarmen het rapport of het gaat in de la.” Maassen van den Brink constateerde bovendien dat het ministerie het meest heeft aan adviezen waarin juist naar de lange termijn gekeken worden. “Een stip aan de horizon, is juist in de politiek vaak heel welkom.” Daarbij haalde zij het onlangs verschenen advies over leraren aan als voorbeeld van een stip op de horizon, hetgeen door de minister bevestigd werd.

Onderwijsraad komt met revolutionair advies hervorming leraarschap

Maassen van den Brink maakte in Dordrecht van de gelegenheid gebruik om alvast kort vooruit te blikken op een van haar nieuwe opdrachten. Ze wordt namelijk voorzitter van het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) naar deeltijdwerk. Dat betekent dat zij gaat onderzoeken wat de onderliggende redenen zijn voor het grote percentage mensen dat in Nederland in deeltijd werkt. “Het is een onderwerp waar heel veel emotie gepaard gaat,” zegt Maassen van den Brink. “Maar zeker gezien de tekorten in zorg en onderwijs is het iets waar we naar zullen moeten gaan kijken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK