Gebrek aan belangstelling nekt uitbreiding promotieonderwijs

Nieuws | door Frans van Heest
18 februari 2019 | Het experiment promotieonderwijs wordt bij gebrek aan belangstelling niet verder uitgebreid. Alleen de Rijksuniversiteit Groningen lijkt belangstelling te hebben en dat is onvoldoende voor OCW om het experiment uit te breiden.

Promotieonderwijs is een nieuwe vorm van promoveren waarbij promovendi niet meer in vaste dienst zijn maar een beurs krijgen. In 2016 is er een experiment gestart waarbij toenmalig minister van onderwijs Jet Bussemaker heeft besloten dat er 2000 studentpromovendi op deze manier konden worden aangesteld.

Alleen in Groningen leek er grote belangstelling voor dit experiment. Inmiddels zijn er 600 studentpromovendi aangesteld en men wil dit uitbreiden naar 850 studenten. Daar steekt de minister nu een stokje voor. De andere universiteit die ook deelneemt aan het experiment is de Erasmus Universiteit. Daar zijn op dit moment 15 studentpromovendi actief.

Afgelopen najaar liet minister Van Engelshoven weten aan de Tweede Kamer dat zij geen nieuwe aanvraagronde zal toestaan voor promotiestudenten. Dit naar aanleiding van Kamervragen van Zihni Özdil (GroenLinks) die kritisch was over de rechtspositie en de arbeidsvoorwaarden van deze promovendi. Bij de beantwoording van die Kamervragen zette de minister niet uiteen wat haar overwegingen waren om dit experiment niet verder uit te breiden.

Waarom geen uitbreiding?

In december vroegen Harry van der Molen (CDA) en Judith Tielen (VVD) de minister waarom zij het experiment niet wil gaan uitbreiden. Allereerst wilden de twee coalitiegenoten weten waarom er bijna drie jaar na de start van het experiment nog geen tussenevaluatie is gemaakt. In het besluit van het experiment was namelijk opgenomen dat deze na twee jaar zou worden uitgevoerd.

De minister laat nu weten dat CHEPS, – het onderzoeksbureau voor het hoger onderwijs van de Universiteit Twente – in december de opdracht heeft gekregen om het experiment te evalueren. Bovendien zegt de minister dat de start van het experiment pas in september 2016 is gestart, dus dat dit nog wel redelijk binnen de termijn van twee jaar ligt. In april worden de uitkomsten van het onderzoek van CHEPS verwacht.

RUG-onderzoek voor kennisgeving aangenomen

De minister lijkt niet veel waarde te hechten aan het eigen onderzoek van de RUG waaruit blijkt dat studentpromovendi tevreden zijn over de rechtspositie, de begeleiding en de voorzieningen waar ze gebruik van kunnen maken en over de inbedding in de onderzoeksgroepen. “Ik heb de resultaten van deze evaluatie voor kennisgeving aangenomen. Aan resultaten van het experiment zal ik duiding geven in mijn reactie op de tussenevaluatie van CHEPS.”

De minister gaat ook dieper in op de vraag waarom zij afziet van nog een volgende aanvraagronde voor studentpromovendi. “Ik zou een nieuwe aanvraagronde eventueel hebben overwogen als dat een meer gevarieerde invulling van het promotie-onderwijstraject zou hebben opgeleverd, hetgeen van meerwaarde voor het experiment zou zijn geweest. Maar van belangstelling van andere universiteiten buiten de RUG en de EUR was geen sprake en is ook nu niet gebleken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK