In het mbo is internationalisering nog geen gemeenplaats

Analyse | door Tim Cardol
12 februari 2019 | Een inventarisatie van de ontwikkelingen op het gebied van internationalisering laat grote verschillen tussen verschillende onderwijslagen zien. Volgens Nuffic is het wenselijk een breder begrip van internationalisering te hanteren om kansengelijkheid te bevorderen.
Foto: COD Newsroom https://www.flickr.com/photos/codnewsroom/33150037206

In juni vorig jaar presenteerde minister Van Engelshoven haar visie op internationalisering. Daarin lag de nadruk op verengelsing en het sturen op inkomende mobiliteit. Een overzicht van Nuffic legt de focus meer op een breder begrip van internationalisering in alle onderwijslagen.

De Onderwijsraad waarschuwde vorig jaar, nog voor het uitkomen van de OCW-visie, voor verkeerde financiële prikkels bij internationalisering. In ‘Internationalisering in beeld’ van Nuffic wijst scheidend Onderwijsraad-voorzitter Henriëtte Maassen van den Brink nog maar eens op een te enge visie op internationalisering. Deze zou zich volgens haar niet louter op taal en financiering, en niet alleen op het hoger onderwijs moeten toespitsen.

Internationalisering in beeld

“In discussies over internationalisering in het onderwijs valt op dat het meestal alleen gaat over studiereizen, uitwisselingen of studeren in het buitenland. Dat is jammer. Door de nadruk te leggen op mobiliteit komt het middel centraal te staan en niet het doel,” stelt Maassen van den Brink.

Volgens de voorzitter van de Onderwijsraad is het zaak dat internationalisering verder reikt dan uitwisselingstrajecten zoals die onder de vlag van Erasmus+ plaatsvinden. “Belangrijk is om het bereik van internationalisering te vergroten en daarom ook naar andere internationaliseringsactiviteiten te kijken.”

Hoe is de international classroom echt goed uit te leggen?

Het valt Maassen-Van den Brink tevens op dat het hoger onderwijs nog altijd vooroploopt in de sector. “Voor studenten in het middelbaar beroepsonderwijs is internationalisering evenzeer van belang. Zij missen kansen doordat internationaliseringsthema’s in die sector achterblijven.”

Alle onderwijslagen in beeld

Het is voor het eerst dat internationalisering in alle onderwijssectoren zodanig onder de loep wordt genomen door Nuffic. Uit de inventarisatie blijkt inderdaad dat internationalisering in het middelbaar beroepsonderwijs veel minder gevestigd is dan in het hoger onderwijs. Slechts 7,6% van de studenten in het mbo gaat voor een stage of studie naar het buitenland tegenover 25% in het hoger onderwijs.

Samenwerking Nederland en Vlaanderen voor mbo-stages over de grens

Nuffic constateert niettemin een stijging in alle internationaliseringsactiviteiten in het mbo. Zo zijn er inmiddels meer dan 3.000 studenten die een internationaal keuzedeel volgden, waar onder meer leerden over thema’s als diversiteit en interculturaliteit. Niet geheel verrassend zijn studenten in het domein Toerisme en Recreatie het meest geneigd tot internationaliseringsactiviteiten.

Wat tevens opvalt is dat internationalisering vooral weggelegd is voor studenten op mbo-niveau 4. “In opleidingen op niveau 1 en 2 en bbl (beroepsbegeleide leerweg .red) doen maar weinig studenten een buitenlandstage. Hoewel dit niet noodzakelijkerwijs problematisch is en een buitenlandervaring niet voor elke opleiding even belangrijk is, roept het wel vragen op over de toegankelijkheid.”

Mbo-student weet Nederland nog weinig te vinden

Ten opzichte van de uitgaande mobiliteit, blijft de inkomende mobiliteit in het mbo wat achter. Met name studenten uit Turkije, Duitsland en Frankrijk weten Nederland te vinden, maar in totaal gaan er bijna drie keer zoveel Nederlandse studenten (6.101) naar het buitenland als dat er buitenlandse studenten naar Nederland (2.127) komen.

Volgens Nuffic is aandacht van beleidsmakers voor inkomende mobiliteit aan het toenemen, maar zijn er voor studenten vaak nog belemmeringen. “Zo is het bijvoorbeeld vaak nog steeds lastig voor buitenlandse mbo-studenten om in Nederland een opleiding te volgen. Vooral onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal en erkenning van leeropbrengsten vormen hierbij obstakels.”

Studenten die in het buitenland zijn geweest zijn overwegend positief. Ruim driekwart van de studenten verwacht dat de buitenlandervaring een positief effect heeft op de toekomstige baankansen. Die verwachtingen worden niet gesteund door de cijfers voor alumni en hun arbeidsmarktpositie anderhalf jaar na afstuderen. “Alumni met een buitenlandervaring vinden niet sneller een baan op niveau en verdienen gemiddeld niet veel meer of minder dan studenten zonder buitenlandervaring.” Overigens zijn de cijfers voor alumni in het hoger onderwijs vergelijkbaar.

Op zoek naar breder begrip van internationalisering

In het hoger onderwijs wordt internationalisering zowel door de Rijksoverheid als de Europese Commissie al ruim 25 jaar actief bevorderd. Volgens Nuffic komt de nadruk daarbij de laatste jaren steeds meer te liggen op een kwalitatieve invulling van internationalisering. “Daarbij is de urgente vraag welke groepen studenten al goed of juist minder worden bereikt met internationaliseringsactiviteiten.”

Een nieuwe loot aan de stam is wat dat betreft ‘Internationalisation @ Home’, dat beoogt ook studenten die niet logischerwijs internationaal mobiel willen of kunnen zijn, ook een internationale ervaring op te laten doen. “Zo kunnen ze internationale projecten met buitenlandse instellingen opzetten, het curriculum in grotere mate instellen op de ontwikkeling van interculturele vaardigheden en inhoudelijke onderwerpen internationaal vergelijken.”

Nuffic concludeert dat de belangrijkste uitdaging voor het hoger onderwijs is deze nieuwe vormen van internationalisering in samenhang met elkaar in te zetten. “Dit is nodig om de doelen op het gebied van intercultureel leren te bereiken. Doel en inhoud van het per studieprogramma vastgestelde curriculum zijn leidend. Daarnaast is het een uitdaging om een buitenlandervaring toegankelijker te maken voor de groepen studenten die nu relatief weinig voor studie of stage naar het buitenland gaan.”

Over de gehele linie stelt Nuffic dat de internationale dimensie van het onderwijs sterker aan het worden. “Onderwijsinstellingen zetten bewust in op internationalisering om leerlingen en studenten toe te rusten op het leven in de interculturele samenleving; het leren in diverser wordende klassen en het werken op een internationaler arbeidsmarkt.”

De discussie over internationalisering in het onderwijs zal in 2019 nog een impuls krijgen. Het kabinet kondigde vorig jaar op Prinsjesdag al aan te komen met een interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) over het onderwerp. Volgens de jaarplanning van OCW mag het IBO in het tweede kwartaal van 2019 worden verwacht.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK