Ook uitgevers willen openheid geven over kosten publiceren

Nieuws | door Tim Cardol
20 februari 2019 | Een expertgroep van de Europese Commissie adviseert de bal voor de toekomst van wetenschappelijk publiceren bij de financiers te leggen. Transparantie over afspraken en kosten is een belangrijke voorwaarde, waar ook de uitgevers zich aan lijken te willen committeren.
CC-BY

Het huidige systeem van wetenschappelijk publiceren vertoont tekortkomingen die – zeker met het oog op de ambities van open science – verholpen moeten worden. Een expertgroep van de Europese Commissie waar onder meer vakspecialist Bianca Kramer (Universiteitbibliotheek Utrecht) deel van uitmaakt, adviseert aanpassingen waarin de onderzoeksfinanciers, en niet de uitgevers of wetenschappers, nadrukkelijk de leiding krijgen.

In de expertgroep waren naast medewerkers van universiteiten ook verschillende partijen aanwezig die betrokken zijn bij het proces van wetenschappelijk publiceren. Zo participeerden onder anderen de Bill and Melinda Gates Foundation, maar leverden ook Frontiers en meer traditionele uitgevers als Springer Nature en Elsevier een bijdrage aan het rapport.

Elsevier en Springer verschillen van inzicht

In gesprek met ScienceGuide laat Bianca Kramer weten blij te zijn dat de verschillende partijen samen tot een gedragen visie zijn gekomen. Er was één punt waar Springer Nature en Elsevier niet tot overeenstemming kwamen: het ontwikkelen en publiek bekendmaken van transitieplannen naar volledige open access.

Kramer noemt met name de aanbeveling in het rapport om volledige transparantie over gemaakte kosten te geven, een winstpunt ten opzichte van de ‘schimmige’ situatie nu. “Ik denk dat dat in het algemeen een heel goede ontwikkeling is. Je wilt als instelling en als gebruiker gewoon weten waar je voor betaalt en waarom je daarvoor betaalt. Het is goed dat dit nu onderschreven wordt door de wetenschappelijke uitgevers.”

De stap naar openheid over de gehanteerde prijzen is, zeker in het geval van Elsevier, een flinke stap vooruit. In 2017 moest er nog een WOB-verzoek aan te pas komen om de afspraken van uitgevers met universiteiten inzichtelijk te maken. Daaruit bleken destijds aanzienlijke verschillen tussen wat de verschillende universiteiten overeen waren gekomen.

Ook Mark Patterson van open access tijdschrift eLife nam deel aan de expertgroep. In zijn blog gaat hij in op de samenwerking tussen de verschillende partijen. “Hoewel we het niet altijd eens waren over waar de nadruk in het rapport moest liggen, waren we het wel eens over een gedeelde visie op de toekomst.” Patterson benadrukt dat het heruitvinden van het systeem van belonen en waarderen in de wetenschap daarbij de belangrijkste uitdaging zal zijn.

Wetenschap heeft samenwerking nodig

In het rapport wordt aandacht besteed aan alle actoren in het proces van wetenschappelijk publiceren. Zo wordt gesteld dat onderzoekers in het huidige systeem tegenstrijdig gedrag vertonen. “Aan de ene kant zijn ze op zoek naar informatie, aan de andere kant naar status. Ze worden sterk beïnvloed door het beloningssysteem en de middelen die gebruikt worden om hun werk te beoordelen. Het systeem georganiseerd rond de impactfactor privilegieert competitie van iedereen tegen iedereen, ondanks het feit dat wetenschap vooral samenwerking nodig heeft.”

Rapport The Future of Scholarly Publishing and Scholarly Communication

De expertgroep beveelt onderzoekers dan ook aan in de beoordeling van onderzoek meer nadruk te leggen op de daadwerkelijke impact van de onderzoeksresultaten en verstandiger om te gaan met de metrics die de wetenschappelijke tijdschriften hen opleggen.

Sterkere rol voor bibliotheken en universitaire uitgevers

Universiteiten en onderzoeksinstituten op hun beurt laten zich in veel gevallen leiden door nationale en internationale rankings als het gaat om het vergaren van inkomsten. Tegelijkertijd hebben zij er ook baat bij als wetenschappelijke uitkomsten open beschikbaar, vindbaar en bruikbaar zijn. “Met hun bibliotheken en universitaire uitgevers zijn zij bovendien in de positie om hun rol in het publiceren en communiceren in het systeem van wetenschappelijke communicatie opnieuw vorm te geven.

De belangrijkste rol is volgens de expertgroep weggelegd voor onderzoeksfinanciers zoals NWO. Financiers zijn in Europa veelal direct betrokken bij de evaluatie van instituten en zijn volgens het rapport minder afhankelijk dan de andere actoren in het systeem van de journal impact factor. “Iedere poging om het ecosysteem van publiceren te veranderen is moeilijk voor te stellen zonder een centrale, leidende en strategische rol voor de financiers.”

Die visie lijkt onderschreven te worden door de financiers in Nederland. Zowel NWO als ZonMW gaven onlangs aan dat voor het slagen van Plan S een nieuwe vorm van belonen en waarderen in de wetenschap vereist is. Het ministerie en de koepels hebben zich nog niet expliciet achter het plan geschaard. “Wij gaan in gesprek met de VSNU om te kijken hoe wij en eerlijk en transparant model kunnen maken waarbij wij onderzoekers op een andere manier kunnen waarderen en belonen,” stelde NWO-voorzitter Stan Gielen daarover onlangs.

Financiers hebben sleutel in handen

Volgens de Europese expertgroep zou het raadzaam zijn als financiers actief betrokken zijn bij zoveel mogelijk zaken in het publicatieproces. “Financiers kunnen zorgen voor de aanwezigheid van open infrastructuren, open standaarden en vrij toegang tot alle wetenschappelijke output die met hun geld wordt mogelijk gemaakt.”

Ook Kramer ziet dat in Nederland op dit vlak de afgelopen periode bemoedigende stappen zijn gezet. “Financiers hebben de sleutel in handen voor de manier waarop geëvalueerd wordt. Ik ben heel blij dat NWO die rol ook pakt en dat samen met de VSNU, ZonMW en de NFU doet. NWO kan het namelijk niet alleen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK