Decentrale selectie is één grote snelweg naar kansenongelijkheid

Nieuws | door Frans van Heest
6 maart 2019 | VVD en D66 vliegen elkaar in de haren over decentrale selectie tijdens het LSVb-VVD-onderwijscafé. D66 wil liever terug naar loten in plaats van de huidige decentrale selectie.
Eerste Kamer, foto: Corne Bastiaansen

Bij het jaarlijkse VVD-LSVb debat in de Eerste Kamer afgelopen vrijdag ging het er zo nu en dan hard aan toe. Met name het onderwerp decentrale selectie bleek keer op keer een splijtzwam in de coalitie tussen D66 en de VVD.

De minister wil de staande praktijk op dit punt tegen het licht houden want zij merkt dat dit momenteel tot ongewenste effecten kan leiden. Dat minister Van Engelshoven kritisch is op decentrale selectie werd laatst al duidelijk in een Kamerdebat over toegankelijkheid van het hoger onderwijs. De VVD was toen kritisch en wilde absoluut niet terug naar loting, zei de woordvoerder in de Tweede Kamer Judith Tielen.

Jan Anthonie Bruijn, senator voor de VVD kwam een week later tijdens het VVD-LSVb debat met wetenschappelijk onderzoek uit 2011 van de Erasmus Universiteit In het geval van het onderzoek was de uitval 14.9% in de lotingsgroep en 6.9% bij de decentraal geselecteerden. om aan te tonen dat decentrale selectie in specifieke gevallen kan leiden tot minder uitval. “Er is wetenschappelijk bewijs dat selectie kan werken. Het leidt tot 2,5 keer minder uitval. Daar kun je dan met je rug naar toe gaan staan en zeggen: dat interesseert mij niet. Ik vind dat je dan je maatschappelijke verantwoordelijkheid niet neemt.

Ik vraag mij af waar de liberaal zit?

De uitspraken van Bruijn schoten Paul van Meenen (D66) in het verkeerde keelgat. Van Meenen vroeg zich in gemoede af of Jan Anthonie Bruijn, die op plek 2 staat van de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer van de VVD, nog wel een liberaal te noemen is. “Ik vraag mij af waar de liberaal zit? De liberaal die ervan uitgaat dat mensen zelf een eigen keuze kunnen maken. Je zit hier gewoon een hele politiek te verdedigen die erop gericht is om mensen aan de poort tegen te houden. Ze krijgen niet eens de kans om de opleiding te doen die ze willen. Ze krijgen niet eens een kans om het te leren.”

Daarnaast maakt Van Meenen zich ook zorgen over het toenemend aantal studies die op deze manier selecteren. “Ondertussen groeit het aantal opleidingen dat op deze manier selecteert enorm. Als er nou een ding stress veroorzaakt bij studenten, dan is het deze vorm van selectie. Laten we daarmee kappen en mensen gewoon weer een eerlijke kans geven.”

Selectie daar moet je niet aan beginnen

Jasper van Dijk, oud-onderwijswoordvoerder in de Tweede Kamer, was het volledig met Van Meenen eens. “Zoals Paul van Meenen kan miskleunen wat betreft het leenstelsel, zo kan hij nu toch weer helemaal raak schieten als het gaat om selectie. Selectie aan de poort in het hoger onderwijs daar moet je niet aan beginnen. Het leidt tot willekeur.”

Wat Van Dijk betreft is het selecteren aan de poort van het hoger onderwijs ook nog eens een onterechte en onnodige horde in de onderwijsketen. “We hebben al fantastische selectie-instrumenten in het onderwijs en dat zijn het vmbo, de havo en het vwo. Ga daar nou niet allemaal krampachtige systemen bij bedenken, zodat er mooie talenten verloren gaan.”

Bruijn wilde toch vooral benadrukken dat hij juist studenten wil beschermen tegen een verkeerde studiekeuze. “Er zijn wetenschappelijke aanwijzingen en omstandigheden zoals bij de geneeskunde-afdeling in Rotterdam die kunnen leiden tot meer studiesucces. Je beschermt mensen tegen een verkeerde studiekeuze, dat vind ik volstrekt legitiem. Je kan niet zeggen dat selectie nooit werkt.”

Dan gaan we maar loten

Van Meenen wees nog op een ander negatief bijeffect van decentrale selectie. “Wat het effect is van deze manier van denken is dat er allerlei bureautjes zijn ontstaan waar je je voor een paar duizend euro kunt laten trainen om de selectie door te komen. Dat is wat we hier werkelijk aan het doen zijn. Op die manier krijg je geen enkel helder beeld van wat mensen echt kunnen. Tegenwoordig moet je op je vijftiende op de middelbare school al aan je c.v. gaan werken om bepaalde selectie door te komen. Het is te gek voor woorden. Als er dan geselecteerd moet worden, dan gaan we maar loten, want dat is zonder aanziens des persoons.”

Ook de voorzitter van de VSNU, Pieter Duisenberg reageerde en bracht een factcheck van zijn kant in. “Je ziet hier ook al weer dat als je over dingen debatteert dat de feiten dan wel belangrijk zijn. Binnen de VSNU is er een leergemeenschap van medewerkers die zich bezighoudt met toegankelijkheid. Die komen een paar keer per jaar bij elkaar om methodes van selectie uit te wisselen. Het streven van die medewerkers is dat die toegankelijkheid volledig is en dat er gelijke kansen zijn. Die zijn nu samen op zoek naar objectieve methoden over hoe selectie werkt.”

Vanuit de zaal kwam de opmerking dat er nu dus nog geen vastomlijnde ideeën zijn wat bij selectie nu wel en niet werkt. “Nu heeft iedereen de ruimte om niet gevalideerde methodes te gebruiken bij decentrale selectie en daar kan natuurlijk wel een uitsluitende werking van uitgaan. Je zou toch willen dat universiteiten ook methodes gebruiken waarvan blijkt dat ze werken.”

Duisenberg legde uit dat men het proces rondom decentrale selectie steeds verder wil verbeteren. “Er worden nu verschillende evidenties naar voren gehaald door deze werkgroep, maar het doel is wel om die steeds verder te verbeteren. Het is nu nog wel veel meningen over methodes.”

De volgende dag een telefoontje je bent wel toegelaten

Annejet Lont, bestuurder bij de LSVb, lichtte toe dat zij bij de studentenbond veel klachten krijgen over selectie. Dat leidt ook tot opmerkelijke situaties. “Wij krijgen bij onze klachtenlijn voldoende klachten binnen over selectie. Van studenten die ons dan gelukkig wel weten te vinden. Die worden uitgeselecteerd voor hun masteropleiding. Die zeggen tegen ons: ‘dat mag toch niet op basis van één kwalitatieve eis, want dit is niet volgens de regels van het Onderwijs en Examenregelement van de eigen instelling.’”

Als de LSVb deze studenten dan gaat bijstaan en de instelling benadert dan is de uitslag van de selectie opeens anders. “Wij gaan dan met zo’n student mee naar de instelling om dit aan de kaak te stellen. Vervolgens krijgt de student de volgende dag een belletje met de mededeling: ‘je bent aangenomen voor de master.’ Dan vraag ik mij toch echt af of wij niet met een heel grijs gebied bezig zijn bij de master- en bachelorselectie.”

Ook Jan Anthonie Bruijn vindt dit een onwenselijke situatie. “Daar is natuurlijk iedereen het over eens dat dit niet goed is. Dat is ook helemaal niet waar deze discussie over gaat. Deze discussie gaat erover dat er een kans is dat er samen met de student een kans is om het studiesucces te verbeteren, die kans die moet je pakken.”

Van Meenen vond dat de VVD-senator een verkeerd beeld schepte van hoe selectie werkt. “Nog even over dat leuke beeld van Bruijn dat instellingen dat samen met studenten doen. Dat is per definitie onjuist. Selectie is niet samen met de student, selectie is over de student. Voor de student wordt bepaald of die wel of niet die opleiding gaat volgen. Wat je wel ziet is dat er zelfselectie ontstaat, dat studenten denken die selectie is niet iets voor mij. Het zijn juist deze groepen die er het zwakst voorstaan. Het is één grote snelweg naar kansenongelijkheid deze vorm van selectie.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK