Het roosterprobleem is geen capaciteitsprobleem

Verslag | de redactie
11 maart 2019 | Het internet of things helpt om bijzondere oplossingen voor ogenschijnlijk onoplosbare dilemma’s te bedenken, zo blijkt op de 5G IoT dag in Groningen. “Uit onze metingen bleek dat nog geen 50% van de geboekte onderwijsruimten ook daadwerkelijk werden gebruikt,” vertelt Rudy Oude Vrielink van de UTwente.

Het is een gemêleerd gezelschap van ondernemers, onderzoekers en ondersteuners op de Surf Internet of Things dag, georganiseerd in samenwerking met de Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen. Wel zijn er, op de dagvoorzitter na, opvallend weinig vrouwen onder het publiek dat is afgekomen op seminars over de 5G De vijfde generatie (5th Gen/5G) mobiele netwerken is vele malen sneller dan de 4G waar de meeste mobiele telefoons momenteel op aangesloten zijn. Groningen gaat als eerste provincie in Nederland met deze technologie werken. Internet met 800 Gigabits per seconde (theoretisch) geeft datatechnologie en Internet of Things (IoT) The Internet of Things, of ‘het internet der dingen’ is de algemene benaming voor digitale technologie die in (vaak alledaagse) gebruiksvoorwerpen verscholen ligt. Denk hierbij aan sensoren in elektrische apparaten, voertuigen en mobiele telefoons. .

Groningen presenteert zich als de uitgelezen plek om de mogelijkheden van 5G en IoT uit te proberen. De provincie heeft zowel sterk rurale als stedelijke omgevingen, en biedt de ruimte om technieken in landbouw, vervoer en de zorg uit te testen op een grotere schaal dan in het lab.

Groningen als living lab

“We hebben hier de ruimte om te testen hoe verschillende technologieën met elkaar interacteren, en hoe we de beschikbaarheid en veiligheid van data kunnen garanderen,” Haije Wind, innovation manager van het rekencentrum van de Rijksuniversiteit Groningen. In zijn presentatie een overzicht van wat er binnen zijn universiteit aan proefprojecten loopt met 5G en IoT. “We hebben binnen het 5Groningen project een aantal proeftuinen opgericht, living labs, in samenwerking met de Hanzehogeschool.”

In deze proeftuinen werken hoger onderwijsinstellingen samen met het bedrijfsleven aan nieuwe applicaties. “Het uiteindelijke doel is het versterken van de economie in het noorden van Nederland.” Beide partijen kunnen in deze living labs profiteren. Faciliteiten zijn vaak van zodanige aard dat een (klein) bedrijf ze niet kan kopen of niet de expertise heeft om het te gebruiken. “Verder heeft het positieve uitvloeisels voor het onderzoek, het levert data en praktisch inzicht op dat je anders niet zou hebben.”

Het 1 september probleem

Een pakkend voorbeeld van de meerwaarde van IoT en 5G voor het onderwijs wordt toegelicht in een drukbezochte parallelsessie over roostering. “Ik ga ervan uit dat iedereen in deze zaal bekend is met het 1 september probleem?” vraagt Rudy Oude Vrielink (UTwente) aan de toehoorders. Hij verwijst hierbij naar de onmogelijke roosteropdracht die zich aan het begin van elk collegejaar voordoet.

“De UTwente heeft nu meer dan 10.000 studenten, en voor ons gevoel is alles vol.” Oude Vrielink durft met zekerheid te stellen dat dit probleem niet uniek is voor zijn eigen instelling. “Ik heb inmiddels overal op de wereld, van Australië tot Kazachstan, met mensen gesproken over dit onderwerp, en het is universeel herkenbaar.”

Toch denkt de Twentse promovendus dat capaciteit niet het probleem is maar benutting, zo blijkt uit zijn onderzoek. “Wij stelden ons vragen als: welke capaciteit hebben we dan eigenlijk nodig, in welk type zalen?” Belangrijker is volgens hem nog wel de vraag of de capaciteit eigenlijk wel benut wordt. “We doen weleens metingen, maar wat meten we dan en wat doen we ermee?”

Metingen onbetrouwbaar

Oude Vrielink deelt een ervaring die in de zaal veel herkenning geniet. “Veel instellingen doen aan ‘handmatige’ metingen waarbij er letterlijk enquêteurs langs de zalen gaan om te tellen.” Het nadeel van deze metingen is dat ze niet erg betrouwbaar zijn en bovenal geen ‘real time’ beeld geven van de situatie. Op basis van een incompleet beeld is het lastig beleid te ontwikkelen. “En dus gebeurt het vaak ook niet. We hebben dan wel informatie maar we doen er niets mee.”

De mogelijkheden van IoT zijn op dit vlak vele malen groter. Oude Vrielink en zijn collega’s hebben dan ook een keur aan middelen ingezet voor het slim meten van de benutting. “We hebben passieve infraroodsensors ingezet die hitte – en dus mensen – detecteren, er zitten sensoren in de stoelen en onze WiFi spots detecteren dat er telefoons op zoek naar internet in de buurt zijn; WiFi sniffing heet dat.”

Uit al die data heeft de Twentse onderzoeker een ontnuchterend beeld weten te destilleren. Oude Vrielink: “Nog geen 50% van de zalen die bij ons werden geboekt werd ook daadwerkelijk gebruikt. En van die zalen werd nog niet eens 40% van de capaciteit benut.” Het feit dat nog geen 25% van de beschikbare capaciteit wordt gebruikt brengt Oude Vrielink dan ook tot een heldere conclusie. “Het roosterprobleem is geen capaciteitsprobleem, het is een benuttingsprobleem.”

Gebrek aan ‘real time’ feedback

“Ik wil benadrukken dat dit niet iemands ‘fout’ is,” zegt Oude Vrielink, “zie dit als een constatering dat de huidige aanpak niet werkt, en dat er ruimte is voor verbetering.” Cruciale punten waar verbetering mogelijk is liggen onder andere bij de feedback richting roosteraars. “Deze krijgen nauwelijks feedback, laat staan ‘real time’ feedback over de benutting van zalen. Ze weten dus niet wat er ‘on the ground’ gebeurt.”

Als de bezetting van een gebouw, bijvoorbeeld een bibliotheek, in kaart wordt gebracht met behulp van IoT kan een heat map Een heat map is een visuele representatie van data. In het specifieke voorbeeld van het benutten van ruimte kan het aantal aanwezigen in een onderwijsruimte of bibliotheek worden uitgedrukt met een kleur op een plattegrond. Zo kleurt een drukke ruimte bijvoorbeeld rood, en een rustige ruimte blauw. inzichten geven in waar ‘ongebruikte’ zalen of vleugels zich bevinden. “Ook kun je met slimme sensoren inzichtelijk maken wanneer de benutting afneemt.” Voorbeelden hiervan zijn lange periodes zonder geroosterde uren, of het wisselen van gebouw. “Als je hier inzicht in hebt, kun je het onderwijs en de planning ervan op slimme wijze verbeteren.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK