Rutte: innovatieve landbouw is het antwoord op klimaatuitdaging

Nieuws | door Sicco de Knecht
6 maart 2019 | Het is campagnetijd en dat valt te proeven tijdens een bijeenkomst op Aeres hogeschool Dronten waar minister president Mark Rutte (VVD) in gesprek gaat met studenten, alumni en bedrijven over ondernemen in de agrarische sector. Onder leiding van oud-schaatser – en nu ondernemer – Stefan Groothuis spreekt hij met de zaal over de uitdagingen waar de sector momenteel voor staat.
Stefan Groothuis (links) en Mark Rutte (rechts) – Foto: ScienceGuide

Bij de opening complimenteert de minister-president de sector en benadrukt dat deze een goed visitekaartje afgeeft aan het buitenland. “Op handelsmissies is er steevast een grote deelname vanuit de agrifood sector en in het buitenland zijn ze enorm onder de indruk van wat wij in Nederland allemaal aan innovaties hebben. Wat jullie hier bij Aeres in het Agro Innovation Center, inspireert mij enorm.”

Innovatie als antwoord op klimaatuitdaging

Deze middag is Rutte gekomen om te horen over die innovaties, maar hij heeft ook een boodschap meegenomen. “Wat ik jullie wil vragen is hoe de landbouw en het hele agrarische cluster mee kunnen helpen aan het thema klimaatverandering.” De propvolle zaal heeft hier zeker ideeën over, maar schroomt er niet voor om de partijleider van de VVD – die een aardig gevolg aan regionale lijsttrekkers bij zich heeft – kritisch te bevragen op het landbouw- en visserijbeleid.

Volgens de premier gaat het te ver om op het gebied van klimaat en landbouw drastische maatregelen te nemen door bijvoorbeeld de omvang van de veestapel te reduceren. “Nederland is er juist goed in om door middel van innovaties het gebruik van water te reduceren, de bodemkwaliteit goed te houden en op andere manieren de sector efficiënter te maken.” Volgens hem ligt het antwoord op de klimaatuitdaging dan ook in innovatie.

Wat innovatie betreft hebben de recente schermutselingen rond de pulsvisserij echter hun wonden achtergelaten in het vertrouwen van agrarisch ondernemers om te innoveren. “Ik ben een beetje geschrokken van het geval rond het pulsvissen,” zegt een aanwezige veehouder. “Wie zegt dat daar niet net zoiets kan gebeuren. Als we daar innoveren kan het ook door Europa tegengehouden worden.”

De premier begrijpt deze zorgen en kan ze niet wegnemen. Wel benadrukt hij dat er momenteel alles aan gedaan wordt om de schade voor de pulsvissers te beperken. “Het is een heel ingewikkelde discussie, en alles dat je in het openbaar erover zegt dwingt anderen om te reageren. Maar het is natuurlijk een heel tragisch dossier.”  Wel denkt hij dat het gezamenlijk landbouwbeleid van Europa Nederland een hoop gebracht heeft.

Er wordt heel snel naar een boer gewezen

Een aanzienlijk deel van het publiek reageert met herkenning als een jonge varkenshouder het woord neemt over het maatschappelijk aanzien van boeren. Voor zijn gevoel is de publieke opinie over, met name boeren in de veeteelt, momenteel bijzonder negatief. “Als je ook kijkt naar hoe ver sommige actiegroepen willen gaan dan schrik ik daarvan en voel ik mij niet gesteund als ondernemer. Mijn broertje wilde ook varkensboer worden maar heeft ervoor gekozen om het niet te doen. Hij zegt dat hij de druk vanuit de sociale media niet aankan.”

Volgens Rutte valt het heel erg mee hoe slecht het boerenbedrijf maatschappelijk op de kaart staat. Het feit dat er in Nederland een Partij voor de Dieren is, met een bepaalde agenda, moet volgens hem niet verward worden met hoe de gehele bevolking tegenover de landbouw staat. “Die partij heeft drie à vier zetels in de Kamer De Partij voor de Dieren heeft vijf zetels in de Tweede Kamer en twee in de Eerste Kamer. , de VVD heeft er 33 en is het niet met die partij eens.”

“Ik denk oprecht dat het overgrote gedeelte van Nederland, bijvoorbeeld als we kijken naar de populariteit van programma’s als Boer zoekt vrouw, een heel positief beeld heeft. Maar dat moeten we wel vasthouden, en dat kunnen we alleen maar doen door te blijven innoveren.” Er zijn volgens de premier altijd veranderingen in het landbouwbeleid. “Wat we twintig jaar geleden nog normaal vonden vinden we nu niet meer normaal.”

Toch stelt dat niet alle aanwezigen gerust. “Als bekend wordt dat het aantal weidevogels in Nederland daalt, dan wordt er als eerste gewezen naar de boeren,” brengt een van de insprekers in. Volgens hem gebeurt het maar al te vaak dat mensen die amper verstand hebben van de kwestie zich publiekelijk over het boerenbedrijf uitspreken. Deze kritiek laat wel krassen achter op het imago van de boer. “En dat terwijl ik straks een diploma heb in dit vakgebied, en weet wat ik doe. Maar iedereen kan iets zeggen of iets vinden van wat ik doe. Ik ga toch ook mijn psycholoog niet alles uitleggen”

Rutte heeft op dat terrein een vervelende boodschap c.q. tip voor alle jonge ondernemers in de zaal. “In deze samenleving zitten heel veel mensen die een opvatting hebben over wat jij doet. Maar laat je daar toch niet door uit het veld slaan. Als je daar niet tegen kunt dan moet je in ieder geval niet mijn baan hebben, want daar is dat volstrekt normaal.”

Volgens de premier moeten boeren en vissers in de eerste plaats bij zichzelf te rade gaan. “Doe jij er alles aan om zo veel mogelijk in harmonie met de natuur te werken? Als je die vraag positief kunt beantwoorden dan zou ik me niet laten opnaaien door artikelen in de krant.” Dat maatschappelijke de acceptatie invloed heeft op het beleid is volgens hem een gegeven. “Er veranderen dingen, maar jij zou zelf ook niet meer akkoord gaan met wat twintig jaar geleden de standaard was.”

Het tij keren voor weidevogels

Dat boeren hun verantwoordelijkheid nemen met oog voor duurzaamheid en het milieu wordt door meerdere ondernemers uit de zaal bevestigd. Dat het niet gemakkelijk is om daarin afwegingen te maken benadrukt een melkveehouder die een deel van zijn perceel heeft aangewezen voor plas dras ‘Plas dras’ is een nat gebeid in het weiland (0-20 cm water) dat zich uitermate goed leent als habitat voor watervogels. Dit betekent uiteraard dat de boer een deel van zijn terrein moet laten onderlopen. . “Op die manier proberen wij het tij te keren voor de weidevogels en dat lijkt te werken. Tegelijkertijd haal ik minder van mijn land en moet ik nu soja importeren uit Brazilië. Dat spreekt de kringloopgedachte nogal tegen, niet?”

De minister-president heeft daar niet direct een antwoord op en schakelt op dit punt oud-landbouwwoordvoerder Janneke Snijder in. Zij complimenteert de boer als voorloper. “Dat is wat wij willen, en ik vind ook dat wij dat in ons eigen familiebedrijf moeten doen. Je wilt ook een ‘licence to produce’ en dit is verantwoordelijkheid nemen.” De boer, die uiteraard blij is met het compliment, wil echter alsnog weten wat nu de keuze moet zijn. “Gaan we voor verminderde opbrengst of zelfs veekrimp, of willen we maximale efficiëntie?”

Huidig landbouwwoordvoerder in de Tweede Kamer Helma Lodders denkt dat dit geen zwart-wit keuze hoeft te zijn. “We hebben in Nederland genoeg ruimte voor verschillende keuzes. Jij hebt die eiwitten nodig en in onze circulaire visie op landbouw sluiten we de internationale component niet uit. Voor zowel intensief als extensief is een markt.” De visie van de partij en minister Schouten op dit punt is dan ook om ruimte te houden voor alle opties.

Concurrentiepositie agro niet onaantastbaar

Voorbij de Nederlandse grens gekeken komt de premier aan het einde van het uur terug op de goede internationale reputatie van de Nederlandse agro-sector. “Wij staan er enorm goed op omdat onze sector innoveert.” Die concurrentiepositie is echter niet onaantastbaar zo benadrukt een bloemenkweker uit de zaal. “Nederlandse boeren gaan naar het buitenland en nemen die kennis mee, en ook delen we deze kennis erg makkelijk.”

Volgens de premier valt niet te voorkomen dat andere landen de innovaties van Nederland overnemen. “Laat mij de analogie geven van het Japanse bedrijf SONY. Die werken niet of nauwelijks met patenten, zij besteden daar geen aandacht aan en zijn continue bezig met innoveren.” Hij dringt er bij de zaal dan ook aan om niet te veel tijd en energie te steken in het beschermen van innovaties.

“Dat betekent niet dat wij kunnen zeggen dat we het al aardig doen en dat we het hierbij kunnen laten. De concurrentie zit ons op de hielen. Wil onze landbouwsector toonaangevend blijven dan moeten Wageningen en Dronten, de praktijk, daar de beste van de wereld in zijn. Als we dat soort merken met trots in de wereld uit kunnen dragen, en kunnen laten zien dat we blijven innoveren, dan blijven we vooroplopen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK