Communiceren van wetenschap ook belonen en waarderen

Interview | door Tim Cardol & Sicco de Knecht
7 mei 2019 | Rolf Hut is natuurkundige op de TU Delft, maar veel mensen kennen Hut als de ‘MacGyver’ die met huis-, tuin-, en keukenspullen nieuwe meetapparatuur in elkaar knutselt. Het leverde de wetenschapper de voorbije jaren vele uitnodigingen voor lezingen en workshops op. Maar dat wringt steeds meer.
Rolf Hut Foto: De Waag

“Ik vind het een belangrijk onderdeel van mijn werk als onderzoeker aan een technische universiteit. Zowel communiceren over het onderzoek dat ik doe, als in het algemeen enthousiasme voor techniek aanwakkeren is een taak die wij terecht vanuit de politiek krijgen en eentje die ik graag naar me toe trek,” schreef Hut onlangs in een blog.

Waarom ik niet meer graag een workshop over mijn onderzoek geef

In het blog uit de TU Delft-onderzoeker zijn zorgen over het feit dat hij steeds vaker nee moet verkopen aan verzoeken om te komen spreken. Het probleem zit hem met name in het feit dat het communiceren van onderzoek weliswaar wordt toegejuicht, maar niet als zodanig wordt beloond. “Ik schiet mezelf in mijn voet met elk evenement waar ik heenga dat niet tot een publicatie leidt.”

Onlangs werd bekend dat de minister geld vrijmaakt voor wetenschappers die veel aan communicatie van hun werk doen. Dat klinkt in principe als op het lijf geschreven voor wetenschappers als Hut. Nu het eerste geld lijkt te gaan naar wetenschapsfestivals als ‘Expeditie Next’ van vorige week, zakt de moed Hut toch in de schoenen.

Zorgen en lof bij de presentatie van de Wetenschapsbrief

In gesprek met ScienceGuide licht Hut toe waar zijn belangstelling voor het huidige systeem van wetenschapscommunicatie vandaan komt. “NWO wil het geld voor wetenschapscommunicatie gebruiken voor ‘leuke festivals’. Dat betekent dat het geld gaat naar organisaties en niet naar de wetenschappers.”

Volgens Hut is het huidige systeem van belonen en waarderen in de wetenschap te veel gestoeld op wat hij ‘scoren’ noemt. “Dat is wetenschappelijk publiceren en het binnenhalen van nieuw onderzoeksgeld via aanvragen. Bij mijn volgende beoordeling zal het weer gaan over de vraag of ik net genoeg onderwijs heb gedaan, voordat we kijken hoe het aantal papers dat ik schreef en hoeveel geld ik binnen haalde in verhouding staat met dat van mijn collega’s.”

Extra nadruk op valorisatie of communicatie van wetenschap wordt volgens Hut zelfs nadrukkelijk ontmoedigd vanuit de universiteit. “Elke keer is het commentaar: “meer nee zeggen tegen ‘leuke’ dingen, meer focussen op meetbare wetenschappelijke output.”

In hoeverre is het volgens u een taak van wetenschappers zelf om het enthousiasme voor techniek bij het publiek aan te wakkeren?

“Ik vind het terecht dat de politiek en de maatschappij van ons vragen dat we communiceren over ons werk. Dat doe ik ook graag. Maar het feit dat je iets graag doet betekent niet dat het opeens geen onderdeel van je ‘werk’ meer is. Het onderzoek zelf doe ik ook ‘van nature’, moet dat ook in eigen tijd?”

“Mijn werkgever, zowel de minister als de universiteit zeggen dat ze mijn workshops met kinderen zo belangrijk vinden, maar uit hun acties blijkt dat ze liever hebben dat ik artikelen of voorstellen schrijf.”

Dat er nu geld vrijgemaakt wordt voor wetenschapscommunicatie is zeer welkom. Maar de manier waarop NWO het geld nu wil gaan inzetten, schiet Hut in het verkeerde keelgat.

“Door wederom festivals te laten organiseren gaat het beschikbare geld naar organisatoren en niet naar de wetenschappers zelf. Laat ik duidelijk zijn: dat bedrijven, ministeries en universiteiten mensen in dienst hebben om de berichtgeving rond hun instelling in goede banen te leiden snap ik.

In de meeste gevallen zie ik die relatie ook niet als tegenover elkaar staande groepen, zeker in het geval van wetenschapscommunicatie. Maar ik zie ook dat er op universiteiten heel veel ondersteuners zijn die proberen alles nog net iets beter te regelen of presenteren. Daarvoor kloppen ze heel vaak aan bij het primaire proces, vaak bij ‘de usual suspects’, waaronder ik.

Eigenlijk zijn er twee problemen. Allereerst dat er in het systeem van belonen en waarderen in de wetenschap geen waardering spreekt voor het communiceren van wetenschap. En ten tweede dat er nu door de ondersteuning van wetenschapscommunicatie geld wordt verdiend. Het geld gaat niet naar de wetenschappers, niet naar het primaire proces.”

Jij hebt besloten voor sommige van de lezingen of praatjes die je houdt nu geld te vragen. Is dat de manier om dit te organiseren, of zou het anders kunnen?

“Als in mijn opdracht van de universiteit zou staan: praatjes geven is onderdeel van je werk en daar zit een passende financiële beloning bij die netjes in mijn volle aanstelling past, zou ik graag kosteloos komen. Maar dat is op dit moment niet het geval.

Voor mijn wetenschapscommunicatie zou ik het een prima beloning vinden als ik na een paar jaar knallen een hogere functie op de universiteit zou kunnen krijgen: “Rolf, professor in toegepaste communicatie van aardwetenschappen en techniek”. Teken ik voor.

Tot die tijd kunt u twee dingen doen als u mij met mijn “leuke workshops met kinderen en techniek” op uw evenement wilt: budget reserveren, of de minister en NWO en de rector bellen dat communicerende wetenschappers, net als de spitsen bij voetbal, beloond moeten worden voor hun werk.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK