Niet de minister, maar universiteiten zijn aan zet om genderbalans te herstellen

Nieuws | door Frans van Heest
9 mei 2019 | Dat vrouwen in de wetenschap minder vaak een eigen kantoor, minder onderzoekstijd, reisbudget en assistentie krijgen, moeten universiteiten zelf oplossen. Dit is geen taak van OCW, laat de minister weten.

In maart verscheen er een onderzoek van het Landelijke Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren waaruit bleek dat vrouwen in de wetenschap geen gelijke kansen hebben in vergelijking met hun mannelijke collega’s. Het onderzoek was uitgevoerd onder leiding van sociaal wetenschapper van de Universiteit Utrecht en Jonge Akademie voorzitter Belle Derks. Zij deed samen met Ruth van Veelen onderzoek naar de positie van vrouwen in de wetenschap en daaruit werd duidelijk dat vrouwen minder onderzoekstijd krijgen dan mannen.

Minder reisbudget en assistentie

Vergeleken met mannen, rapporteren vrouwen dat ze minder toegang hebben tot de cruciale hulpbronnen die nodig zijn om het vak van wetenschapper naar behoren te kunnen uitvoeren, zoals onderzoeksmiddelen, reisbudget of assistentie.

Onder wetenschappers met kinderen bleken vrouwen, ongeacht of zij fulltime of parttime werken, 5% minder tijd voor onderzoek te krijgen dan mannen. Dit verschil komt op jaarbasis neer op 87 uur: ruim twee werkweken. Dit soort Kleine verschillen, waarvan een opeenstapeling over een gehele carrière kunnen leiden tot grote ongelijkheidssituaties, zo concludeert het onderzoek.

Ook bleek uit het onderzoek dat vrouwen structureel voor dezelfde functie minder betaald krijgen dan hun mannelijke collega’s. Voor Kirsten van den Hul (PvdA), woordvoerder vrouwenemancipatie en wetenschap was het onderzoek aanleiding om Kamervragen aan minister Van Engelshoven te stellen.

Kleine verschillen werken door

Minister Van Engelshoven geeft aan dat zij zich zorgen maakt over de uitkomsten van dit onderzoek. “Hoewel ik zie dat de verschillen klein zijn in onderzoektijd en toegang tot hulpbronnen, deel ik de zorgen omdat het mogelijk is dat een opstapeling van kleine verschillen bijdraagt aan een minder goede doorstroming van vrouwen.”

De minister zegt wel dat het oplossen van deze kloof tussen mannen en vrouwen in de wetenschap wel opgelost moet worden door universiteiten zelf. “Ik zie het als opdracht aan de universiteiten (als werkgever) om te sturen op het gelijktrekken van de verschillen. Het is aannemelijk dat de verschillen onbewust tot stand komen. Bewustwording van hoe onbewuste vooroordelen een rol spelen bij beslissingen helpt om objectiever te waarderen en belonen.”

Uit de beantwoording van de minister wordt ook duidelijk dat zij terugkomt op een eerdere suggestie die zij deed waarin zij stelde dat alleen de beste wetenschappers een onderzoeksbeurs moesten aanvragen, om zo de werkdruk tegen te gaan. Deze suggestie van de minister riep veel weerstand op binnen de wetenschap. De minister laat deze suggestie nu ter zijde en zegt vooral blij te zijn met het initiatief van NWO en de VSNU om naar een andere manier te gaan van waarderen en belonen van wetenschappers.

Wetenschap sluit niet aan bij maatschappelijk opgave

De minister vindt namelijk ook dat er te veel focus is op impactfactoren en te weinig aandacht is voor maatschappelijke impact van wetenschappelijk onderzoek. “Wetenschappers worden nu te veel beoordeeld op het aantal publicaties, de hoogte van de impactfactor en het aantal binnengehaalde beurzen. Deze manier van waarderen van belonen sluit onvoldoende aan bij de maatschappelijke opgaven: zowel het realiseren van uitstekend wetenschappelijk onderzoek, als ook het verzorgen van kwalitatief hoogwaardig academisch onderwijs en het overdragen van kennis ten behoeve van de samenleving.”

De PvdA vroeg ook aan de minister of zij bereid is om een vervolgonderzoek in te stellen naar de verschillen tussen mannen en vrouwen in de wetenschap. De PvdA krijgt op dat punt nul op het rekest van de minister. “Het LNVH-onderzoek ‘Verborgen beloningsverschillen in de wetenschap’ is grootschalig opgezet en biedt voldoende inzicht in de situatie van de verdeling van onderzoeks- en onderwijstijd. Ik acht verder onderzoek op dit moment niet nodig.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK