NWO: coalitie achter Plan S moet groeien om te slagen

Interview | door Sicco de Knecht
31 mei 2019 | Stan Gielen (NWO) is trots op het feit dat Nederland internationaal vooroploopt met het open access beleid. Met de nieuwe richtlijnen van Plan S wordt volgens hem tegemoetgekomen aan de kritiek van wetenschappers, maar nu moeten ze ook hom of kuit kiezen: "Wetenschappers klagen continu dat er te weinig geld is voor onderzoek, maar ze zijn blijkbaar wel bereid om deze belachelijke bedragen neer te leggen voor publicaties. Je verliest daarmee je geloofwaardigheid.”

Het was gejuich en hoorngeschal dat klonk toen afgelopen september het open access plan van de Europese Commissie werd aangekondigd. Nationale en internationale media pakten flink uit om Plan S en geestelijk vader Robert-Jan Smits op het spreekwoordelijke schild te hijsen voor wat het einde van de betaalmuur voor wetenschappelijke artikelen zou betekenen.

Dat er kritiek zou komen vanuit de uitgevers die de ruim 40.000 tijdschriften in beheer hebben viel te verwachten. Dat er zo veel kritiek zou komen vanuit de wetenschappers zelf had ook voorzitter van NWO Stan Gielen niet per se zien aankomen. “Ik had me er al een beetje op voorbereid, maar de kritiek dat dit niet met de wetenschappelijke gemeenschap was afgestemd heeft me wel echt verbaasd.”

Nederlandse academie gelooft niet in slagen van Plan S

“Deze beweging zit er al jaren aan te komen, dus je kunt toch niet zeggen dat het een verrassing is.” Het is volgens Gielen inmiddels geen vraag meer of de beweging richting open access er wel of niet komt. “Dat zie je ook wel aan de reacties. Alhoewel die gemengd zijn, is de kritiek ruwweg verdeeld in een kamp dat vindt dat het sneller moet, en een kamp dat vindt dat het langzamer moet. Je doet het nooit goed.”

Drie routes die stroken met Plan S

Vorige week kwam de coalitie van onderzoeksfinanciers achter Plan S met het implementatieplan. De grootste wijzigingen daarin zijn dat de invoering van het plan met een jaar is uitgesteld, en er uitzonderingen zijn gemaakt voor tijdschriften die onder (nationale) deals met uitgevers vallen. Ook is de groene route verhelderd en is er meer aandacht voor het beoordelen van onderzoekers op de inhoud van hun werk in plaats van de reputatie of impactfactor van het tijdschrift. Volgens Gielen is er veel aandacht uitgegaan naar de 600 inzendingen uit meer dan 40 landen.

Voor de coalitie is het nu zaak om de voorbereidingen te treffen om het plan ook daadwerkelijk uit te voeren. Dat betekent concreet dat artikelen van wetenschappers die werken op een onderzoeksbeurs van NWO of een van de andere 20 internationale coalitiepartners vanaf 1 januari 2021 direct (dus zonder embargo) open access beschikbaar moeten zijn. Dat kan door publicatie in een volledig open access tijdschrift (goud), door archivering in een repository (groen) of in een hybride tijdschrift, mits deze onder een van de transformatieve deals valt.

“”We werken nu aan een lijst met tijdschriften die voldoen aan de voorwaarden van Plan S.””

“Concreet betekent dit dat we nu werken aan een lijst van tijdschriften die voldoen aan de eisen zoals omschreven in Plan S.” Voor veel tijdschriften hoeft dat geen enorme stap te zijn. Een eerste stap is dat het tijdschrift toestaat dat zonder embargo artikelen in een repository worden opgenomen. “We werken nu aan een analyse van de open access opties per vakgebied.”

Fel verzet vanuit wetenschappelijke genootschappen

Wat de leden van cOAlitie S niet direct aan hadden zien komen was de hevige weerstand die vanuit de wetenschappelijke genootschappen – de learned societies – is geuit. Een aanzienlijk aantal tijdschriften is verbonden met een society. Vaak geven zij dit uit in samenwerking met een uitgever en krijgt het genootschap inkomsten uit de abonnementen, royalties of anderszins.

Gielen: “Er zijn genootschappen die ‘winst’ maken op zo’n tijdschrift, en die dat weer in de vereniging steken om dingen te organiseren. Ik snap dus wel dat zij zo reageren. Maar als je het me op de man af vraagt vind ik het niet redelijk dat NWO betaalt zodat zij conferenties kunnen organiseren.” Hij wil daarmee niet zeggen dat deze praktijk per 1 januari 2021 de wereld uit moet zijn, “maar op de langere termijn is dit niet houdbaar.”

“”Ik vind het niet redelijk dat NWO de learned societies betaalt zodat zij congressen kunnen organiseren.” “

“Als wij dit toestaan dan hebben we ook geen argument ten opzichte van Science en Nature. Die claimen ook dat ze een deel van hun inkomsten inzetten ten behoeve van het veld.” In de implementatieplannen wordt er dan ook geen hard oordeel geveld over de praktijken van de genootschappen. Eerder wordt er een uitgestoken hand aangeboden om tot een nieuw model te komen.

Een ander argument dat de afgelopen maanden veel tractie heeft gekregen is dat Plan S jonge wetenschappers ervan zou weerhouden hun carrière in Nederland te vervolgen, of Nederlandse wetenschappers internationaal vleugellam zou maken. Alhoewel Gielen deze argumentatie volgt heeft hij tot nog toe geen reden om het ook werkelijk serieus te nemen.

“Het is een van de dingen die ik met regelmaat vraag als ik wetenschappers spreek, maar tot op heden krijg ik niet de indruk dat dit echt een probleem is. Ik hoor het in ieder geval niet.” Het werkelijk monitoren van de internationale stromen van wetenschappers is geen activiteit die NWO en collega’s zomaar op zich kunnen nemen. “Maar we staan open voor deze geluiden. Voor nu zijn het echter vooral nog zorgen, en weinig feiten.”

Steeds een stapje verder

Een van de belangrijkste beslissingen die in het implementatieplan wordt beschreven is de ruime mogelijkheid die wordt geboden in het kader van de zogenaamde transformatieve deals. Tijdschriften die vallen onder deze deals die instituten, consortia of landen op veel plekken aan het sluiten zijn met de uitgevers worden tot en met 2024 ontzien van de eisen van Plan S.

Alhoewel de voorgaande ‘big deals’ met veel bombarie werden aangekondigd nam het enthousiasme snel af toen het grote publiek de kleine lettertjes onder ogen kreeg. Tegen een relatief hoge prijs werd er in de ‘pilots’ slechts een bescheiden stap richting open acces gezet. Waarom ziet de coalitie achter Plan S dan nog steeds heil in de zogenaamde transformative agreements? “De deal die de Duitsers nu met Wiley hebben gesloten is an sich niet geheel in lijn met Plan S, maar het is wel weer een stapje verder.”

Dat moet nu ook het uitgangspunt zijn wat Gielen betreft. “Het moet steeds een stapje verder in de goede richting. We maken ze nu mogelijk tot en met eind 2024 en tegen die tijd gaan we de balans opmaken.” Met de read and publish In een read and publish deal sluit de instelling een contract af met de uitgever waarin is vastgelegd dat, tegen betaling, elk artikel van een aan de instelling gelieerde auteur direct openbaar beschikbaar wordt. Vaak zijn hier ook voorwaarden over de transparantie van de kosten aan gekoppeld. deals die gesloten zijn door de VSNU en de uitgevers loopt Nederland duidelijk voor op de rest van de wereld. “Uit de ervaring die daarmee opgedaan is, blijkt dat deze deals heel veel kunnen doen om ook de academici te laten wennen aan het open access idee.”

De problematische principes van Plan S

“Voorop staat wel dat het een stap vooruit is. En dat was ook precies het probleem met de hybride tijdschriften.” Alhoewel NWO en de Europese partners het oprichten van hybride tijdschriften Hybride tijdschriften werken met twee modellen tegelijk. Aan de ene kant is het een tijdschrift dat werkt met een abonnementsmodel, maar tegen betaling kan de auteur het artikel ook direct voor iedereen beschikbaar maken. aanvankelijk als een stap vooruit zagen, wordt het leden van de coalitie langzamerhand duidelijk dat het vooral een vertragingsstrategie is. “Daarom stellen we nu helder dat het niet in lijn is met Plan S, met uitzonderingen binnen de transformatieve deals.”

“”Een vereiste van Plan S is namelijk dat de uitgevers transparant zijn over hun businessmodel.””

“Wat ik uiteindelijk wil voorkomen is dat we tegelijkertijd blijven betalen voor abonnementen, en aan de andere kant een riante prijs afrekenen voor de publicatie van een open access artikel. Van de double dipping wilden we juist af!” Op het gebied van die kosten vergt Plan S dan ook een zekere mate van transparantie van tijdschriften. De kosten voor publicatie, samengevat in een article processing cost (APC), moeten ‘redelijk’ zijn, zo wordt in de plannen gesteld. Maar wat heet redelijk?

“Als een goed tijdschrift een APC van €1500 vraagt dan zou ik daar verder niet moeilijk over willen doen. Dan moet ik niet willen weten hoe ze dat intern rondpompen. Maar als er ineens een bedrag van €5000 wordt gevraagd dan wil ik wel verder kijken. Een vereiste van Plan S is namelijk dat de uitgevers transparant zijn over hun businessmodel.” Het proces dat daarin voorzien is, is dat er volgend jaar een matrix ligt van services van een tijdschrift en de kostenstructuur die daarbij hoort.

Wat verdient een redacteur bij een academisch tijdschrift?

“Kosten die buiten de marges liggen vallen op en zijn dan ook reden tot gesprek over het businessmodel achter het tijdschrift.” De onthullingen van ScienceGuide over de vergoedingen die redacteurs krijgen voor hun werk, en de rol daarvan in het publicatiesysteem hebben indruk gemaakt, ook internationaal weet Gielen te vertellen. “Die discussie staat iedereen heel helder op het netvlies en daar gaan wij ook echt op letten op het moment dat bepaald wordt of een tijdschrift aan de voorwaarden voldoet.”

Überhaupt kijken de leden van cOAlitie S ook de wetenschappers zelf aan die onderdeel uitmaken van het publicatiesysteem. In de begeleidende bijlage van het implementatieplan wordt het zogenaamde flippen Het 'flippen' of zoals het in de bijlage van Plan S genoemd wordt 'academic board led flipping' houdt in dat de (gehele) redactie van een tijdschrift hun activiteiten bij tijdschrift A staakt, en een nieuw tijdschrift B begint. Hiervan zijn enkele voorbeelden bekend. dan ook met naam en toenaam genoemd. De voorbeelden uit het verleden van tijdschriften die ‘geflipped’ zijn, zoals Lingua en Informetrics, hebben in ieder geval de aandacht getrokken van de leden van cOAlitie S.

Voor Gielen is het begeleiden van een redactionele overstap van een tijdschrift achter een betaalmuur naar open access een strategisch middel dat zeer serieus genomen moet worden. “En wij realiseren ons ook dat als we van Plan S een succes willen maken we zullen moeten investeren.” Dat houdt onder andere in dat er een bureau moet komen dat enige coördinatie op zich neemt in de begeleiding van redacties die de stap naar volledig open access willen maken. “We zullen op een aantal strategische punten tijdschriften moeten laten flippen en ja dat kost geld, maar dat is een eenmalige investering die het op lange termijn waard is.”

Einde van de impact factor?

Op de vraag of Plan S in deze hernieuwde vorm in staat zal zijn om de impact factor verleden tijd te laten worden, of in ieder geval veel minder belangrijk te maken, reageert Gielen positief. “Het begint nu echt wel door te dringen dat impact factors ontwikkeld zijn om iets te zeggen over het tijdschrift, en niet over het individu.” In de gereviseerde plannen zijn de passages over het verantwoorde gebruik van ‘metrics’ dan ook aangescherpt.

NWO wil weg van de impact factor

“Uiteindelijk zal het plan alleen maar slagen als de coalitie zal groeien,” zegt Gielen die goede hoop heeft dat een aantal “twijfellanden” zoals België en Zwitserland zich binnenkort aan zullen sluiten. “Ook in Zweden, waar ik kort geleden heb gesproken over Plan S, is men enthousiast.” Toch wil hij niet te voorbarig zijn gezien de eerdere geluiden dat ook India, China en de Verenigde Staten overwogen zich aan te sluiten nog niet veel concreter zijn geworden dan voornemens. “Als we nu niet verder groeien, dan vrees ik dat plan S gefaald heeft.”

““Als we nu niet verder groeien, dan vrees ik dat het plan gefaald heeft.””

Waar hij wel hoop uit put is juist de reactie van de uitgevers. “Als je nu kijkt naar welke tijdschriften er werkelijk ‘compliant’ zijn dan is die lijst nu vrij kort.” Voor de toekomst heeft hij goede hoop. Onder andere de berichtgeving van de redactie van Science en de uitgever van Nature stemmen hem positief. “Het feit dat men daar nu serieus overweegt om ook een open access route op te tuigen en bij ons het concept van transformative journals probeert in te brengen, dat is toch zeker bemoedigend.”

“Lange tijd waren het vrome woorden, maar met Plan S hebben we echt iets in beweging gezet. De tegenstanders komen nu vooral nog met heel veel zorgen. Met dit implementatieplan nemen we een aantal zorgen weg, of maken ze minder plausibel.” Volgens Gielen is het eigenlijk onvermijdelijk dat de toekomst open access is. “En als het nou zo’n slecht plan was, waarom zouden die uitgevers zich dan zo’n zorgen maken dat landen als Nederland en Luxemburg Plan S ondertekenen?”

Je verliest je geloofwaardigheid

Of ook andere Nederlandse partijen dan NWO en Zonmw de beleidslijnen van Plan S volgen, blijft vooralsnog onduidelijk.. In woord zijn het ministerie, KNAW en VSNU voor, maar welke daden dat daadwerkelijk betekent blijft ook na herhaaldelijk navragen van ScienceGuide onduidelijk. Ook wetenschappers ergeren zich aan deze onduidelijkheid en vragen zich openlijk af waarom de open access eis niet gewoon wettelijk wordt afgedwongen, zoals staatssecretaris Sander Dekker in 2013 in zijn brief kamer aan de Tweede Kamer aankondigde.

Zo lang uitgevers wetenschappers tegen elkaar uit kunnen spelen dan kunnen ze aan publiceren blijven verdienen. 

“Het is niet aan het ministerie om dit op dit moment wettelijk voor te schrijven. Dan zou de politiek de universiteiten gaan vertellen hoe ze met het publiceren om moeten gaan.” Gielen erkent dat dit uiteraard een mogelijkheid is, maar ziet er geen heil in om op dit “detailniveau” de wet aan te passen. “Het zou zeker helpen dus ik ga haar niet adviseren om het niet te doen, maar liever overtuig ik iedereen ervan dat dit een goed plan is.”

Het meest overtuigende argument voor Gielen blijft dat al het geld dat in het huidige publicatiesysteem wegvloeit naar de uitgevers niet besteed kan worden aan wetenschap. “Wetenschappers klagen continu dat er te weinig geld is voor onderzoek, maar ze zijn blijkbaar wel bereid om deze belachelijke bedragen neer te leggen voor publicaties. Je verliest daarmee je geloofwaardigheid.”

“Je moet je eens bedenken hoeveel geld er in een keer vrijkomt voor onderzoek als we ophouden met dubbel betalen.” Dat laatste is geen flauwe grap, benadrukt hij, “het is de harde waarheid. Het zijn op dit moment de universiteiten die de hoofdprijs betalen voor die dure abonnementen. Dat geld komt allemaal weer vrij beschikbaar als men Plan S compliant wordt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK