Onderzoek hogescholen langs de ethische meetlat

Verslag | door Tim Cardol
20 mei 2019 | “Een volgende stap in de volwassenwording van praktijkgericht onderzoek,” zo noemt Marca Wolfensberger (Hanzehogeschool) de opkomst van de ethische adviescommissies in het hbo. In Groningen blijken nog grote verschillen in voortgang en aanpak tussen de hogescholen in Nederland.

Afgelopen september tipte ScienceGuide de ethische adviescommissies al als een belangrijke ontwikkeling in het hoger beroepsonderwijs om in de gaten te houden. Inmiddels zijn er steeds meer hogescholen begonnen met de ontwikkeling van de commissies die onderzoekers moeten helpen bij de beoordeling van het werk dat zij doen.

Bij de Hanzehogeschool is een flink aantal hogescholen vertegenwoordigd om met elkaar het gesprek aan te gaan over de ontwikkeling van de commissies. Zelfs vanuit Antwerpen is een hogeschool naar Groningen gekomen om te leren van de ontwikkelingen in Nederland. “We werken op dit vlak nu vooral samen met de universiteit, maar we willen graag horen hoe het hier georganiseerd wordt,” zegt een aanwezige van Artesis Plantijn Hogeschool.

Veel ethische vraagstukken zorg-gerelateerd

Wat opvalt in die organisatie is dat veel ethische adviescommissies hun wortels kennen in het onderzoek in het medisch domein en de zorg. Veel van de ethische vraagstukken die behandeld worden hebben te maken met privacykwesties bij dataverzameling in de gezondheidszorg. “Er was een voorbeeld van iemand die een vragenlijst bij jonge kinderen wilde afnemen,” vertelt Marca Wolfensberger die op de Hanzehogeschool voorzitter is van de ethische adviescommissie.

“Bij vragenlijsten werk je eigenlijk altijd met ‘informed consent’, maar hoe doe je dat bij jonge kinderen en hoe zorg je ervoor dat die data geanonimiseerd is? Dat zijn de vragen waarmee onderzoekers bij ons terechtkomen,” legt Wolfensberger uit. Op de bijeenkomst in Groningen blijkt echter dat er ook uit hele andere hoeken vragen kunnen komen.

Steven Dorrestijn, lector Ethiek en Technologie van Saxion is uitgenodigd om zijn ervaringen te delen. Dat gaat van zijn ervaringen in het onderzoek tot zijn eigen ervaringen als lid van de ethische adviescommissie.

Ethische reflectie op technologie is noodzakelijk in het onderwijs

“We hebben een hele positieve kijk op wetenschap en technologie. Hoe sneller, hoe beter is eigenlijk vaak het adagium,” zegt Dorrestijn. Maar soms is reflectie op wenselijkheid van nieuwe technologische ontwikkeling volgens de Saxion-lector wel degelijk gewenst. Hij spreekt in dat geval van ‘trage vragen’, kwesties waar je de tijd voor mag nemen om bij stil te staan. “Bij de ethische evaluatie hoort ook dat een breed beeld geschetst wordt van de impact van technologie op ons leven.”

“Er wordt mij vaak door ontwikkelaars gevraagd of iets wel mag,” vertelt Dorrestijn. “Maar dat vind ik vaak helemaal niet zo’n interessante vraag, want dat is meer een juridische kwestie. Het is veel interessanter om je af te vragen of je iets wel moet willen.” Dorrestijn is daarom een manier aan het ontwikkelen om te toetsen of technologie op ethisch vlak wel klaar is om geïmplementeerd te worden.

Is deugdelijkheid een goed criterium?

Juist op het punt van het toetsen blijkt hoe gecompliceerd de rol van de ethische adviescommissies is. Aan de ene kant hebben de commissies namelijk nadrukkelijk een adviesfunctie, maar daarnaast worden ze op veel hogescholen ook gevraagd om onderzoek op deugdelijkheid te toetsen.

Dat is lastig soms, want als je constateert dat lopend onderzoek op bepaalde punten ethisch niet door de beugel kan, ga je dat dan melden,” zegt Wolfensberger. “Dan krijg je namelijk ook een soort van klokkenluidersfunctie, terwijl je ook een laagdrempelig adviesorgaan voor onderzoekers in je hogeschool wilt blijven. Het is daarom zaak dat er ook een vertrouwenspersoon komt voor deze kwesties.”

Op de bijeenkomst blijkt tevens dat er vakinhoudelijk nogal wat verschillen blijken in de casussen waar hogescholen mee moeten werken. Zo vertelt een aanwezig van Van Hall Larenstein dat zij vooral te maken hebben met ethische vraagstukken rond het onderzoek doen met en aan dieren.

Onderzoeksintegriteit

Rob van der Sande (HAN) is met een aantal hogescholen inmiddels bezig om te kijken wat er gedaan kan worden om onderzoeksintegriteit te bevorderen. “Het zijn nu nog activiteiten op kleine schaal, maar we moeten ervoor zorgen dat op alle niveaus onderzoekers en docenten getraind worden op dit punt. Het is daarom ook van belang dat we de Vereniging Hogescholen hier deelgenoot van maken om zo de continuïteit te borgen.”

Vrees voor ethische adviescommissies is ongegrond

Vanuit de zaal klinkt op dit punt wel een kanttekening. “Je moet het beslist niet alleen laten bij training en denken dat er dan echt wat gaat veranderen,” zegt iemand uit het publiek. “Je zult hier echt organisatorisch en strategisch wat moeten aanpassen bij hogescholen, ook omdat het onderzoek op veel plekken nog niet zo’n grote rol speelt.”

Sinds 1 oktober vorig jaar is de nieuwe Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit van kracht en daar maakt ook het praktijkgericht onderzoek nu deel vanuit. Toch blijkt in Groningen dat nog lang niet alle hogescholen een ethische adviescommissie hebben ingesteld. “Het is mooi dat we hier nu de start maken met een netwerk ethische adviescommissies in het hbo,” constateert Wolfensberger. “Op die manier kunnen ook verschillende hogescholen elkaar ondersteunen en wellicht als ‘critical friend’ bij elkaar gaan kijken naar het onderzoek.”  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK