Samen koffiedrinken is ook sociaal werk

Interview | door Tim Cardol
2 mei 2019 | Veel jonge moeders die alleen staan in de zorg voor hun kind, missen bij het opvoeden een sociaal netwerk. De Hanzehogeschool onderzocht hoe een aantal innovatieve sociale praktijken in Groningen en Drenthe tegemoetkomen aan deze behoefte aan ‘kleine opvoedsteun’.
Foto: Centrum voor Jeugd en Gezin Veendam

Sinds de wet op de jeugdzorg en de WMO moeten gemeentes ervoor zorgen dat er voldoende goede opvoedcondities worden gecreëerd, zodat ieder kind kansrijk, veilig, gezond kan opgroeien. Professionals die preventief en omgevingsgericht werken spelen daarin een cruciale rol.

Jeannette Doornenbal is lector Jeugd, Educatie en Samenleving van de Hanzehogeschool Groningen. De afgelopen twee jaren onderzocht het lectoraat met subsidie van ZonMW hoe sociale jeugdprofessionals samen met vrijwilligers vorm en inhoud geven aan lichte opvoedingsondersteuning in drie praktijken in Beijum, Hoogeveen en Veendam.

Hele praktische hulp bieden

Een belangrijke voorwaarde voor het succes van de praktijken is de mate waarin erin geslaagd wordt de opvoedkracht van de moeders en hun sociale netwerk te versterken. “Het gaat om hele praktische steun. Zorgen dat mensen elkaar weten te vinden als er iets is. Dat je elkaar even een WhatsApp stuurt als er iemand ziek is,” legt Doornenbal uit.

Voor veel mensen zullen het vanzelfsprekendheden zijn, maar Doornenbal benadrukt dat dat in veel van de gevallen niet zo is. “Als je alleenstaande moeder bent van allochtone afkomst bijvoorbeeld, dan heb je hier helemaal geen sociaal vangnet. Dan is het heel prettig als er een veilige, betrokken groep is waar je terecht kunt.”

De Huiskamer in Beijum is een voorbeeld van een plek waar laagdrempelige opvoedondersteuning op deze manier wordt georganiseerd. Een ontmoetingsplek waar iedereen welkom is voor een kop koffie, een gesprek of sociale activiteiten. In dergelijke ontmoetingsplekken wordt veel werk verricht door vrijwilligers, maar het onderzoek van Doornenbal laat zien hoe belangrijk de professionele ondersteuning daarbij is.

“We hebben onderzocht wat de werkzame factoren zijn in deze ontmoetingsplekken,” vertelt Doornenbal. Vraaggericht werken, structuur bieden en zorgen voor een goede groepsdynamiek zorgen er bijvoorbeeld voor dat mensen graag naar de ontmoetingsplek komen en blijven komen.

Van hulpbehoevend naar zelf in opleiding

Wat volgens de Hanze-lector bijzonder is, is de ontwikkeling die jonge ouders in de ontmoetingsplekken doormaken. “Je ziet dat sommigen binnenkomen voor wat extra ondersteuning, maar na verloop van tijd ook gaan meedoen aan vrijwilligerswerk of zelfs een opleiding gaan volgen.”

De ondersteuning door professionals is daarbij heel belangrijk. Het is hele laagdrempelige ondersteuning, en ook dat is zorg, vindt Doornenbal. “Een kop koffie drinken en vragen hoe het met je gaat is ook sociaal werk. Het is van groot belang dat sociale jeugdprofessionals dat meekrijgen in hun opleiding.”

Het onderzoek dat Doornenbal en haar collega’s hebben gedaan, moet dan ook z’n weg  vinden naar de opleiding sociaal werk van de Hanzehogeschool. “Alle docent-onderzoekers in het project, geven ook colleges, studenten deden scriptie-onderzoek en we zorgen ervoor dat de kennis die we ontwikkelen ook een plek krijgt in het curriculum dat steeds in ontwikkeling is.”

Volgens Doornenbal betekent de nieuwe vorm van werken zoals dat in Beijum, Hoogeveen en Veendam gebeurt een “omslag in de manier van werken. Het is hele praktische, concrete steun. Het gaat er eigenlijk om dat de professionals werken aan normalisering in plaats van aan problematisering en dat het belang van de kleine, op het oog simpele aspecten van sociaal werk onderkend wordt ”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK