Leren reflecteren met een app

Interview | door Tim Cardol
6 juni 2019 | De hoeveelheid tijd die docenten hebben voor de begeleiding van studenten tijdens de stage is beperkt en dus moet de beschikbare tijd nuttig worden besteed. Met behulp van een app probeert de Hogeschool Utrecht het begeleidingsproces nu beter te organiseren.
Foto: Marco Verch

“Ik zie in de praktijk dat de ondersteuning van studenten beter kan,” zegt docent-onderzoeker Esther van der Stappen die het project leidt. “Er is maar beperkt de tijd en met de stijgende studentenaantallen en tekorten aan docenten ligt het niet in de lijn der verwachting dat er meer tijd beschikbaar komt. Dat is de reden om te kijken of technologie hierbij kan helpen.” Onlangs ontving het project van Van der Stappen een subsidie van SURF in het kader van de stimuleringsregeling Online onderwijs.

Feedback uit de app

Een online applicatie waarop studenten tijdens hun stage zelf invullen wat ze doen en waar ze tegenaanlopen moet uitkomst bieden. Op basis van wat de student in de applicatie invult krijgt de student automatisch feedback aangeleverd door het systeem. Het is de bedoeling dat die feedback het begin is van een meer inhoudelijk gesprek met de begeleider, stelt Van der Stappen.

“In mijn ervaring zijn de gesprekken normaal gesproken erg oppervlakkig en komt het weinig verder dan ‘hoe gaat het op je werk?’. Dat is eigenlijk zonde van een ieders tijd,” zegt Van der Stappen. “En dat terwijl iedereen de behoefte erkent om meer inzicht te krijgen in wat er nou eigenlijk gebeurt op die werkplekken. Je krijgt er nu nooit helemaal de vinger achter.”

Van der Stappen merkte dat er in het onderwijs een heleboel technische hulpmiddelen aanwezig zijn, maar dat die zich in de meeste gevallen richten op de klas. “En dus niet op werkplekleren. Ik ben daarom in 2015 onderzoek gaan doen naar de manier waarop dat wel zou kunnen en welke wensen studenten daarbij hebben. In dit project bouwen we voort op dat onderzoek.”

Hulp bij kritische reflectie

Ook bij Saxion wordt gekeken hoe studenten in hun stage op digitale wijze beter begeleid kunnen worden. Daar richt de ondersteuning zich met name op hoe studenten zelf hun eigen werk beoordelen. “Binnen de online leeromgeving geven praktijkbegeleiders begeleiding bij het schrijven van hun verslag,” vertelt docent Social Work Monique Engelbertink. “In deze leeromgeving leren de praktijkbegeleiders, supervisoren en stagiaires allemaal over kritisch reflecteren.”

De digitale leeromgeving die bij Saxion wordt ontwikkeld baseert zich op het persuasive system design model. Persuasieve systemen hebben betrekking op software die gericht is op gedragsverandering. Het gebruikt inzichten uit de sociale psychologie om studenten tot bepaald gedrag te bewegen.

Samen met studenten, supervisoren, praktijkbegeleiders, een onderwijskundige en een instructional designer wordt nu het online onderwijs vormgegeven aan de hand van dit model. In de tweede fase van het project zal het onderwijs worden geïmplementeerd. “Uiteindelijk is het doel dat derdejaarsstudenten reflecteren op hun eigen stage op het hoogste niveau van ‘kritische reflectie’.”

Bij de Hogeschool Utrecht ligt de nadruk dus niet op de reflectie door de student zelf, maar op automatische feedback en het nuttiger besteden van de schaarse begeleidingstijd. “Het idee is dat de kwaliteit van de begeleiding hoger wordt. Op die manier wordt uiteindelijk ook het leereffect voor de student hoger, verwachten wij,” vertelt Van der Stappen.

De volgende stap voor de hogeschool is dat de docent-functionaliteit van de applicatie verder ontwikkeld wordt. Zo kunnen studenten straks in de app om feedback vragen bijvoorbeeld via een Skype- of face-to-face-gesprek. De docent kan op basis van de context bepalen wat de gewenste vorm van begeleiding is op dat moment. “We gaan dat samen met docenten en studenten doen. Op dit moment wordt op vrijwillige basis bij twee opleidingen met de app gewerkt. We hebben zestig studenten bij ICT en vijftig bij de lerarenopleidingen. Dat willen we gaan opschalen door het voor een deel van de stagiairs verplicht te stellen en het project uit te breiden met de opleiding fysiotherapie.”

Geen big brother

Belangrijk voor Van der Stappen is dat de student in de applicatie volledige zeggenschap heeft over de eigen data en zelf bepaalt met wie dat wel of niet gedeeld wordt. “Het moet geen big brother worden, want dan gaat het zich te veel richten op beoordeling. Het moet echt formatief zijn.”

“Het moet zo zijn dat een student zelf kan besluiten: dit wil ik met mijn docent bespreken en dan middels een druk op de knop de betreffende data kan delen. “Dat creëert diepgang tussen docent en student en is daarmee direct gerelateerd aan wat de student nodig heeft. Er wordt veel meer context geregistreerd door de data die de student invoert in de app. Die context is vervolgens de basis voor het gesprek met de docent.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK