“Bestuurders in het hbo zijn te veel gefocust op studierendement”

Nieuws | door Frans van Heest
12 september 2019 | Docenten in het hbo vinden dat het management en bestuur te veel gefocust zijn op studierendement. Daardoor hebben ze te weinig oog voor de zelfontplooiing van studenten en hun voorbereiding op de arbeidsmarkt.
Hogeschool bestuurders bij de bestuurdersconferentie van de Vereniging Hogescholen – Foto: Carola Hageman

Nieuw onderzoek van Daniel van Middelkoop en Abdel Hafid Ballafkih van de Hogeschool van Amsterdam werpt licht op de verhoudingen tussen docenten en management van hogescholen. Uit enquêtes en interviews gehouden onder docententeams van twee hogescholen in Rotterdam en Amsterdam blijkt dat docenten van mening zijn dat het management van de hogeschool te weinig aandacht heeft voor de zelfontplooiing van studenten en de voorbereiding op de arbeidsmarkt.

Beliefs about student achievement held by teachers at Dutch universities of applied sciences

De onderzoekers waren in de eerste plaats op zoek naar een antwoord op de vraag welke opvattingen docenten zelf hebben over ‘studiesucces’. Ze constateren dat het debat over studiesucces toch voornamelijk heeft geresulteerd in een set meetbare doelen, maar wilden weten wat docenten nu eigenlijk verstaan onder studiesucces. Gezien de belangrijke rol van docenten in het bevorderen van studiesucces is het volgens hen belangrijk om te weten wat de opvattingen van docenten zelf zijn over het begrip studiesucces.

Van Middelkoop en Ballafkih zeggen dat er de afgelopen tien jaar in ieder geval veel aandacht is geweest voor studiesucces van studenten. Deze aandacht was ingegeven met het oog op het bevorderen van de kenniseconomie, maar ook vanuit de wens om de overheidsuitgaven terug te dringen voor hoger onderwijs. De onderzoekers menen dat de  studieresultaten van studenten omhoog zouden kunnen, als er meer overeenstemming komt tussen de opvatting van studiesucces van docenten en het management in het hbo.

Het onderzoek is daarom gebaseerd op de opvattingen van docenten over het bevorderen van studiesucces. De onderzoeksdata dateren uit 2010 en 2012 waarbij 25 lerarenteams gevolgd zijn. De teams bestonden gemiddeld uit elf docenten. Er is onderzoek gedaan bij de afdelingen bouwkunde, gezondheid, economie, het sociale domein en bedrijfskunde. Vervolgens zijn er vragenlijsten gebruikt en interviews afgenomen in teamverband.

Studiesucces maskeert gesprek over kwaliteit

De docenten die meededen aan het onderzoek waren in eerste instantie terughoudend om te spreken over studentenprestaties. Ze wilden vooral spreken over de kwaliteit van het onderwijs, zo schrijven Van Middelkoop en Ballafkih. De reden hiervoor is dat docenten vinden dat het gesprek over prestaties het (belangrijkere) gesprek over kwaliteit maskeert.

Deze terughoudendheid om over studieprestaties te spreken kwam voort uit het idee dat er vanuit het management te veel focus is op studiesucces. Docenten vinden dat er te veel focus is op efficiëntie, risicoreductie en meetbaarheid. De beleidsdocumenten van de instelling over studiesucces waren een belangrijke voedingsbodem voor deze scepsis, zeggen de Amsterdamse onderzoekers. Prestaties van studenten worden daarin te veel gereduceerd tot het behalen van een bepaald vak of opleiding binnen een bepaalde tijd.

Docenten willen het debat over studiesucces dus liever voeren met inachtneming van de mate van vaardigheden, persoonlijke ontwikkeling en actief burgerschap. Ze zijn van mening dat het onderwijs momenteel te veel als doel heeft om de vaardigheden en kennis van studenten te vergroten met als uiteindelijk doel toetsen te kunnen halen. In de ogen van de docenten moet het verhogen van de vaardigheden juist als doel hebben om de student zo goed mogelijk op de arbeidsmarkt te laten functioneren.

Docent als poortwachter voor een beroepsgroep

In het algemeen zien docenten zichzelf als poortwachters van de specifieke beroepsgroep die bij de opleiding hoort. Wel hebben zij onderling tegengestelde opvattingen over wat jonge professionals op de arbeidsmarkt zouden moeten kunnen. Sommige docenten voerden bijvoorbeeld aan dat cursussen niet alleen de vaardigheden en eigenschappen die vereist zijn voor een bepaald beroep moeten aanleren, maar dat docenten ook een bredere set van vaardigheden en eigenschappen moet overdragen die studenten in vergelijkbare beroepen kunnen helpen.

De derde overtuiging die naar voren komt uit het onderzoek betreft de persoonlijke ontwikkeling van studenten. Sommige hbo-docenten zeggen dat zij geloven dat een belangrijk aspect van de prestaties van studenten de persoonlijke groei en leervaardigheid van de studenten is. Zij betoogden dat docenten studenten moeten helpen bij het verbeteren van hun persoonlijke groei en leervermogen. Bijvoorbeeld door het verbeteren van het zelfbewustzijn en zelfreflectie van de studenten.

Deze docenten stellen dat meer zelfbewustzijn studenten in de gelegenheid stelt om meer over zichzelf te ontdekken. Ook wat betreft de beroepen waarvoor ze worden opgeleid en hun toekomstige rollen als professional. Prestaties van studenten houden volgens deze overtuiging in dat studenten inzicht hebben in hun eigen sterke en zwakke punten.

Actief burgerschap belangrijkste eigenschap

Een andere belangrijke overtuiging die naar voren kwam is dat studentenprestaties samenhangen met actief burgerschap. De docenten die dit noemden stelden dat zij het opleiden van studenten tot een professional eigenlijk niet het belangrijkste argument vinden voor het meten van studentenprestaties. Zij vinden eerder dat studenten uitgerust moeten worden met vaardigheden, kennis en eigenschappen die nodig zijn om actieve burgers te worden. De mening dat een kritische geest en wetenschappelijke houding tot de belangrijkste vaardigheden behoren, wordt door meer docenten gedeeld.

In hun conclusie schrijven de Amsterdamse onderzoekers dat docenten dus verschillende opvattingen hebben over de prestaties van studenten. Daarbij is één overtuiging dominant: studentenprestaties moeten bijdragen aan de voorbereiding op een beroep en daarmee de arbeidsmarkt. De docenten zijn van mening dat een opleiding meer inhoudt dan alleen zo efficiënt mogelijk de eindstreep behalen.

Docenten bezorgd over nauwe definitie van studiesucces

De focus op studiesucces en efficiëntie weerspiegelt volgens de docenten een te enge definitie van studiesucces, waarin het behalen van studieresultaten wordt vernauwd tot statistieken, meetbaarheid en kostenreductie. De docenten zijn bezorgd dat deze definitie van studentenprestaties schadelijk is voor het afleveren van goede professionals voor de arbeidsmarkt.

Volgens de HvA-onderzoekers ligt hier dus een spanning tussen het management van hogescholen en docenten en is het belangrijk dat er meer overeenstemming komt tussen de opvattingen van de docenten en het management op dit punt. Eerder onderzoek heeft volgens Van Middelkoop en Ballafkih al aangetoond dat de prestaties van studenten dan ook zullen verbeteren. Dat betekent dat er een gezamenlijke definitie moet komen die zowel de kwalitatieve als kwantitatieve prestaties van studenten omvat. Dan gaat het om de voorbereiding op de arbeidsmarkt, persoonlijke ontwikkeling en studiesucces.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK