Instroom hbo nog altijd niet op niveau van voor invoering leenstelsel

Nieuws | door Tim Cardol
13 september 2019 | “De doorstroom naar het hoger onderwijs blijft stabiel en is voor de meeste groepen hersteld tot het niveau van vóór de invoering van het studievoorschot.” De gisteren uitgekomen Monitor Beleidsmaatregelen is volgens OCW reden positief te zijn. Maar is dat terecht?
Studenten in werkgroep

Toen in 2015 het studievoorschot werd ingevoerd, zorgde de eerstvolgende Monitor Beleidsmaatregelen voor veel beroering in het hoger onderwijs. Met name de gekelderde hbo-instroom – vooral bij jongeren uit kwetsbare groepen – was reden tot zorg. Vier jaar later wordt het lot van het leenstelsel dan ook weer volop besproken.

Zowel de PvdA, wier minister Bussemaker het leenstelsel invoerde, als regeringspartij D66 zijn bereid te praten over aanpassing van de wet. Ondertussen laat minister Van Engelshoven de Tweede Kamer weten dat zij voor de zomer van 2020 komt met een uitgebreide evaluatie van de wet. De nieuwe Monitor Beleidsmaatregelen zal zij daarbij zien als steun in de rug.

Een opsteker voor OCW

In de monitor wordt onder meer geconstateerd dat de doorstroom vanuit de havo naar het hoger onderwijs bijna terug is op het niveau van voor de invoering van het leenstelsel. Voor het leenstelsel (in 2014) stroomde 78 procent van de havisten naar het hoger onderwijs, een percentage dat elk jaar nog groeide. Nu vier jaar na invoering van het leenstelsel is dit 75 procent. In de monitor wordt vooralsnog gesproken over een positieve ontwikkeling.

Monitor Beleidsmaatregelen 2018-2019

De doorstroomcijfers mogen volgens OCW dan een opsteker zijn, studentenorganisaties zien weinig reden zo positief te zijn. “We zien dat de instroom vanuit de havo en het mbo nog steeds achterblijft en dat geeft geen reden om positief te reageren,” zegt ISO-voorzitter Kees Gillese. “Elke jongere die niet gaat studeren door het leenstelsel is er een te veel.”

In de monitor is ook aandacht voor de doorstroom van studenten met ouders uit verschillende inkomensgroepen. “Ook positief is dat afgelopen jaar het aandeel hbo-studenten met een havo-vooropleiding en met ouders uit de lagere inkomensgroepen (minder dan modaal) is gestegen.” De LSVb ziet in de monitor toch vooral het bewijs dat kwetsbare groepen nog altijd onevenredig geraakt worden door het leenstelsel. “Als je ouders niet je volledige studie kunnen betalen is het moeilijker om te studeren,” zegt LSVb-voorzitter Alex Tess Rutten met de cijfers uit de monitor in de hand.

Driekwart van de voltijdstudenten naast de studie om hun opleiding te bekostigen. In het hbo is dit 79 procent tegen 68 procent in het wo. Dat is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2015. De helft van de studenten geeft aan dat dit is om te voorzien in het levensonderhoud. Opvallend is dat eerstegeneratiestudenten Een eerstegeneratiestudent is iemand wiens voorouders geen hoger onderwijs hebben genoten. over het algemeen meer werken om hun studie te bekostigen.

Gestegen leenbedrag geen reden tot zorg voor OCW

Ook het aantal studenten dat zich beroept op een lening bij DUO is sinds de invoering van het leenstelsel fors toegenomen. “Het gaat om een stijging van 38 procent in 2014/2015 naar 53 procent in 2017/2018. Van de studenten die onder het studievoorschot vallen, leent ruim 60 procent in het hbo en ruim 75 procent in het wo. Deze aandelen zijn sinds de vorige monitor [uit 2018, red] beide met 2 procentpunten toegenomen.”

Het gemiddelde leenbedrag per maand van alle lenende studenten is sinds de invoering van het leenstelsel met ongeveer €46 gestegen naar €536 per maand. OCW noemt deze bedragen geen reden tot zorg, “zolang studenten bewust lenen en goed op de hoogte zijn van de terugbetaalvoorwaarden. Vermoedelijk speelt ook de lage rente een rol in de stijgende leenbedragen en is lenen onder alle groepen studenten normaler geworden.”

De branchevereniging voor schuldhulpverlening NVVK gaf in april nog aan wel bezorgd te zijn over de aanmoediging aan studenten om te lenen bij DUO. De vereniging ziet sinds het leenstelsel een stijgend aantal jongeren in de schuldhulpverlening belanden. Voorzitter Marco Florijn zei toen: “De overheid draagt voortdurend als boodschap uit dat het geen enkel probleem is om schulden te maken voor je studie. ‘Later ga je toch bergen met geld verdienen en bovendien doen we niet moeilijk over de aflossing.’ De overheid zou studenten juist meer schuldbewust moeten maken. Met een maximaal leenbedrag van zo’n duizend euro per maand stelt de overheid een gratis pinautomaat ter beschikking voor jonge mensen die de consequenties van een forse schuld voor later vaak niet kunnen overzien.”

Stijgende schulden mogen door OCW dan misschien niet direct als problematisch gezien worden voor oud-studenten, het is de vraag hoe de staat zelf hierop reageert. In 2017 rekende het CPB al voor dat 13,6 procent van de uitstaande studieschulden waarschijnlijk nooit meer geïnd zal worden. Met het stijgen van het leenbedrag onder studenten, zal dit percentage de komende jaren alleen maar toenemen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK