“Publieke kennis is nu ook meteen betwiste kennis”

Verslag | door Toske Andreoli
16 september 2019 | Of het nu gaat om klimaatverandering, vaccinatie of de maanlanding: wetenschappelijke kennis wordt regelmatig betwist. Debatcentrum Arminius en de Erasmus Universiteit Rotterdam nodigden vier filosofen en een historicus uit om hun licht hierover te laten schijnen.
Daan Roovers, Liesbeth Noordegraaf-Eelens, Marjan Slob, en Geerten Waling

De aarde zou helemaal niet opwarmen en inentingen zijn eigenlijk schadelijk, maar dat wordt kundig verborgen gehouden. Vooral op het internet zijn veel discussies te vinden waarin wetenschappelijke feiten worden betwist en alternatieve theorieën welig tieren. Waar komt deze twijfel en angst vandaan? Waarom worden wetenschappers zo gewantrouwd? Denker des Vaderlands Daan Roovers mag in de Arminiuskerk aftrappen met een lezing, filosoof Liesbeth Noordegraaf-Eelens (Erasmus Universiteit), Marjan Slob (filosoof, columnist Volkskrant) en historicus Geerten Waling (Universiteit Leiden) mogen reageren.

Verpulvering van oude elites

Roovers neemt de toehoorders mee in de enorme vlucht die de hoeveelheid wetenschappelijke kennis heeft genomen sinds het ontstaan van wetenschappelijke tijdschriften in de zeventiende eeuw. Tot aan de Amerikaanse onderzoeksjournalist Walter Lippman die in de twintigste eeuw verzuchtte: “Als het mij al niet lukt om mezelf goed te informeren over alle onderwerpen waarover ik een oordeel zou moeten vormen, terwijl het nota bene mijn hoogste belangstelling heeft, hoe kunnen we dat dan van alle burgers verwachten?”

Om wetenschappelijke kennis toch toegankelijk te maken voor het publiek, ontstond in de twintigste eeuw een bemiddelende tussenlaag. In de VS zette Lippman zich hiervoor in, ook in Nederland werden verschillende instituties opgericht. “Bemiddelende instanties die wetenschappelijke kennis inventariseren en relevante kennis naar het publiek vertalen. Denk aan kennisinstituten, denktanks, journalisten, communicatiedeskundigen. Het waren allemaal mediatoren met hun eigen bereik en professionaliteit.”

Door de digitale revolutie van de afgelopen twintig jaar is er nog maar weinig over van die tussenlaag. Roovers haalt de Italiaanse schrijver Alessandro Baricco aan die in The Game (De Bezige Bij, 2019) over deze maatschappelijke transformatie schrijft. Roovers: “Iemand met een smartphone heeft alle informatie van de wereld binnen handbereik, kan wereldwijd met iedereen communiceren en daarbij zijn mening aan een enorme menigte te kennen geven. Dat heeft geleid tot een ongekende emancipatie en een verpulvering van oude elites.”

Het gevolg is dat veel mensen denken dat ze het afkunnen zonder tussenkomst van experts. Roovers, Baricco citerend: “Als je hebt ontdekt dat je prima zonder een reisbureaumedewerker kunt, waarom zou je dan niet op het idee komen dat je de huisarts ook kunt afschaffen?”

Politiek is geen wetenschap

Mensen zijn meer en meer zelf gaan grasduinen in beschikbare kennis, ziet Roovers. “Publieke kennis is nu ook meteen betwiste kennis. Het publiek zit niet langer keurig te wachten op de publieke tribune tot de resultaten van het laatste onderzoek worden gedemonstreerd. Het publiek zat al veel eerder aan boord, bepaalt ook mede de kennisagenda.”

Nu de tussenlaag is verdwenen, is het van belang dat de wetenschappers zelf zich in het publieke debat gaan begeven, vindt Roovers. “Bij elk onderzoek moet de vraag ‘wat betekent deze kennis nou buiten de muren van de universiteit’ in het onderzoeksproces geïntegreerd zijn, en niet pas aan het einde als het persbericht naar buiten moet.”

Marjan Slob spreekt over de manier waarop wetenschappers dit zouden moeten doen. Te midden van de overvloed aan beschikbare – al dan niet wetenschappelijke – kennis, moeten wetenschappers de meerwaarde van de wetenschappelijke methode benadrukken. En daarbij moeten ze volgens Slob scherp in de gaten houden wat het verschil tussen wetenschap, beleid en politiek is. “Wetenschappelijke kennis is nog steeds heel belangrijk om beleid te informeren. Maar die kan het beleid niet dicteren.”

“Soms vind ik wetenschappers wel een beetje arrogant doen over hun kennis. Zodra die ‘gebracht’ is naar de politiek, zou het ook duidelijk zijn wat de politiek zou moeten doen. En dan zouden politici ontzettend dom of niet te vertrouwen zijn als ze dat niet doen. Politiek is gewoon een lastig bedrijf dat met meer factoren en invloedssferen te maken heeft. Waar wetenschap uit is op waarheidsvinding, is een politicus gericht op dingen waarmaken. Daarom zal altijd nog politiek nodig blijven: het gaat naast kennis ook over visie, waarden, haalbaarheid, gevoeligheden, overtuigen.”

Een discussie over waarden

Geerten Waling vertelt in zijn eigen voordracht over een gesprek dat hij had met iemand die gelooft in de zogenaamde Flat Earth theorie. “Ze kwam met het ene na het andere argument waarom de aarde plat was, en niet bol, zoals ons altijd was voorgespiegeld. Door een complot van overheden, bedrijfsleven, zelfs tot aan de farmaceutische industrie aan toe.”

Walings instinctieve reactie was dat hij weg wilde. “Maar ik geloof erg in wetenschap en in de Verlichting, dus ik vind dat ik daar dan met argumenten op in moet gaan. Ik vroeg: waar ligt dan de rand van de aarde? Dat was Antarctica. Langzaam kwam ik in de hoek dat zij zei: maar jij vindt mij gek. Ik antwoordde: ‘dat heb ik niet gezegd, ik heb alleen gezegd dat ik denk dat je ongelijk hebt en de verkeerde conclusies trekt’.”

In het publiek zit een arts die het moeilijk vindt dat sommige collega’s in het ziekenhuis geen griepprik willen. “Je gaat allemaal argumenten geven maar het blijkt emotioneel gedreven en alleen gebaseerd op hun eigen ervaring: ik werd ziek van de griepprik.” Waling reageert: “Dat zei die vrouw ook tegen mij: ik voel dat zo. Daar kan je op inhaken: maar wat voel je dan nog meer? En daar handel je dan toch ook niet naar? Je kunt zoveel voelen, maar hoe weet je dan dat het werkt? En bij die eigen ervaring kan je het ook omdraaien: ik ben altijd gevaccineerd, en ik heb niks. Je moet ook een beetje lol hebben in de discussie denk ik.”

Liesbeth Noordegraaf-Eelens heeft een andere suggestie voor dit soort discussies. “Ik denk dat we de discussie vaak langs de lijn van de waarheid voeren, terwijl je die langs de lijn van de waarden moet voeren. Die discussie van vaccinaties gaat vaak over: werkt het wel of niet goed? Terwijl er misschien iets anders aan de hand is: iemand wil niet dat er iets met zijn lichaam gebeurt.”

Erkennen en waarderen

Op Slob na zijn alle sprekers op de een of andere manier verbonden aan een universiteit en duidelijk allemaal op hun gemak als wetenschapper in het publieke debat. Toch merken Roovers en Waling op geen vaste aanstelling te hebben aan de universiteiten waar ze voor werken. Waling: “In de aankondiging klonk dat ik verbonden ben aan de Universiteit Leiden, maar ik heb zelf op dit moment helemaal geen aanstelling, kan ik u verklappen, ik ben gastmedewerker, en als mijn zes maanden ‘straftijd‘ van de arbeidsflexwet weer over is, moet ik gaan bedelen om weer een paar daagjes in de week te mogen werken.”

Rector Rutger Engels zit ook in het publiek, en hij merkt later op de avond op dat hij herkent dat de bemiddelende informerende tussenlaag is verdwenen en wetenschappers die taken nu zelf op zich moeten nemen. Ook hij ziet dat de waardering voor dit werk achterblijft. “Je ziet nu toch vaak dat maar een paar wetenschappers de plicht moeten vervullen om het publieke domein in te gaan. En we waarderen wetenschappers daar helemaal niet voor. Sommigen zijn daar ook niet goed in getraind. Daar moeten wij als universiteit wat aan doen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK