Studiekeuze moet je niet af willen dwingen

Verslag | door Toske Andreoli
20 september 2019 | Het kiezen van een studie voelt voor veel jongeren als een moment waar de rest van hun leven vanaf hangt. Hoe haal je als schooldecaan de druk van de ketel? Het Nationaal Decanensymposium stond dit jaar in het teken van keuzestress.
Foto: Marcelo Campi

Uit middelbare scholen door het hele land waren schooldecanen Schooldecanen helpen middelbare scholieren bij studie- en beroepskeuze. Dit kan de eigen (vak)docent zijn of iemand die hier specifiek voor is aangesteld. naar de Lutherse kerk in Amsterdam gekomen voor het dertigste symposium van de Hogeschool en de Universiteit van Amsterdam over het maken van een studiekeuze. Het thema van de dag: ‘Klaar met kiezen?!’ Wat komt er bij een goede studiekeuze kijken, en hoe kan de druk worden verminderd?

Bij de opening informeerde dagvoorzitter Nadia Moussaid bij UvA-collegevoorzitter Geert ten Dam hoe haar studiekeuze is verlopen. “Ik was altijd al een enorme boekenwurm,” vertelt Ten Dam, “en wist alleen dat ik wilde studeren. Dan kon ik meer gaan lezen en ik vertrouwde erop dat ik dan meer zou ontdekken. Wat ik wilde studeren, daar had ik geen beeld van.”

Uiteindelijk werd het andragogiek vertelt Ten Dam, maar die had daar niet specifiek een carrièrepad bij bedacht. “Mijn broer deed dat al en dat leek me voldoende breed. Later bewoog ik meer naar onderwijskunde. Ik kan me nog steeds voorstellen dat ik iets anders had gekozen en daar ook enorm gelukkig van was geworden.”

Bij studenten van nu ziet ze de drang om de allerbeste mogelijke keuze te maken. De tijden zijn dan ook anders. Zo kwamen er de profielen op de middelbare school, werd studeren duurder en zijn jaren overheidsbeleid gericht op rendement studenten niet in de koude kleren gaan zitten. Toch wijst Ten Dam erop dat lang niet alles te plannen valt. “Soms hangt het in het leven van het toeval af. Pak de kansen die langskomen. Wat niet wil zeggen dat je alles op zijn beloop moet laten.”

Het meten van studiekeuzes

Wat de gevolgen zijn van de studiekeuzes die leerlingen maken, wordt bijgehouden door het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO). Rolf van der Velden coördineert het NCO en is tevens directeur van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt en hoogleraar Onderwijs en Beroepsloopbaan bij de Maastricht University. Hij vertelt over het jaarlijkse rapport dat het NCO aan alle schoolbesturen in Nederland stuurt: “Hoe gaat het met uw (oud-)leerlingen”.

In die rapporten wordt duidelijk naar welk niveau in het vervolgonderwijs de leerlingen toegaan en voor welke sectoren zij kiezen. Ook wordt bijgehouden hoe groot het percentage leerlingen is dat van studie wisselt en hoeveel van de leerlingen een vervolgdiploma behalen. Heel relevante informatie voor loopbaanbegeleiders en schooldecanen, omdat ze daarmee feedback op hun begeleiding krijgen en gangbare valkuilen kunnen herkennen. Maar de rapporten zijn niet zo bekend onder decanen. “We merken toch dat onze rapporten bij de schoolbesturen blijven steken,” vertelt Van der Velden. 

Van moetivatie naar goesting

Wat is er eigenlijk nodig om een goede studiekeuze te maken? Kun je die sturen, en moet je dat eigenlijk wel willen? Maarten Vansteenkiste, hoogleraar motivatiepsychologie van UGent, is deze middag gekomen om de decanen bij te praten over hoe motivatie werkt. Hij maakt een onderscheid tussen wat hij ‘moetivatie’  en op zijn Vlaams ‘goesting’ noemt: moeten versus het ‘willen’.

Beide zijn uitersten van een continuüm van motivatie, waarbij iemand door ‘moetivatie’ iets doet vanuit druk: door externe of interne druk. Het is beter voor het maken van keuzes en het welbevinden van leerlingen als ze ergens voor kiezen vanuit het idee dat iets meerwaarde voor hen heeft of als ze er plezier in scheppen – intrinsieke motivatie.

Vansteenkiste heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de motivatie van scholieren en ontdekte dat een groot deel zonder plezier naar school gaat, alleen vanuit een gevoel van moeten. “Dat is wel ernstig. Als dit over uw baan ging, was u allang wat anders gaan doen. Maar die optie is er niet als het op school aankomt.”

De Gentse hoogleraar geeft de schooldecanen ook tips over de voorwaarden van het maken van keuzes vanuit plezier. Als jongeren worden gestimuleerd bij het versterken van wat hij een ‘intern kompas’ noemt, zijn ze beter weerbaar voor druk. De decanen kunnen hieraan bijdragen door dialoog en inspraak voor de leerlingen te organiseren, ze daarbij te laten nadenken over hun dromen en waarden, en vooral door dwingende taal te vermijden. “Probeer woorden als moeten en verplichten te mijden, en een meer uitnodigende houding aan te nemen.”

Niet je eigen agenda willen doordrukken

Vansteenkiste merkt tot slot op dat er in Nederland meer stemmen opgaan om de studiekeuze van jongeren te sturen. Vanuit zijn onderzoek en gedachtegoed is dit onwenselijk, en trekken de jongeren met zo’n sterk intern kompas zich dan ook weinig van druk aan. “Controlerende personen gaan hun agenda proberen door te drukken. Bij ondersteunend werken is het vertrekpunt de ander en de grondhouding er een van nieuwsgierigheid.”

Vicepremier De Jonge wil studenten desnoods dwingen in hun studiekeuze

Hoogleraar Cognitieve Neurowetenschap Victor Lamme (Universiteit van Amsterdam) kijkt daar weer heel anders tegenaan. Zijn bekende stokpaardje berijdende bestrijdt hij het standpunt van Vansteenkiste: “de vrije wil bestaat niet, en dat is misschien wel een geruststelling, dan hoef je alleen maar op de juiste knoppen te drukken en komt eruit wat de bedoeling is.”

Volgens Lamme worden de meeste keuzes op basis van gevoel en waarden gemaakt, en blijven beweegredenen grotendeels onbewust. De ‘knoppen’ waar hij over spreekt, noemt hij ‘hebzucht’ – altijd meer, beter en leuker willen – ‘angst’, de angst iets te missen of te worden ingehaald, en ‘kudde’: imitatiegedrag.

Het feit dat de VS de eerste mensen op de maan kregen, ziet Lamme als een slimme combinatie van die drie: het was ambitieus, de Amerikanen waren bang ingehaald te worden door de Russen, en Kennedy benadrukte in zijn speech een gevoel van ‘wij Amerikanen doen dit nu eenmaal, wij kunnen dit’. Lammes eigen boodschap blijkt ook niet gespeend van deze beïnvloedingstactiek: “zo werken de hersenen nou eenmaal, we moeten de menselijke natuur niet ontkennen.” Wat het over studiekeuze zegt wordt niet geheel duidelijk uit zijn verhaal, en zo gaan de decanen enigszins verward huiswaarts.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK