Vicepremier De Jonge wil studenten desnoods dwingen tot andere studiekeuze

Verslag | door Frans van Heest
5 september 2019 | Wanneer studenten blijven kiezen voor het economisch domein moeten ze met een meer dwingende hand verleid worden tot een andere studiekeuze. “We hebben heel lang de neiging gehad om tegen elkaar te zeggen: kies vooral een studie die je leuk vindt. Maar leuk is gewoon niet de enige maat der dingen.” Dat zegt vicepremier Hugo de Jonge bij de jaaropening van de Hogeschool Rotterdam.
Vicepremier Hugo de Jonge met studenten van de Hogeschool Rotterdam – Foto: Hogeschool Rotterdam

Maandag vond de opening plaats van het hogeschooljaar van de Hogeschool Rotterdam. De gelegenheid stond in het teken van de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Als speciale gast was de oud-wethouder van Rotterdam en huidig vicepremier Hugo de Jonge (CDA) uitgenodigd om zijn visie te geven op de relatie tussen de arbeidsmarkt en het hoger beroepsonderwijs.

De boodschap van De Jonge was duidelijk: studenten moeten, desnoods met dwingende hand, verleid worden om niet voor een economische studie te kiezen maar voor een opleiding in de techniek of zorg. De voorzitter van de Vereniging Hogescholen Maurice Limmen, ook aanwezig bij de opening, had hier nog wel enkele bedenkingen bij. Hij vond dat ook bedrijven in de techniek hun best moesten doen om jonge werknemers te verleiden om in de techniek te komen werken.

Verdelen van schaarste

Hugo de Jonge mocht de middag aftrappen op de Kralingse Zoom in Rotterdam. Hij zette als minister van VWS uiteen wat de grote uitdagingen op de arbeidsmarkt de aankomende jaren zullen zijn. De zorg krijgt de komende decennia te maken met flinke uitdagingen, zo hield hij de studenten voor. “Neem de vergrijzing, wij weten dat die ons land enorm gaat veranderen. Vanaf vandaag verdubbelt het aantal 75-plussers tot aan 2040, het aantal 90-plussers verdrievoudigt en het aantal mensen boven de 100 verviervoudigt. Tegen de tijd dat jullie eind 30 zijn, zijn er heel veel ouderen bijgekomen. Wij weten helaas dat niet iedereen gezond blijft, er zijn mensen bijvoorbeeld met dementie. Er zijn meer mensen met meerdere chronische ziektes.”

De grote vraag daarom blijft hoe men die zorg met een toenemende krapte op de arbeidsmarkt op peil houdt. “In jullie toekomst hebben we meer mensen nodig voor de zorg, maar tegelijkertijd zijn er minder mensen om die zorg te kunnen leveren omdat juist de arbeidsmarkt krapper wordt. We zullen de zorg anders moeten organiseren, we zullen veel meer innovatie moeten toepassen om die zorg überhaupt organiseerbaar te houden. Een van de grote vraagstukken van morgen is het verdelen van die schaarste.”

We kunnen geen onverstandige keuzes maken

Daarom vond de vicepremier ook dat verspilling van talent moet worden tegengegaan. “We kunnen het ons niet veroorloven om onverstandige keuzes te maken in het verdelen van die schaarste van jullie talent. We hebben heel lang de neiging gehad om tegen elkaar te zeggen: kies vooral een studie die je leuk vindt, of een studie die je motiveert. Maar leuk is gewoon niet de enige maat der dingen.”

De ambitie moet in het hbo dan ook hoger liggen vindt De Jonge. “De samenleving verwacht meer van ons. Daarom is het nodig dat we na gaan nadenken over waar we in de toekomst ons geld mee verdienen. Dat we gaan nadenken over wat de vergrijzing voor impact heeft op de manier waarop we onze zorg en onze samenleving gaan organiseren. We moeten gaan nadenken over de grote opdrachten en waar we onze talenten en beste mensen het hardst nodig hebben.”

“Als het om onze toekomst gaat, wordt het tijd om onze koplampen ietsje hoger af te stellen. Dat is geen taak van alleen het kabinet of alleen het onderwijs, of alleen de werkgevers. Dat is de dure plicht van ons allemaal, om onze studenten echt voor te bereiden op de arbeidsmarkt van morgen.”

Het is niet alleen maar ‘meer’

In het slot van zijn speech kwam de CDA’er met een aantal concrete voorstellen. “Als we door onze oogharen naar de toekomst kijken dan weten we best dat de grote vraag zit aan talent in de techniek, de zorg en de ICT. Dus daarom zou een geleidelijke beroepskeuze enorm helpen om onze arbeidsmarkt echt klaar te maken voor de dag van morgen. In elke regio moet duidelijk zijn welke opleiding kansrijk en minder kansrijk is. Waar hebben we meer mensen nodig en waar moet het ook met minder kunnen? Het is niet alleen maar meer.”

“”Waar hebben we meer mensen nodig en waar moet het ook met minder kunnen? Het is niet alleen maar meer.””

Hugo de Jonge

Limmen reageerde in zijn speech op de woorden van De Jonge. Volgens de voorzitter van de Vereniging Hogescholen wordt het gesprek over welke type professionals nodig is, al gevoerd. “Dat is een ingewikkeld proces, waarbij we ook anderen nodig hebben. Dat kan het hbo niet alleen daar hebben we ook andere partijen bij nodig.” Limmen doelde in dit specifieke geval op de werkgevers in de techniek. “Wie wij daar in ieder geval bij nodig hebben zijn de werkgevers in de technische sector.”

“Ik zeg het toch maar eens: het feit is dat wanneer wij mensen in het hbo begeleiden bij het afronden van een technische studie, er toch een heleboel uiteindelijk niet voor een beroep kiezen in zo’n technische sector.” Volgens Limmen heeft dat ook te maken met de aantrekkelijkheid van een aantal beroepen in die technische sectoren. “Diezelfde werkgevers die wij de hand reiken die moeten er ook zelf ook voor zorgen dat die beroepen aantrekkelijk zijn.”

Risico op mismatch

Aan het slot van de middag was het woord aan Zakia Guernina, lid van het CvB van de Hogeschool Rotterdam. Zij ging breder in op de arbeidsmarktvraag en wat voor nieuwe rol de hogeschool daarin gaat vervullen. In haar speech begon Guernina met een ietwat zorgelijke boodschap. “In de zeer nabije toekomst zullen er beroepen verdwijnen, veranderen, en zullen er voor sommige beroepen nieuwe beroepen terugkomen. Dat stelt ons maatschappelijk voor een grote opgave. Ook werkgevers wordt gevraagd om hun personeelsbestand continu om te scholen en te herscholen.”

Zakia Guernina – Foto: Hogeschool Rotterdam

In sommige gevallen lopen we het risico om een mismatch te hebben met de arbeidsmarkt waarschuwde Guernina. “Ik werd in mei van dit jaar verrast door het advies van het rapport van Van Rijn. Ik werd toen gegrepen door een figuur in dat rapport. Dit overzicht zegt dat op zeer korte termijn wij met z’n allen geconfronteerd worden met een tekort aan instroom in het domein van techniek van circa 64.000 studenten. Tevens betekent dit in de zeer nabije toekomst een overschot aan studenten die instromen in het domein economie. Studenten die mogelijk in de zeer nabije toekomst geen baan meer in de sector kunnen vinden.”

Het bedoelde figuur uit het rapport ‘Wissels om’ van de commissie Van Rijn (pagina 33)

Volgens het collegelid van de Hogeschool Rotterdam is er dan maar een conclusie mogelijk: het economisch domein in het hbo moet op de schop. “Je zou kunnen stellen dat in de zeer nabije toekomst in dat economische domein zich een drama voltrekt. En dat mogelijk hier in Rotterdam, gezien de kenmerken van Rotterdam –met een grote maakindustrie, een grote zorgindustrie, een grote onderwijssector — dit drama zich hier nog meer voltrekt dan elders. Zeker in een stad waar sociaal gezien de soms wat kwetsbaardere groepen leerlingen kiezen voor het economisch domein. Als je dat ziet, dan kun je niet anders dan kan concluderen dat zaken in het economisch domein anders en ook kleiner moeten.”

Dat betekent volgens Guernina niet dat de toegankelijkheid van opleidingen ingeperkt moet worden. “Met kleiner bedoel ik de instroom kleiner in het economische domein, omdat ik vind dat wij de verantwoordelijkheid hebben om de regie te nemen op onze instelling. Daarmee bedoel ik niet dat we studenten weigeren of we keuzemogelijkheden weghalen of dat we numerus fixi gaan toepassen. Het gaat er met name om dat wij leerlingen en ouders verleiden om ook naar andere sectoren te kijken en om ook andere keuzes te maken.”

“Dan gaan ze wel naar de Haagse of Inholland”

Guernina deed daarnaast wel een oproep om dit gezamenlijk met andere hogescholen op te pakken. “Dit kunnen wij niet als Hogeschool Rotterdam alleen. Stel dat wij een numerus fixus invoeren dan gaan diezelfde studenten met alle gemak naar de Haagse Hogeschool of naar Inholland. Daarom vind ik wel dat wij als hogeschool de verantwoordelijkheid hebben om die discussie ook met alle andere hogescholen te voeren.”

De vicepremier reageerde tot slot ook nog op de speech van Guernina en die keek hier minder somber naar en zag vooral ook kansen. “Dit lijkt een heel verontrustend verhaal als je kijkt naar die staatjes, maar memo’s met verontrustende staatjes krijg ik elke dag voor mijn neus, maar deze vond ik eigenlijk nog wel meevallen. Want je kan inderdaad zeggen dat het aantal studenten dat nu kiest voor het economisch domein waar straks nog werk voor is afneemt.”

De Jonge liet weten zich vooral zorgen te maken over de tekorten, waaronder die in de techniek en de zorg. “Wees niet te terughoudend door studenten alleen te ‘verleiden’ voor iets anders te kiezen. Want dan ga je er misschien wel niet komen. Wees dan maar gewoon duidelijk. Dat is ook wel de verantwoordelijkheid die wij met elkaar hebben. Om de weg te wijzen naar de toekomst. Als het verleiden niet onmiddellijk werkt, doe het dan met een meer dwingende hand.”


Naar aanleiding van dit stuk zijn Kamervragen gesteld door het lid Frank Futselaar (SP).


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK