Geesteswetenschapper, kijk buiten je eigen faculteit!

Opinie | door Frank Jan de Graaf
14 oktober 2019 | Er zijn klachten over bezuinigingen op geesteswetenschappen. Ons collectief geheugen, het publieke debat, zelfs de beschaving zouden ermee in het gedrang komen. Maar wanneer ‘geesteswetenschappers’ over de eigen facultaire grenzen heen zouden kijken, zouden ze zien dat de geesteswetenschappen op veel plaatsen bloeien. Overigens is deze groei zo belangrijk dat die een investeringsagenda rechtvaardigt.
Aristoteles

Tot Prinsjesdag hadden voorvechters van de geesteswetenschappen hoop op meer geld voor hun faculteiten om de aangekondigde kasschuif van Van Rijn op te vangen. Het werd een domper. De minister blijft bij haar plan (relatief) minder geld naar deze opleidingen te laten vloeien. Geweeklaag was het gevolg, iets dat past in een traditie. Al een aantal jaren wordt geklaagd over de teloorgang van deze tak van wetenschappen. In 2013 waren er ook felle protesten en in 2001 wilde Freek de Jonge nog de uitverkoop van de beschaving stoppen.

Multi-disciplinair

Dat de geesteswetenschappen – en dús de cultuur – onder druk staan, ligt echter veel genuanceerder. Op veel plekken in onderwijs en onderzoek zijn nieuwe ontwikkelingen gaande die veel kenmerken van de geesteswetenschappen in zich dragen. En waar vernieuwing is, is ook geld te vinden. Hiervan wil ik drie voorbeelden noemen.

Ten eerste hebben universiteiten de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in University Colleges. Dit zijn brede opleidingen met heel veel aandacht voor de geesteswetenschappen, zelfs bij richtingen waar de nadruk ligt op beta-wetenschappen. In veel opzichten lijken ze op de Amerikaanse en Engelse ‘liberal arts colleges’. Studenten krijgen een brede vormende opleiding met aandacht voor maatschappelijke, ethische en levensbeschouwelijke vragen.

Voor een alfa zijn University Colleges een spannende en inspirerende ontwikkeling. Hoe staat het eigenlijk met de vermenging van alfa, gamma en bèta vakken daar, wat betekent dit voor de bekostiging en heeft het onderwijs een relatie met onderzoek? Oftewel, worden de University Colleges de universiteit van de toekomst?

Een punt wil ik hier specifiek iets verder belichten, namelijk de bekostiging. De geldstromen van deze ‘colleges’ lopen vaak anders. Zo moeten studenten meer zelf bijdragen. Is dit een gezonde ontwikkeling? De University Colleges hebben in korte tijd een goede reputatie opgebouwd. De geesteswetenschappen kunnen hier vast veel van leren wanneer ze willen dat er meer wordt geïnvesteerd in hun faculteiten.

Ten tweede hebben de geesteswetenschappen een grote plaats gekregen in aanpalende vakgebieden. De medische ethiek en de bedrijfsethiek zijn bijvoorbeeld grote vakgebieden aan het worden, waar veel maatschappelijke vragen spelen. Op zowel universiteit als hbo zijn grote vakgroepen die heel actief zijn in onderzoek en werkveld.

Een nieuw onderkomen voor geesteswetenschappelijke vragen

Maar ook in technische vakgebieden zoals artificiële intelligentie en design science wordt veel onderzoek gedaan naar ‘geesteswetenschappelijke vragen’. Vragen over de vorm van taal, het ontwerp van techniek en ethische grenzen zijn cruciaal in de ontwikkeling van nieuwe technologie. Niet alleen op fundamenteel niveau, maar ook in de toepassing van nieuwe ‘beta-inzichten’ is ‘alfa kennis’ hard nodig. Een wereld vol patronen, het historische werk over de geschiedenis van kennis van Rens Bod – een van de voormannen van WOinActie – geeft hier prachtige voorbeelden van.

Interview met Rens Bod over zijn boek Wereld vol Patronen

Interessante nieuwkomers zijn hier de hogescholen. Zij hebben relatief weinig geld voor onderzoek, maar het leidt wel tot onderwijs en onderzoek met maatschappelijke impact. Als zodanig biedt ‘praktijkonderzoek’ heel veel kansen voor geesteswetenschappen. Juist op dit gebied lijkt de komende jaren meer financiële ruimte te komen. Hierbij is het ongepast praktijkonderzoek als zuiver ‘nutsdenken’ in de hoek te zetten. Het kan ook worden benoemd als ‘geëngageerd’ of ‘maatschappelijk gericht’ onderzoek.

Bildung is terug

De drie voorbeelden zijn succesvol maar moeten het met veel minder geld doen dan de techniekopleidingen. Wanneer het hoger onderwijs deze ‘Bildungsgerichte’ activiteiten goed bij de politiek onder de aandacht brengt, gaan politici zeker overstag. Een minister – van welke politieke kleur dan ook – investeert graag in vernieuwende activiteiten om jonge mensen cultuur, zingeving en Bildung bij te brengen door geïnspireerde docenten die door onderzoeksactiviteiten midden in de maatschappij staan.

Weinigen in ons land zullen bestrijden dat taal, cultuur, filosofie en levensbeschouwing van onschatbare waarde zijn. Sterker nog, ook techneuten en politici zullen volmondig erkennen dat we niet zonder kunnen, dat geesteswetenschappen onbetaalbaar zijn. De minister en de politici die haar steunen stellen echter fundamentele vragen bij hoe de wetenschap op dit moment is ingericht. Er bestaat schijnbaar onvoldoende duidelijkheid over wat faculteiten met hun huidige aanbod toevoegen aan de maatschappij. Wat is hun daadwerkelijke belang, wat is hun betekenis?

Daarmee stellen ze vragen die geesteswetenschappers maar ook andere wetenschappers in het sociale domein heel serieus moeten nemen, omdat het in de kern een geesteswetenschappelijke vraag is. Zij moeten kunnen omgaan met ‘betekenis vragen’. De simpele reflex dat de minister ten prooi is gevallen aan ‘economisch nutsdenken’ is hier niet op zijn plaats. Naast economisch denken hebben geesteswetenschappen een rol in politiek, cultuur, media, veiligheid en sociale sector, maar zijn de wetenschappers voldoende betrokken bij de maatschappelijke vragen die hier spelen?

Geesteswetenschappen als apart en uniek domein definiëren is soms nodig, maar ook gevaarlijk. Het kan leiden tot onderzoekers in een ivoren toren. De geschiedenis van de geesteswetenschappen laat zien dat zowel docenten als onderzoekers overal een plaats hebben. De grondleggers van de wetenschap waren overal te vinden, op de markt, in de natuur, in de politiek. Ook interesseerden ze zich voor alles. Aristoteles was zowel geïnteresseerd in chemische processen als in opvoeding, taal en religie. Wanneer we streven naar een belangrijke en grotere rol van de geesteswetenschappen omdat het maatschappelijk belangrijk is, dan moeten we dat doen op vele plaatsen in de samenleving.

Frank Jan de Graaf :  Lector Corporate Governance & Leadership bij de Hogeschool van Amsterdam

Lector Corporate Governance & Leadership (in finance and accounting) bij CAREM. Daarnaast is hij verbonden aan de Amsterdam Business School waar hij onder andere les geeft over Corporate Governance.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK