“We zijn elkaars adviseur geworden”

Verslag | door Tim Cardol
10 oktober 2019 | In de leergang Verdiepende Pedagogiek vinden docenten vanuit de hele Hogeschool Rotterdam elkaar. “We zijn daardoor echt andere vragen aan elkaar gaan stellen,” zegt een van de deelnemers. Over het benutten van pedagogische momenten en al het andere dat docenten verbindt.
Ron Bormans in gesprek met de deelnemers van de leergang Verdiepende Pedagogiek

“Het gaat in het hoger onderwijs al heel snel over de inhoud: over toetsing et cetera. Maar eigenlijk niet over vragen als, hoe maak je verbinding met elkaar?” Mike van den Berg is een van de deelnemers van de eerste jaargang van het leertraject Verdiepende Pedagogiek van de Hogeschool Rotterdam. Als docent en onderwijsmanager in het technisch domein constateerde hij dat het eigenlijk maar weinig echt over pedagogiek gaat in het hbo.

Het leertraject Verdiepende Pedagogiek is geïnitieerd door projectleider Samira Abbadi. “Docenten weten zelf het beste welke professionele ontwikkeling zij nodig hebben, daarom hebben wij hen het vertrouwen gegeven om dit traject zelf te ontwikkelen.” Hiervoor is binnen het leertraject gekozen voor de KAOS-pilot als methode. Dit omdat dat enerzijds ruimte geeft aan de deelnemers en tegelijkertijd zorgvuldige stappen neemt in het ontwikkelproces. “De begeleider stimuleert de groep zoveel mogelijk om het zelf te bedenken en uitvoeren en ziet vooral toe op het navolgen van enkele principes die ze samen hebben afgesproken.”

Inspelen op pedagogische momenten

In het leertraject nemen docenten deel vanuit alle verschillende domeinen van de Hogeschool Rotterdam, van werktuigbouwkunde tot de lerarenopleiding. Die docenten ontwikkelen zelf het programma dat ze doorlopen en krijgen vervolgens de rol om binnen de hogeschool ook als ambassadeurs op te treden. “Ze spelen daarmee echt een rol in de cultuurverandering op de hogeschool.”

Die cultuurverandering is nodig, want pedagogiek is in het hoger beroepsonderwijs langzaam maar zeker naar de achtergrond verdwenen, zo constateren ook de deelnemers aan het leertraject. “Pedagogische momenten zijn die momenten in de klas die direct om een reactie vragen van een docent,” legt deelnemer Suzanne Fagel (docent op de Rotterdam Business School) uit. “Als docent heb je die dagelijks, in elke les, en meerdere keren per les. In die pedagogische situaties is het niet mogelijk om stil te staan en te bedenken wat je wil doen: je moet handelen.”

Wouter Pols, de onderzoeker die begin dit jaar afscheid nam bij het Kenniscentrum Talentontwikkeling van de hogeschool, noemt de keuzes die docenten maken in deze pedagogische momenten ‘het stille weten’. Pols: “Leraren weten vaak veel meer dan ze onder woorden brengen. Bij leraren is het kunnen essentieel.”

De terugkeer van het de pedagogiek in het beroepsonderwijs

In Café Evermore in Rotterdam ontmoet de tweede lichting deelnemers aan het traject voor het eerst hun voorgangers. Ook daar komt de term ‘het stille weten’ meermaals in de gesprekken voorbij. “Wat deze leergang ook heeft gedaan is ervoor zorgen dat we een soort gezamenlijke taal hebben gegeven aan waar je als docent heel veel mee bezig bent,” zegt Van den Berg.

““Wat deze leergang ook heeft gedaan is ervoor zorgen dat we een soort gezamenlijke taal hebben gegeven aan waar je als docent heel veel mee bezig bent.” “

Mike van den Berg – docent Hogeschool Rotterdam

Dat herkent ook docent Social Work Amina Kefi. “Het heeft met een ander bewustzijn te maken. Ik merk bijvoorbeeld dat ik in gesprekken met collega’s andere vragen ben gaan stellen.” Dat zijn hele fundamentele vragen als: waarom ben jij docent? Het gaat er volgens Kefi om dat er meer stilgestaan wordt bij het maatschappelijk belang van wat docenten dagelijks doen. Het is een besef dat wel eens naar de achtergrond dreigt te verdwijnen.

Collegevoorzitter Ron Bormans die bij de bijeenkomst aanwezig is, zegt dat beeld te herkennen. “Ik heb het vaker over de school dan over de hogeschool, als ik het over onszelf heb,” vertelt hij. “En dat doe ik bewust, als tegenwicht tegen het beeld van hogeschool als kennisinstelling of university of applied sciences. Dat zijn we natuurlijk ook, maar in ons diepste wezen zijn we een school.”

De opvoedkundige kant was een beetje weggezakt

Bormans zegt het soms schrijnend te vinden dat dat aspect van het onderwijs naar de achtergrond is verdwenen. “Het begint ermee dat je weet waar je het voor doet.” Ook docent Facility Management Agnes van der Haar ziet dat. “De aandacht ervoor was een beetje weg. De opvoedkundige kant van het docentschap was een beetje weggezakt.”

Fagel merkt net als haar collega’s dat die pedagogiek niet altijd terugkomt in haar werk. “Bij het instituut Rotterdam Business School waar ik werk, zijn veel docenten afkomstig uit het bedrijfsleven. Voor hen is praten over pedagogiek minder vanzelfsprekend.” Het leertraject Verdiepende Pedagogiek moet ervoor zorgen dat in de hele hogeschool het gesprek over pedagogiek weer gevoerd gaat worden.  “Wij hebben bij mijn opleiding elk kwartaal een ontwikkeldag en ik heb ervoor gezorgd dat het gesprek over pedagogiek daar weer een belangrijk rol krijgt,” zegt Van der Haar. “Dat is niet altijd makkelijk, want je moet als docent wel met de billen bloot als je situaties in de klas met elkaar bespreekt.”

Van der Haar vertelt over een situatie die zij in de klas meemaakte toen een student halverwege de les opstond en vertrok. “Daar kunnen soms hele goede redenen achter zitten, maar daar moet je wel achter komen. De neiging is misschien dat achteraf met die student te bespreken, maar het kan ook een leermoment zijn voor de hele klas als je het met elkaar bespreekbaar maakt.” Die ingreep plegen op zo’n ‘pedagogisch moment’ is wel spannend, eens te meer omdat het in de loop van de jaren minder gebruikelijk is geworden.

En zo heeft iedere docent – waarschijnlijk dagelijks – wel van die momenten waarop abrupt pedagogisch handelen vereist wordt. Omdat veel docenten toch vrij solitair hun eigen klassen bestieren, worden die momenten niet altijd besproken. De leergang Verdiepende Pedagogiek geeft de handvatten om dat toch te doen. “Het is net even makkelijker om dat te bespreken met allemaal vreemden,” zegt Van der Haar die het als voordeel ziet dat er zoveel docenten uit verschillende domeinen in de leergang participeren.

Elkaars adviseur zijn

Juist door docenten uit alle verschillende domeinen te laten meedoen in het project, moet er ook veel meer kennisuitwisseling plaatsvinden binnen de hogeschool. “Er is zoveel kennis aanwezig in de hogeschool, maar we weten het niet altijd van elkaar,” zegt een van de deelnemers. “Op deze manier kunnen we ook bij elkaar in een soort adviesrol helpen het onderwijs te verbeteren.”

En dat is wat er dan ook steeds meer gebeurt op de Hogeschool Rotterdam, ziet ook deelnemer Sofie Smeets. Zelf is ze werkzaam bij het instituut Rotterdam Business School, maar door haar deelname aan de leergang vindt ze nu steeds vaker haar weg op andere plekken in de hogeschool. “Er zijn veel meer instituutsoverstijgende verbindingen aangegaan naar aanleiding van de leergang. Dat is voor een buitenstaander misschien normaal, maar voor een organisatie als de onze was dat nog vreemd. Ik ken nu gewoon veel meer mensen en vind sneller wie ik nodig heb om te sparren of om samen te werken.”

Gewoon goed lesgeven

“De olievlek is nu al groter aan het worden mede dankzij het enthousiasme en de energie van de docenten,” ziet Abbadi dan ook tevreden. Zo worden op verschillende plekken al speciale sessies georganiseerd om dat gesprek tussen docenten te faciliteren. “Elke docent heeft wel meerdere voorbeelden waarbij je je achteraf afvraagt of je het juiste hebt gedaan. Je voert daar af en toe wel gesprekjes over met collega’s, aan je bureau of bij het koffieapparaat, tussen neus en lippen door,” zegt Fagel. Het doel is om dat gesprek meer te faciliteren en structureler te voeren.

Een goed gesprek in een internationale klas

Een voorbeeld van zo’n georganiseerd gesprek wil Fagel ten slotte nog wel uitlichten. “We hebben het experiment Teacher Talks waarin juist de pedagogische gesprekken centraal staan. Bij de Rotterdam Business School gaan die gesprekken over het onderwerp: ‘Wat is good international classroom teaching?’”

Reden voor de Rotterdam Business School om juist dit thema te bespreken zit hem in het feit dat er veel internationale studenten én docenten op de opleidingen afkomen. “We werken bij een internationale opleiding met ongeveer een derde internationale studenten en ook nog eens een heel divers docententeam. Vaak hebben docenten impliciete opvattingen over wat ‘goed docentschap is’ en hoe je omgaat met zo’n internationale klas. In ons project proberen  we juist die gedachten naar de oppervlakte te krijgen en te bevragen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK