Eerste Deltapremie voor Hanzehogeschool en Hogeschool Rotterdam

Nieuws | door Tim Cardol
12 november 2019 | Uit handen van minister Van Engelshoven ontvangen twee lectoren een premie van €500.000 voor hun onderzoek. "Met deze nieuwe Deltapremie spreken we onze waardering uit voor het praktijkgericht onderzoek."

Op initiatief van de Vereniging Hogescholen en Regieorgaan SIA wordt dit jaar voor het eerst de Deltapremie uitgereikt. De nieuwe prijs van €500.000 per lector is een erkenning voor de waardevolle bijdrage die lectoren met hun onderzoeksgroep leveren aan de samenleving. “Hogescholen zoeken hierbij samen met het regionale bedrijfsleven de meest effectieve oplossing voor vragen uit de praktijk,” stelt Van Engelshoven bij de uitreiking in het Muziekgebouw aan ’t IJ. “De impact van praktijkgericht onderzoek is daarmee groot.”

Chronisch zieke jongvolwassene verdient extra aandacht

“Stomverbaasd,” is AnneLoes van Staa over de winst van de Deltapremie. “Als het over de waarde van praktijkgericht onderzoek gaat, dan hoor ik veel over de samenwerking met bedrijven, over de BV Nederland. En mijn onderzoek, tja, dat gaat daar niet zo over,” zegt Van Staa tegen ScienceGuide.

Van Staa is al sinds 2003 als lector verbonden aan Hogeschool Rotterdam. Het lectoraat Transities in Zorg heeft vooral bekendheid verworven met het onderzoek naar de ondersteuning van jongeren met chronische aandoeningen die de overstap moeten maken naar de volwassenenzorg. Dat is ook het onderwerp waar Van Staa in 2012 op promoveerde.

Inmiddels wordt er op initiatief van vermogensfonds FNO een nationale kwaliteitsstandaard ontwikkeld over transitiezorg voor deze jongeren. “Ik zal niet zeggen dat wij dat hebben geregeld, maar ons onderzoek heeft daar zeker aan bijgedragen,” zegt Van Staa. “Er is de laatste tijd veel meer bewustwording dat deze groep jongeren extra aandacht verdient. We zijn er nog lang niet, maar dat is een hele belangrijke stap.”

Van Staa merkt dat er momenteel in de zorg vooral aandacht uitgaat naar ouderen, nu de vergrijzing overal als uitdaging voor de komende jaren wordt bestempeld. “Jongeren en kinderen zijn op dit moment geen belangrijk thema, en dat is jammer. Wat kinderen met chronische zorgafhankelijkheid nodig hebben is overigens niet fundamenteel anders, het gaat er vooral om dat je als professional in staat bent maatwerk te leveren en persoonsgericht te werken. We proberen dat in het onderwijs in te brengen, maar er zou best wat meer diversiteit in de casuïstiek op de opleidingen mogen zijn.”

Zorgen voor de zorgprofessional

Volgens Van Staa is een van de dilemma’s waar zorgprofessionals in hun opleiding tegenaan lopen dat ze zich de professionaliteit moeten eigen maken en zich tegelijkertijd moeten verhouden tot de patiënt. “Dat is wel eens lastig, want we moeten professionals echt leren dat ze niet alleen van hun eigen professionele standpunt uit moeten gaan, maar juist ook moet leren van en samenwerken met de patiënt.”

Goede zorgprofessionals opleiden is daarom geen gemakkelijke opgave. Een onderwerp dat Van Staa – nu zij de Deltapremie krijgt – onder meer verder wil gaan uitwerken is de zorg voor het behoud van zorgprofessionals na hun opleiding. “We doen nu onderzoek naar vitaliteit en gezondheid van professionals in de praktijk. Dat gaat vooral om vasthouden van personeel. Want met opleiden van zorgprofessionals alleen komen we er niet, als de achterdeur wijd openstaat en een op de tien verpleegkundigen overweegt de zorg te verlaten. Met de huidige tekorten is dat wel iets waar we ons zorgen over moeten maken.”

Nog te weinig samenwerking met universiteiten

In haar acceptatierede gaat Van Staa ook in op de huidige staat van het praktijkgericht onderzoek. De lector van het eerste uur denkt dat de twee lectoren die vandaag de Deltapremie ontvangen deze mede krijgen omdat zij er beiden in slagen zowel wetenschappelijke relevantie en kwaliteit te leveren als wel de samenwerking met het onderwijs en beroepspraktijk aan te gaan. “Volgens mij is een goede lector op alle drie de zijden van de driehoek actief.”

Van Staa heeft dan ook wel een boodschap aan het hele hoger beroepsonderwijs. “Als het gaat om het aantal lectoren dan gaat het de goede kant op, onderzoek krijgt steeds meer een plek op hogescholen. Maar qua omvang is het nog heel erg bescheiden, nog niet heel stevig ingebed en er is nog weinig samenwerking met universiteiten. Praktijkgericht onderzoek heeft een enorme maatschappelijke potentie en ik vind het een fantastische uitdaging om dat de komende jaren nog meer te gaan benutten!”

De ideale spreekkamer

Naast Van Staa valt ook Mark Mobach, lector Facility Management aan de Hanzehogeschool Groningen, vandaag in de prijzen. De beoordelingscommissie roemt Mobach om de impact die zijn onderzoek maakt op het kruispunt van verschillende domeinen, van openbaar vervoer tot de geestelijke gezondheidszorg.

Aan ScienceGuide legt Mobach uit hoe de multidisciplinaire benadering er bij zijn lectoraat uit ziet. “Zo heeft een hoofd facilitair bedrijf van een ziekenhuis, in zijn functie veel te maken met architectuur, techniek en vastgoed. Die verschillende domeinen praten in de praktijk dus met elkaar. Maar de samenwerking kan ook veel beter. Dat willen we in ons onderzoek en onderwijs aanjagen; studenten er beter op voorbereiden en de praktijk betekenisvol veranderen.”

Op de Hanzehogeschool zijn er innovatiewerkplaatsen waar onderzoekers, studenten en mensen uit het werkveld elkaar ontmoeten en samenwerken. Bij het lectoraat van Mark Mobach zijn er vier: zorg, kantoren, steden en onderwijs. “We hebben bijvoorbeeld in Drachten een opdracht gedaan om de ideale spreekkamer in een ziekenhuis te ontwikkelen. Dat gaat om architectuur, om dienstverleningsprocessen, maar ook om interieurontwerp of zelfs autonome beeldende kunst. Dan betrekken we er dus ook studenten van de kunstacademie bij.”

Wat Mobach – tevens leading lector van het kenniscentrum NoorderRuimte – probeert te doen is, zoals hij het zelf zegt, onderzoek met een grote O en onderzoek met een kleine o met elkaar verbinden. “Zo hebben we een promovenda die onderzoek doet naar de begeleiding in de laatste levensfase, palliatieve zorg. Zij zorgt dat ze haar onderzoekservaring deelt met studenten. Die gaan daar weer mee aan de slag, bijvoorbeeld door te kijken naar hoe je een ziekenhuiskamer zo kan inrichten dat het toch huiselijk is en er voldoende privacy is. Dat is iets wat vaak mist in die zorgfase. Door die aanpak leveren studenten weer input voor haar onderzoek.”

Ruimte voor meer bijzonder onderzoek

De lector Facility Management is zeer vereerd met de Deltapremie. Hij heeft al voorzichtig nagedacht wat hij met het geld wil gaan doen. “Ik wil eigenlijk een 80-20 verdeling hanteren. Tachtig procent wil ik gebruiken voor het versterken van de vier innovatiewerkplaatsen waar we met het lectoraat actief zijn. Daarbinnen wil ik in elk geval gaan samenwerken met de andere winnaar. Daarbij gaat het om de invloed van ruimte op gezondheid, zoals in de zorg en de stad. Twintig procent wil ik gebruiken voor meer bijzonder onderzoek, waar ook niet direct externe financiers voor te vinden zijn.”

“Dan kun je denken aan onderzoek bij kwetsbare groepen,” vervolgt Mobach, “zoals ons onderzoek naar ruimte voor mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag en autisme of dementerenden. Het is in zekere zin altijd onderzoek naar de relatie tussen de menselijke behoefte en de gebouwde omgeving. In die grote verscheidenheid zitten buitengewoon interessante kansen voor cross-overs; onderdelen die we kunnen repliceren en toepassen in hele andere situaties. En daarmee verbeteren. Dat is heel waardevol voor de kennisontwikkeling op dit multidisciplinaire onderzoeksterrein, zowel voor de praktijk als voor de studenten.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK