Hbo moet voorkomen dat onderwijs een ondergeschoven kindje wordt

Nieuws | door Frans van Heest
6 november 2019 | Onderwijs moet het vaak afleggen tegen onderzoek op de universiteit. Als het hbo niet oppast, dreigt men in diezelfde val te lopen, waarschuwt vice-rector Frank Miedema (Universiteit Utrecht).
De Aula van de Universiteit Utrecht, toneel van het debat – Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (CC BY-SA 4.0)

In het Academiegebouw van de universiteit Utrecht organiseerde de AWTI, het Rathenau Instituut en de Onderwijsraad vorige week een bijeenkomst over de verwevenheid van onderwijs en onderzoek, in het hbo en wo. De meningen in de discussie daarover liepen nogal uiteen, maar er was een gedeelde opvatting: onderwijs delft altijd het onderspit ten opzichte van het onderzoek op universiteiten. De waarschuwing aan hogescholen was deze avond dan ook om niet diezelfde kant op te gaan, nu ook promoveren in het hbo mogelijk wordt als het aan de sector ligt.

Onderwijs onder druk

De eerste spreker deze avond was hoofd onderzoek Jos de Jonge die na jaren trouwe dienst afscheid neemt van het Rathenau Instituut om van zijn pensioen te genieten. Hij stelde dat het onderwijs ook door de matchingsproblematiek op universiteiten steeds meer onder druk komt te staan. “We zien het vele geld dat nodig is voor de matching van de onderzoeksopdrachten, waardoor naast het eerste geldstroomonderzoek ook het onderwijs onder druk staat.

Gek genoeg zegt De Jonge dat dit op universiteiten anders beleefd wordt. Zij zien vooral dat het onderzoek onder druk komt te staan. “Zeker op plekken waar sprake is van een hele sterke stijging van het aantal studenten zoals in de techniek en in de landbouw. Daar zie je de afgelopen jaren een stijging van 60% tot 70% meer studenten.”

Het zijn vooral de financiële prikkels die de competitie tussen onderzoek en onderwijs aanwakkeren volgens De Jonge, niet de idealen van medewerkers. “Niemand in de universiteit ontkent het belang van onderwijs, maar de meeste medewerkers identificeren zich met onderzoek. Daar zit ook het overlevingsgeld voor jonge mensen die in het systeem willen blijven.”

De Jonge stelt dat op hogescholen vooralsnog de focus sterk ligt op onderwijs en dat men daar op het gebied van onderzoek tegen andere problemen aanloopt. “In de hogescholen is iets heel anders aan de hand. Daar is onderwijs de hoofdmoot van de activiteiten, ook wat betreft het geld en de aanpak. Sinds vijftien jaar hebben we daar de lectoren maar die hebben nog niet de aantallen en de positie zoals de leerstoelhouders op de universiteiten. Het vormgeven van praktijkgericht onderzoek is nog in volle gang en er wordt nog gezocht wat die kennis allemaal precies gaat opleveren.”

De Rathenau-onderzoeker ziet ook nog dat het hbo-onderzoek nog zoekende is naar de precieze positie. “Ze worstelen ook met de impact van het onderzoek in het hoger beroepsonderwijs. Ze zijn wel weer heel goed aangehaakt bij maatschappelijke ontwikkelingen. De communis opinio binnen de hogescholen is wel: het mag wel wat sterker en het mag wel wat meer. Maar in beide sectoren – zowel op de universiteiten en de UMC’s aan de ene kant en de hogescholen aan de andere kant – zie je dus dat ze werken aan de relatie tussen onderwijs en onderzoek.”

Rol voor overheid en financiers

De Jonge ziet dat ook de overheid en onderzoekfondsen een belangrijke rol kunnen spelen om onderwijs binnen de universiteit meer op de agenda te zetten. “Onderwijs en onderzoek zouden elkaar moeten ondersteunen, maar zo wordt het in de praktijk helaas nog niet overal gezien. Ook het carrièreperspectief van medewerkers vertroebelt als men veel aandacht aan het onderwijs geeft. De overheid, onderzoekfondsen spreken de universiteit vooral in de eerste plaats aan op onderzoek.”

Door de stijgende studentenaantallen neemt de druk op het stelsel alleen maar toe vervolgt hij. “Hogescholen groeien nog steeds in studentenaantallen, maar die groei is niet meer zo sterk als die geweest is. Universiteiten groeien gewoon door en dat gaat ook heel hard. Het eerste geldstroombudget dat de minister van onderwijs aan universiteiten en UMC’s geeft stijgt, in tegenstelling tot wat sommige beweren, nog harder dan de studentenaantallen. Niemand weet of dat voldoende is, want groei moet je ook financieren. Groeien geeft ook fricties. Iedereen die ziet dat de collegezalen vollopen dat dit druk op het systeem zet en op de mensen die het onderwijs verzorgen.”

Zorgen over strategische agenda

De Rathenau-onderzoeker constateert dat de scheve verhouding binnen de universiteit ten aanzien van onderzoek gelukkig aan het wijzigen is. “Godzijdank is er sinds een aantal jaar ook hier in Nederland mede door toedoen van Science in Transition en ook door ons onderzoek een nieuwe wind gaan waaien op universiteiten en hogescholen.”

Toch kijkt De Jonge tot slot een beetje verontrust uit naar de nieuwe strategische agenda hoger onderwijs van minister Van Engelshoven. Wordt die wel genoeg gedragen door het veld? “Ik pleit voor een integrale visie op het stelsel. Veelzeggend vind ik persoonlijk dat in januari de minister van Onderwijs een visie heeft ontwikkeld op onderzoek. Begin december komt zij met haar visie op het hoger onderwijs.”

De wetenschapsbrief van Ingrid van Engelshoven

Volgens De Jonge is er een integrale visie nodig.  “Dat gaat over onderwijs, onderzoek en valorisatie, en hoe dat elkaar kan beïnvloeden. Ik denk ook dat die integrale visie vooral uit de sector zelf moet komen en niet zozeer van de minister. Beleid en wetgeving volgt tenslotte meestal de ontwikkelingen op universiteiten en hogescholen.”

Veel verwarring over onderzoek in het hbo

Daan Andriessen, lector Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek van de Hogeschool Utrecht stelde in zijn pleidooi dat hogescholen ervoor moeten waken om universiteiten ten aanzien van onderzoek te gaan kopiëren. “Ik doe onderzoek in het hbo en dat is praktijkgericht, dus ik probeer ook het debat in het hbo te beïnvloeden. Dat lukt mij redelijk, maar niet altijd. Het hbo is een beroepsopleiding en zeker voor de bachelor geldt dat het begrip onderzoek wel voor heel veel verwarring heeft gezorgd.”

Andriessen wijst erop dat het hbo-onderzoek voor studenten ook tot veel verwarring kan leiden. “Studenten in het bacheloronderwijs in het hbo, die worden niet opgeleid om wetenschappelijk onderzoek te doen, maar die worden opgeleid tot ‘problem solvers’.” Problem solving is volgens hem iets anders dan het ontwikkelen van nieuwe kennis dat voldoet aan wetenschappelijke standaarden.

Janneke Hoekstra, directeur van de Faculteit Techniek van de HAN is het eens met Andriessen dat bachelors niet opleiden voor wetenschappers maar om een beroep uit te oefenen. “Maar het hbo-onderzoek heeft wel degelijk geleid tot de verhoging van de kwaliteit van onze afgestudeerde bachelors.”

In reactie op Hoekstra erkent Andriessen dat het hbo nog zoekende is wat onderzoek nu precies inhoudt. “Toen hbo-bestuurders in 2009 besloten dat onze studenten onderzoekend vermogen moesten hebben, ontstond er ontzettend veel verwarring over het onderzoek. Hoekstra zegt het verwarrend te vinden, maar we gaan juist nu afspreken wat we onder het woord onderzoek verstaan. Er was toen namelijk geen internationale wetenschappelijke literatuur over wat de rol van onderzoekend vermogen is in het beroepsonderwijs. Dat bestaat namelijk niet. Dat zijn we nog volop aan het ontwikkelen.”

De diplomafraude in 2010 heeft er volgens Andriessen toe geleid dat er vaak verkeerde verwachtingen ontstonden van de studenten. “We dachten opeens dat we de studenten wetenschappelijk onderzoek moesten laten doen, waarbij we vervolgens allerlei studenten in een proces hebben gegooid van het schrijven van een wetenschappelijke scriptie, waar het gros van de studenten helemaal bij is afgehaakt. Die studenten worden er heel ongelukkig van maar die kwaliteit van de opleidingen ging ook achteruit.

Onderwijs wordt ondergewaardeerd

Frank Miedema oprichter van Science in Transition en momenteel vice-rector onderzoek bij de Universiteit Utrecht vindt dat iedereen moet er erkennen dat onderwijs wordt ondergewaardeerd. “Wat mij is opgevallen is, is dat wij het ongelooflijk moeilijk vinden om eerlijk te zeggen dat zelfs binnen het hbo, maar ook zeker binnen de universiteiten onderzoek eigenlijk altijd het primaat heeft ten opzichte van het onderwijs. Daar moeten wij heel eerlijk in zijn: onderzoek staat in hoger aanzien en heeft meer prestige dan onderwijs, dat is gewoon zo.”

Volgens Miedema is het naïef om te denken dat deze prioriteit ten aanzien van onderzoek niet zou bestaan. “Wat wij allemaal denken: in onze universiteit gebeurt dat niet, want daar heeft iedereen een roeping, het gaat ook helemaal niet om het salaris. Het gaat erom dat je het fijn vindt om onderwijs te geven aan studenten en om onderzoek te doen waarmee je de wereld enorm kan verbeteren. Dat is niet zo want het is keihard werken om te kunnen overleven, je moet die beurs halen. En dan ga je maar doen wat in het systeem belangrijk is. Dan blijf je dus uit het onderwijs. Ik zeg altijd: mensen die onderwijs geven die benadelen zichzelf, decanen willen immers alleen maar publicaties zien.”

Miedema had dan ook een duidelijk waarschuwing aan het adres van hogescholen. “Mijn waarschuwing aan het hbo is: kijk uit! Bij ons is er ook een hele sterke academic drift geweest. Pas op hbo, doe dat dus niet. Jullie komen straks ook in een systeem waar gepromoveerd kan worden, pas op want dan wil straks iedereen dat prestigieuze onderzoek doen. Dat heeft ons opgebroken in de universiteit.”

Iets minder promoties mag wel

Tot slot stelde Miedema dat al het onderzoek op de universiteit ook wel iets minder mag, bijvoorbeeld ten aanzien van het aantal promoties. “Al die duizenden papers die wij per jaar schrijven hier in Nederland. Als er daar ietsje minder van komen en er ietsje meer aandacht komt voor kwaliteit is dat ook niet erg. Er zijn ook heel veel mensen die promoveren. Het is vervelend voor de promovendi dat ik dit zeg: maar als die niet gepromoveerd zouden zijn, dan zouden alleen hun schoonouders en ouders een hele mooie dag gemist hebben. Voor de rest zou de maatschappij er niet heel anders uitzien zonder hun promotie.”

Rathenau-voorzitter Melanie Peters sloot de avond af en had een indringende oproep aan het hoger onderwijs en het ministerie van OCW. “Wat betreft het ministerie hebben we ook echt een visie nodig. Ik werd onlangs gebeld door een journalist die zei: mevrouw Van Engelshoven doet het zo slecht. Dan denk ik: daar moeten we het gewoon niet over hebben. Het is niet mevrouw Van Engelshoven, het is ook niet de partijpolitiek van vier partijen die in dit kabinet zitten. Universiteiten zijn 400 jaar oud, het gaat niet over dit kabinet.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK