“Ik ging ervan uit dat je geen docent aanneemt die in transitie gaat”

Interview | door Toske Andreoli
20 december 2019 | Na negen jaar voor zichzelf te hebben gewerkt, ging Tess Kooistra weer lesgeven in het hoger onderwijs. Tegelijkertijd begon ze een gendertransitie. De crux is om mensen actief mee te nemen in het proces, vertelt ze. Problemen in haar omgeving ervoer ze niet. “Het afdelingshoofd zei: we staan helemaal achter je.”
Tess Kooistra en Erica Schaper – Foto: NHL Stenden

Vorige week ontving NHL Stenden Hogeschool de Transzoen van Transgender Netwerk Nederland voor transvriendelijk werkgeverschap. Collegevoorzitter Erica Schaper nam de prijs in ontvangst. ‘De Transzoen voelt echt als een erkenning voor onze inclusieve NHL Stenden community. Wij willen dat iedereen op deze hogeschool wordt gezien en om dat nog eens extra te benadrukken ondertekende ik ook, samen met de gemeente Leeuwarden, de Verklaring van Dordrecht voor transvriendelijk werkgeverschap.”

Alle beren van de weg

De nominatie voor de Transzoen kwam van docent Civiele Techniek Tess Kooistra. In 2015 startte zij haar transitie. Kooistra was van 1994 tot 2006 al docent aan NHL. “Toen had ik er geen zin meer in. Het was allemaal vergaderen, terwijl ik met studenten wilde omgaan. Ik ben destijds weggegaan, want ik heb ook een eigen bedrijf ernaast en het werd te veel.”

In 2015 vroeg de hogeschool haar terug te komen, ze hadden dringend een docent nodig met haar specialisatie. “Daar wilde ik wel over komen praten. Ik werk alleen op mijn bedrijf en ik vond het wel leuk om weer wat collega’s te hebben. Op het sollicitatiegesprek werden al mijn eisen gelijk ingewilligd. Vergaderen hoefde niet meer, het was voornamelijk lesgeven, en het salaris was geen enkel probleem. Dus ik zou per 1 september beginnen.”

Ze wisten niet dat Kooistra op dat moment twijfelde over een gendertransitie. “Ik was bang dat er problemen zouden komen, dat mijn hele omgeving over mij heen zou vallen. Dat ik een heleboel mensen en klanten kwijt zou raken. Mijn bedrijf is in de weg- en waterbouw. Het gaat over fundering, grond. Echt een mannenwereld. Mijn klanten zijn de provincie, gemeenten, andere ingenieursbureaus en veel aannemers.”

Een psycholoog trok haar over de streep. “Hij zei: als er nou tien van de honderd klanten afvallen omdat ze niet meer met je willen werken – en dat zou al veel zijn – is dat erg? Nee, zei ik. Dan heb ik eindelijk weer een beetje rust. Op die manier schoot hij alle beren van de weg. Ook richting mijn familie. Hij moedigde me aan mensen om me heen eerst eens te vertellen dat ik vrouwelijke gevoelens heb, en te kijken hoe ze reageren. Ik hoefde nog helemaal niet te zeggen dat ik als vrouw verder zou leven.”

Zijn er nog vragen?

Toen ging het ineens heel snel. “Ik heb het in veertien dagen aan zo’n veertig mensen verteld. Ze reageerden allemaal positief! Ze zeiden: als je qua karakter maar hetzelfde blijft, ga alsjeblieft je gevoel achterna. Toen wilde ik ervoor gaan.”

Kooistra ging ervan uit dat het lesgeven nu niet meer door zou gaan. “Ik was er al vanuit gegaan dat je geen docent gaat aannemen die op dat moment in transitie gaat. Ik ging erheen en dacht: ik kom niet, ik vertel het even netjes en dan ga ik naar huis. Maar dat liep even anders. Het afdelingshoofd zei: nee je komt wel! We willen je graag hebben, of je nou in transitie gaat of niet. Wanneer je als vrouw les wilt geven bepaal je zelf, wij staan helemaal achter je.”

Nog één keer ging ze als man gekleed naar de hogeschool. “Dat voelde voor mij beter. Ik had geleerd: als transgender kun je beter het verhaal vertellen zoals je bent, en dan pas de switch maken, in plaats van andersom. Want anders praten ze met een vreemde. Dat heb ik in mijn buurt ook gedaan. Ik loop hier met een hond door de buurt, en ik heb iedereen die ik vaak tegenkwam op een gegeven moment met een fotootje verteld: na de vakantie zie ik er zo uit. Dan moet je niet denken dat er iemand anders met mijn hond loopt. Dan krijg je hele mooie verhalen terug, en heel veel begrip.”

“Zo heb ik dat op school ook gedaan. Aan het eind van de les heb ik gezegd: volgende week kom ik terug als vrouw. Paar neptieten en een pruik op, en je moet het er maar mee doen. Zijn er nog vragen?” lacht ze.

‘Dat is toch privé?’

 “Ik keek de collegezaal in en zag al die mondjes openvallen. En een student zegt: ja ik heb vragen!” En er kwamen er meer. “Of ik aan de hormonen was, of ik op vrouwen of mannen viel, of ik alle operaties ging doen, hoe lang ik er al mee zat. Ze durfden van alles te vragen en daar heb ik gewoon eerlijk antwoord op gegeven. Een aantal collega’s zei tegen me: dat is toch privé? Maar ik wilde openheid geven. Voor de meeste mensen is zo’n transitieproces nieuw.”

De week daarna is Kooistra als vrouw voor de klas gaan staan, en dat was niet alleen voor haar spannend. “Ik had al gehoord van een collega, zijn dochter zat in mijn klas, dat de studenten allemaal ontzettend benieuwd waren hoe ik eruit zou zien. Ik geloof dat ik een jurk aan heb gedaan, ik weet het niet eens meer. Ik ben mijn lesje af gaan draaien.”

De studenten bleken iets anders te hebben verwacht. “Ze zeiden een beetje verbaasd: je ziet er best wel leuk uit. Ze hadden op de een of andere manier het idee dat ik eruit zou zien als een drag queen. Te kort rokje, te zware make-up. Dat is gewoon niet zo.”

“Sindsdien heb ik eigenlijk helemaal geen problemen gehad. Ik heb me nog een of twee jaar voorgesteld als: ik ben Tess Kooistra, ik heb een eigen bedrijf en ik ben transgender. Maar dat doe ik nu niet meer. Ze weten het allemaal. Ik maak er wel grapjes over zo nu en dan.”

Je moet mensen erin meenemen

Dat Kooistra geen problemen heeft ondervonden, is volgens haar omdat ze sterk in haar schoenen staat. Ze erkent wel dat niet alle transgenders zo vastberaden zijn. “Eigenlijk moet er dan in een bedrijf een soort vertrouwenspersoon zijn, een decaan, wie dan ook, die met de transgender het pad uitstippelt hoe je het gaat doen naar je collega’s. Hoe ga je het bekendmaken? Sommigen doen het met een mededeling, sommigen met een bijeenkomst in de kantine. Anderen doen het helemaal fout: die komen zonder iets te zeggen ineens als vrouw op hun werk. Dan krijg je weerstand.”

De crux is om mensen actief proberen mee te nemen in het transitieproces, vindt Kooistra. Zo zien mensen je geleidelijk veranderen. “Ik heb zelf een blog bijgehouden voor familie en kennissen. En ik heb mijn naam, Tess, laten bedenken door vrienden en kennissen. Ik heb gezegd: het moet met een T beginnen, daar begon mijn voornaam vroeger ook mee. Het moet kort en krachtig zijn, en niet een naam die in mijn omgeving al voorkomt. Echt een nieuwe naam. Er kwamen twee namen uit die ik leuk vond, die heb ik weer in de groep gegooid: stem maar. Toen werd het Tess. Ik voel me nu echt Tess.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK