Minister toont lef met de nieuwe onderwijsprijs van €2,5 miljoen

Nieuws | door Frans van Heest
18 december 2019 | Met de nieuwe onderwijsprijs van €2,5 miljoen heeft de minister ontzettend veel lef getoond. Dat zegt Docent van het Jaar 2017, Marc van Mil van de UU tijdens het VSNU-café. Er komt nu meer aandacht om het onderwijs te innoveren volgens hem wil de rector van zijn universiteit deze onderwijsprijs maar al te graag ‘binnenhalen’.
Minister Van Engelshoven overhandigt de Strategische Agenda aan VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg

Op het VSNU-café afgelopen donderdag, georganiseerd in het kader van de Nieuwe Strategische Agenda hoger onderwijs, was de minister uitgenodigd om deze agenda toe te lichten. Volgens de minister staat de agenda vooral in het teken van samenwerking. “De rode draad door de hele agenda is: hoe zorgen we voor meer samenwerking in het hoger onderwijs?”

“Een heel mooi voorbeeld is wat de VH en de VSNU zelf ook al hebben opgetekend in hun Strategische Agenda, met de aandacht voor wisselstroom. Zodat studenten aan het begin van de opleiding nog kunnen switchen tussen hbo en wo. Hoe zorgen we dat dat soort samenwerking beter tot stand komen?” Van Engelshoven ziet het als haar opdracht om dit te stimuleren en waar mogelijk via de bekostiging vorm te geven.

Onze prestaties zijn extreem goed

Bij de lancering van de Strategische Agenda werd al duidelijk dat de minister erkende dat het hoger onderwijs eigenlijk niet zonder een extra investering kan van €1 miljard. Deze boodschap werd bij het VSNU-café herhaald. “Ik vind het belangrijk omdat in deze Strategische Agenda te erkennen. In Nederland investeren we gemiddeld in het hoger onderwijs, ook als je kijkt naar de landen om ons heen.”

“Onze prestaties zijn echt extreem goed als je kijkt naar de kwaliteit van het onderwijs en de wetenschappelijke prestaties. Dat heeft wel een grens.” De huidige bekostiging is namelijk niet toereikend genoeg volgens de minister. “Willen wij op dit niveau blijven presteren dan zullen we moeten blijven investeren, want het gaat nu echt ten koste van medewerkers.”

Marijtje Jongsma van de VAWO had wel zorgen over die extra investeringen, wat als die uitblijven? “Ik was heel erg verheugd om te merken dat er in ieder geval heel veel consensus is over dat het systeem dat piept en kraakt. En dat er eigenlijk een miljard bij moet. Maar mijn grootste zorg is: binnen wat voor termijn en wat als het miljard er niet komt?”

Ook Rutte zegt het

Van Engelshoven zei in reactie op deze vraag dat hier ook een verantwoordelijkheid voor de sector zelf ligt. Die moeten laten zien dat ze dat extra miljard ook meer dan waard zijn. “Ik begrijp die vraag heel goed. Even voor de helderheid: dat miljard is er niet morgen. Dit kabinet heeft ook uitdagingen op tal van andere terreinen, maar het is niet alleen ik die dit zegt, ook de minister-president heeft in de Eerste Kamer gezegd: ‘we moeten wel zicht houden op die Lissabon-doelstelling van 2,5% van de bbp investeringen in kennis en wetenschap.

https://www.scienceguide.nl/2019/12/met-deze-minister-valt-niet-te-debatteren/

In navolging van die boodschap van de premier vindt Van Engelshoven het ook noodzakelijk dat de kennissector deze boodschap uitdraagt. “Ik vind het nu ook aan ons allemaal om ervoor te zorgen dat dat draagvlak om deze investering te doen echt ontstaat. Volgens mij moeten wij daar de handen ineenslaan. Maar ik heb het echt luid en duidelijk op tafel gelegd. Ik ga er ook voor knokken dat dit geld er komt.”

Eerst BSA weg dan pas studentensucces

Ook het Interstedelijk Studentenoverleg was aanwezig. De voorzitter Kees Gillesse was in grote lijnen blij met deze nieuwe agenda, maar had nog wel kanttekeningen bij het begrip ‘studentensucces.’ “Zolang de maatregelen niet genomen zijn om het rendementsdenken eruit te halen kunnen wij nog niet spreken van ‘studentensucces.’ Dit moet ook de aanleiding zijn om specifieker te kijken naar bijvoorbeeld het bindend studieadvies. Helpt dat ons nu echt of is dit nu een maatregel die ervoor zorgt dat studenten zo snel mogelijk door hun studie gaan?”

Vice-rector magnificus van de TU Delft, Rob Mudde was stellig over het bsa. “Volgens mij is studentensucces niet een free ride. Ik vind wel degelijk dat jonge mensen die naar ons soort instituten komen, die betaald zijn door de belastingbetaler, verantwoording moeten afleggen. Dat betekent niet dat je studenten moet uitpersen, maar het betekent voor mij niet dat de keuzevrijheid ongelimiteerd is.”

Volgens Mudde hoort dit bij accountability ook naar de samenleving toe. “De discussie moet wat mij betreft weg van het rendementsdenken, maar niet van accountability. Rendement is killing, maar accountability is durven te vertellen dat je doet wat je doet. Voor mij is het wel degelijk van belang dat wij aan de belastingbetaler kunnen uitleggen dat bij een bepaalde instroom er ook een bepaalde hoeveelheid diploma’s uitkomt. Dat is toch wel een maat die wij met elkaar moeten durven benoemen.”

De statuur van het hbo moet beter

Mirjam van Praag, voorzitter van de Vrije Universiteit, zag nog wel een ander punt ten aanzien van studentensucces. Teveel studenten kiezen nu voor de universiteit. “Ik denk dat er heel veel studenten op de universiteit zitten die gelukkiger zouden zijn op het hbo. Laten we dat beestje maar gewoon bij de naam noemen. Maar 6% van de VWO-scholieren gaat naar het hbo, de rest wil naar de universiteit. Als we daar iets aan zouden kunnen doen, ook wat betreft de statuur die het hbo nu heeft. Ik denk dat er dan veel meer studentensucces is.”

De Landelijke Docent van het Jaar 2017, Marc van Mil van de Universiteit Utrecht. Die vaker bij oploopjes van OCW en de VSNU het podium mag betreden, vroeg zich af of bij het verbeteren van het studentensucces hij niet zijn niveau van zijn vak naar beneden moet bijstellen. “Mag ik dan nog steeds het niveau van mijn cursus zo hoog leggen dat veertig procent van de studenten een onvoldoende haalt? Omdat er eigenlijk een hele grote groep studenten is die hier niet thuishoort, of krijg ik dan op mijn donder van de opleidingsdirecteur?”

Dan kunnen diploma’s net zo goed in de schappen van AH

Of Van Mil zijn niveau moet verlagen is volgens Mudde van de TU Delft niet zozeer de vraag. Daaronder ligt de vraag of de UU-docent wel de juiste studenten heeft. “Voor mij is het niet de vraag of jij je niveau moet verlagen, om het diplomasucces te halen. Dan moet je diploma’s in de schappen van de Albert Heijn leggen, dat is veel makkelijker. Het echte probleem is: heb jij wel de juiste studenten?”

In een land als Nederland moeten niet alleen universiteiten topprestaties leveren, maar ook studenten. “Ik denk dat wij onze studenten verplicht zijn om het wereldniveau te laten halen. Dat is de maat der dingen. Dat bepalen wij niet zelf maar dat bepaalt de wereld voor ons.”

Dat betekent volgens Mudde dat een docent als Van Mil zoveel uitval heeft hij kennelijk niet de juiste studenten heeft. “Jij moet je kunnen verantwoorden hoe het komt dat veertig procent het niet haalt. Als jij kan laten zien dat je prima onderwijs geeft, dat past bij het niveau wat nodig is. Dan heb jij kennelijk niet het goede cohort in de klas. Ik verwijt dat die studenten niet, ik verwijt het ons als collectief. Dus daarom moeten wij ook met het hbo proberen afspraken te maken. Zodat je in de eerste maanden nog kan doorschakelen als je niet het goede niveau hebt. Dat zal mij heel veel waard zijn.”

Ga dan maar naar het hbo

Deze opmerking van Mudde was toch een beetje tegen het zere been van de Vereniging Hogescholen. Eva Kloosterman de voorlichter van de VH vroeg zich af of dit wel de juiste benadering was van de Universiteiten. “Aan de ene kant wordt er gezegd we moeten iets doen aan het imago van het hbo en aan de andere kant wordt er toch steeds een beetje gesproken over als je niet goed genoeg bent, ga dan maar naar het hbo.”

Volgens Kloosterman moet dat namelijk helemaal niet de discussie zijn. “Je moet als student kijken of je een wetenschappelijke carrière voor ogen hebt dan ga je naar het wo en als je meer een beroepsgerichte carrière voor ogen hebt dan ga je naar het hbo. Hoe kun je dat nu goed aan een studiekiezende student uitleggen, zonder dat ze het gevoel hebben dat ze niet goed genoeg zijn voor de universiteit? Daar worstelen wij dus ook mee.”

Minder superstatus

Een ander punt dat aan de orde kwam was de nieuwe onderwijsprijs die minister Van Engelshoven heeft aangekondigd in haar strategische agenda. Een prijs die niet altijd positief werd ontvangen bijvoorbeeld door de Jonge Akademie. Marijtje Jongsma van de VAWO had hier zo haar gedachten bij. “Mijn vraag is of het uitreiken van onderwijsprijzen de werkdruk niet juist extra verhoogt. Moeten we niet mensen eerst meer ruimte geven omdat onderwijs goed te ontwikkelen, in plaats van het eind die superstatus weer toe te kennen?”

Van Mil was wel enthousiast over deze nieuwe prijs, al had het geldbedrag wel wat lager gemogen. “Die onderwijsprijs is geen oplossing voor de werkdruk, laten wij daar eerlijk over zijn. Het is wel een heel belangrijk signaal. Als je twee prijzen hebt de Spinozaprijs en de Stevinprijs en er komt een derde prijs bij met precies evenveel geld. – Ik vraag me ook af of die prijzen €2.5 miljoen moeten zijn dat mag van mij best minder-.  Dat die prijzen voor onderzoek, valorisatie en die onderwijsprijs gelijkwaardig zijn vind ik een heel belangrijk signaal. Wij zijn ook heel erg blij dat de minister zo dapper is geweest omdat precies gelijk te trekken.”

Volgens Van Mil gaat er wel een belangrijk signaal uit van zo’n prijs. “Wat je ook krijgt en volgens mij gaat dat ook werken is dat er een soort emancipatoir effect komt. Docenten zien iets interessants gebeuren. Mijn rector heeft al tegen mij gezegd: wij gaan wel die prijs binnenhalen. Ik denk dat dit soort effecten niet onderschat moeten worden.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK