“We willen geen muizen beter maken, maar mensen”

Verslag | door Sicco de Knecht
5 december 2019 | De transitie weg van het proefdier is vooralsnog een overwegend stille revolutie, maar alternatieven met menselijke weefsels en mini-organen bieden uitzicht op een versnelling. “Dat is niet alleen veel relevanter voor patiënten,” zegt Christine Mummery (LUMC), “maar het is uiteindelijk ook sneller en goedkoper.”
Een long in chipvorm – Foto: NIH National Center for Advancing Translational Sciences

Het is 2019 en dat betekent dat de drie V’s dit jaar 60 jaar bestaan. Dit denkkader, ingebracht door de Britten Russel & Birch. De drie V's Deze principes werden in 1959 voor het eerst beschreven door britse wetenschappers Russel & Burch. In het Engels zijn het de 3 R’s: replacement, reduction and refinement. Onderzoekers moeten bij de aanvraag van een proef aangeven hoe zij de 3 V’s hebben toegepast op hun proefopzet. vormen nog altijd de basis van de huidige wetgeving Dit samen met het denkwerk van Peter Singer, die het ongerief dat dieren ervaren aan een proef centraal stelde in zijn boek Animal Liberation. en in Den Haag gaan dan ook stemmen op om deze wetgeving eens grondig te herzien.

Lang niet alle aanwezigen bij de Transitie Proefdiervrije Innovatie conferentie donderdag in Utrecht zijn echter overtuigd van de noodzaak om de wet aan te passen. Wat echter wel duidelijk wordt is dat Nederland flink aan de bak moet om de uitgesproken ambitie om internationaal ‘voorloper’ te zijn in 2025 waar te maken. Waar Nederland tot en met 2005 nog op koers lag om in 2065 op ‘natuurlijke’ wijze proefdiervrij te zijn, is er tussen toen en nu aanzienlijk minder reductie geweest. De afgelopen jaren bleef het aantal gebruikte proefdieren in Nederland zelfs nagenoeg stabiel.

Weinig inzicht in menselijke ziekteprocessen

Toch is er deze week reden te verwachten dat een aanzienlijke vermindering op komst is, zo vertelt Christine Mummery (LUMC) in haar keynote op de conferentie. “De nieuwe internationale ICH-richtlijn maakt jaarlijks 300.000 tot 400.000 dierproeven overbodig.” Onder de vorige standaard moesten medicijnen voor zwangere vrouwen op zowel (zwangere) ratten als konijnen worden getest maar omdat die resultaten zo veel op elkaar lijken is die eis voor dubbel testen geschrapt.

Mummery wijst erop dat dit een mooie ontwikkeling is, maar dat het bovenal hoog tijd wordt om meer met menselijk materiaal te gaan doen. “Er is verrassend weinig inzicht in menselijke ziekteprocessen, nagenoeg al onze kennis komt uit dierproeven.” Dat is een probleem omdat ziektebeelden tussen mensen en dieren veel kunnen verschillen. “Het is dan ook niet verwonderlijk dat de meest verkochte medicijnen veelal niet aanslaan in de patiënten waarvoor ze bedoeld zijn.”

De grote doorbraak ziet Mummery dan ook in het vervangen van dierproeven met tests op menselijke weefsels en organen. “Dat is niet alleen veel relevanter voor patiënten, maar het is uiteindelijk ook sneller en goedkoper.” Dat laatste punt doet aanwezigen iets rechter op in hun stoel zitten. De ontwikkeltijd van een medicijn is typisch gesproken meer dan tien jaar, door verplichte stadia met dierproeven te vervangen met tests op menselijk materiaal kan hier forse versnelling in komen.

Open science op Europees niveau

In het gebruik van organoïden Humane organoïden zijn klompjes cellen die samen functioneren als een kleine versie van een normaal orgaan. Ze kunnen gekweekt worden uit stamcellen en bijvoorbeeld worden gebruikt om medicijnen op te testen. , organs-on-a-chip Organs on a chip zijn driedimensionale chips waarbinnen de werking en interactie van organen of weefsels kan worden nagebootst. Hiervoor zijn in de regel wel dierlijke cellen nodig, maar valt het doen van verdere proeven niet onder de wet op de dierproeven. en combinaties hiervan ziet Mummery grote kansen om uiteindelijk grote delen van het menselijk lichaam en ziekteproces na te bootsen. “Deze aanpak biedt niet alleen de kans om gerichter te kijken naar hoe menselijk weefsel zich gedraagt, we kunnen het ook patiëntgericht doen.”

Dat biedt voordelen, al was het maar omdat sommige medicijnen specifiek niet werken of zelfs gevaarlijk kunnen zijn voor een selecte groep patiënten. Nu er steeds meer technieken worden ontwikkeld om uit velerlei weefsels – zelfs bloed – stamcellen van een persoon te maken kan het onderzoek op menselijk materiaal volgens Mummery echt een vlucht maken.

De Leidse hoogleraar ziet deze razendsnelle ontwikkelingen als een grote kans maar is er wel op beducht oude fouten niet te herhalen. “We moeten echt veel beter afstemmen waar iedereen mee bezig is, en geen dingen dubbel gaan doen.” Daarom is Mummery druk bezig met een consortium dat een overkoepelende Europese onderzoeksinfrastructuur op wil zetten.

“Het moet een groot virtueel platform worden waar we alle technieken, ervaringen en resultaten met elkaar delen.” Om te slagen moeten alle belanghebbenden, van onderzoekers tot wetgevers, regulerende organen tot de industrie samenkomen in een groot open science project. “En de data moet open access zijn, ook als een stof niet werkt dan moeten we dat bekend maken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK