Kabinet weifelt om de EU te laten opdraaien voor internationale studenten

Nieuws | door Frans van Heest
30 januari 2020 | Geïnspireerd door de SER willen het CDA en de VVD dat de Europese Unie gaat betalen voor de hoge instroom van Europese studenten in het Nederlandse hoger onderwijs. Beide partijen sturen het kabinet met die boodschap naar Brussel, maar het kabinet twijfelt nog over de effectiviteit van dit voornemen en legt de verantwoordelijkheid bij de VSNU.
Foto: Praag, Moyan Brenn

In aanloop naar de lancering van de Strategische Agenda hoger onderwijs van minister Van Engelshoven eind vorig jaar . Volgende week komt de SER naar de Kamer om zijn advies toe te lichten. De SER constateert dat het budget van het hoger onderwijs, in het bijzonder de universiteiten, uitgedaagd wordt wat betreft de instroom van het aantal internationale studenten.

De SER stelt voor om de mogelijkheden te verkennen een EU-fonds te vormen om landen die netto EU-studenten opleiden financieel te ondersteunen. Het polderoverleg constateerde dat veel studenten hier komen studeren, maar dat maar weinigen een positieve bijdrage leveren aan de Nederlandse economie. “Wanneer EU-studenten een opleiding in Nederland volgen die weinig toegevoegde waarde heeft voor onze economie, of uit EU-landen komen met een lage ‘stay rate’, vormen zij mogelijk een disproportionele belasting op het budget van ons onderwijssysteem.”

Binnenkort is er overleg van de Raad voor Concurrentievermogen in Brussel waar Mona Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken, voor Nederland is afgevaardigd. Zij krijgt van de VVD en het CDA via een eerder aangenomen motie de opdracht om in de EU op zoek te gaan naar andere gelijkgestemde landen om afspraken te maken rondom studentenmobiliteit.

Op de agenda van European Association of Universities

Het kabinet laat weten dat OCW inmiddels in gesprek is met huidig voorzitter van de Europese Raad, Kroatië. “Vanuit het ministerie van OCW zijn gesprekken gevoerd met Kroatië over de agendering van het onderwerp op de OJCS-Raad (Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sportraad). Daarnaast is door het ministerie van OCW een brief gestuurd aan- en de eerste hoogambtelijke gesprekken gevoerd met de Commissie om het onderwerp ook bij hen onder de aandacht te brengen. De komende tijd zal de minister van OCW verdere gesprekken voeren met andere lidstaten om te inventariseren in welke mate dit probleem ook bij hen speelt en welke mogelijke oplossingen zij zien op Europees niveau.”

Daarnaast wil de VVD dat er expliciet aandacht komt voor de negatieve gevolgen van een te hoge instroom van internationale studenten voor bijvoorbeeld de toegankelijkheid van Nederlandse studenten in het hoger onderwijs.

Dit is in het licht van een eerdere oproep van de VVD opmerkelijk. Nog geen drie jaar geleden wilde de VVD dat het aantal internationale studenten in Nederland fors verhoogd zouden worden. Voormalig Kamerlid van de VVD Pieter Duisenberg had de doelstelling om in 2025 maar liefst 225.000 internationale studenten aan te trekken. Momenteel haalt het Nederlandse hoger onderwijs nog niet de helft van die doelstelling van de VVD destijds en de liberalen trekken nu al aan de bel dat er te veel internationale studenten zijn in Nederland.

Volgens het kabinet moet dit ook een onderwerp zijn dat besproken moet worden binnen de Europese universiteiten. Want Kroatië heeft als voorzitter van de Europese Raad zelf nog niet het initiatief genomen op dit onderwerp. “Het Kroatisch voorzitterschap heeft op dit moment nog niet de samenwerking gezocht met Nederlandse onderwijsinstellingen en studentenorganisaties op dit onderwerp. Het onderwerp staat wel op de agenda van de European Universities Association (EUA), waar de Nederlandse vereniging van universiteiten (VSNU) bij is aangesloten.”

Braindrain voor andere Europese landen

In het debat over taal en toegankelijkheid vorig jaar december heeft minister Van Engelshoven al laten weten in eerste instantie niet te voelen om dit probleem op te lossen met geld zoals de SER voorstelde. “Ik ga op dit moment niet zeggen dat je dat met geld moet oplossen, want landen die last hebben van een braindrain zullen zeggen dat hun economische schade veel groter is dan wat Nederland betaalt aan de opleiding van die studenten, die voor een deel ook nog een grote bijdrage leveren aan de Nederlandse economie.”

De minister zei toen dat de Europese Commissie er voor zal moeten zorgen dat studie en onderzoeksfaciliteiten in deze landen verbeterd zullen worden. “We moeten ook kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat landen meer investeren in hun kennisopbouw, in de opbouw van hun universiteiten en wetenschappelijke kwaliteit. Dus ja, we zullen daarop inzetten. Hopelijk zullen we ook de Commissie kunnen aanmoedigen om op dit punt met concrete voorstellen te komen.”

Van Engelshoven zal de gebalanceerde studentenmobiliteit op de agenda zetten van de Onderwijs Jeugd Cultuur en Sportraad die op 20 februari vergadert in Brussel.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK