Meer geld alleen is niet de oplossing

WOinActie doet aangifte van overwerk aan universiteiten

Analyse | door Sicco de Knecht
21 januari 2020 | WOinActie deed gisteren aangifte van structureel overwerk bij de Arbeidsinspectie, de volgende stap op de escalatieladder na de 'witte staking'. Wat is er nodig voor een echte verbetering? "Wat wij willen is dat er inspraak komt. Dat docenten en onderzoekers mee kunnen beslissen over de werkverdeling en dus de werklast," zegt woordvoerder van WoInActie Remco Breuker.
Een ouderwetse prikklok – P.H. Louw (CC BY 2.5 NL)

Afgelopen december verzamelde de actiegroep WOinActie, FNV en Aob meldingen van structureel overwerk. Gisteren overhandigden de partijen meer dan 700 meldingen van overwerk aan de Arbeidsinspectie. “Onze eis was dat er onderzoek zou komen naar de werkdruk op universiteiten,” zegt woordvoerder van WOinActie Remco Breuker (Universiteit Leiden) tegen ScienceGuide.

Inspectie doet onderzoek

Dat onderzoek gaat er komen. Niet in de laatste plaats omdat de inspectie verplicht is meldingen die via vakbonden worden gedaan te onderzoeken. “Dat niet alleen, de inspectie erkent en herkent de klacht en ziet deze bovendien terug in alle publieke sectoren”, vertelt Breuker. De inspectie gaat nog dit jaar onderzoek doen naar werktijden en de psychosociale arbeidslast op universiteiten, een onderzoek dat waarschijnlijk gekoppeld wordt aan een reeds lopend programma over intimidatie in de wetenschap.

De collectieve aangifte van 719 universitaire medewerkers liegt er niet om. Universitair medewerkers werken gemiddeld 36 procent meer dan in hun contract is afgesproken, en enkelen maken zelfs weken van 90 uur. Het structurele overwerk leidt volgens de respondenten tot slaapgebrek, stress, psychische en fysieke klachten en grijpt in op het privéleven.

WoInActie zette de oproep voor het maken van een melding breed uit op sociale media en elders. Breuker erkent dat het gaat om een selecte steekproef. “We hebben inderdaad opgeroepen tot het melden van structureel overwerk. Dat is een selecte oproep en daar zal dan ook een selecte groep op reageren.” Toch denkt hij dat de resultaten een betrouwbaar beeld geven van de situatie op de universiteiten.

Een al te herkenbaar beeld

Directeur Melanie Peters en Alexandra Vennekens van het Rathenau Instituut hebben het rapport van WOinActie en de vakbonden gelezen. “Deze cijfers en fenomenen herkennen we uit meerdere kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeken die we hebben gedaan,” zegt Vennekens, die niet opkijkt van het gerapporteerde overwerk. “Er wordt al tijden substantieel overgewerkt op universiteiten.”

Uit het rapport ‘Drijfveren van Onderzoekers’ dat in 2018 voor het laatst werd gepubliceerd, bleek al dat op universiteiten gemiddeld 28 procent wordt overgewerkt. “Die getallen zijn niet heel anders dan in deze collectieve melding,” zegt Vennekens.

Een opvallende groep onder de respondenten van de melding is de ‘docent’. Deze groep van overwegend jonge medewerkers met een tijdelijke aanstelling rapporteert zelfs 47 procent meer tijd te besteden aan het werk dan de contractuele aanstelling. “Dat is iets waar ik mij als hoogleraar diep voor schaam,” zegt Breuker tegen ScienceGuide. Veelal neemt deze groep een groot deel van het onderwijs op zich, waar stafleden niet meer aan toekomen.

“Die mensen doen vaak een hoop meer dan van ze gevraagd mag worden,” vult Peters aan, “en ze werken natuurlijk ook over omdat ze zichzelf in de kijker willen spelen.” De route naar een vaste aanstelling loopt immers via vele tijdelijke aanstellingen op de universiteit.

Dat de druk bij docenten zo hoog ligt, betekent overigens niet dat vaste staf het makkelijk heeft op de universiteit. Zo blijkt zowel uit onderzoek van het Rathenau Instituut als uit de collectieve melding. Peters: “Je moet constateren dat de ruggengraat van de universiteit, dat wil zeggen het personeel dat moet zorgen voor de organisatie, simpelweg smal is geworden.”

Wanneer er op zo’n smalle basis wordt gewerkt, komt ook de vaste staf uiteindelijk niet meer toe aan wat nodig is om de organisatie draaiende te houden. “Het cement tussen de stenen is dan weg. We zien net als de FNV in andere domeinen ook dat functies worden uitgehold en opgeknipt. Op universiteiten worden medewerkers op enkele dimensies beoordeeld.” Vennekens vult aan: “Wat buiten de beoordeling valt zijn al die activiteiten die nodig zijn om een fatsoenlijke werkplek te zijn.”

Naar de prikklok?

In november riep WOinActie al op tot een ‘witte staking’. Daarbij werden academici opgeroepen een maand lang niet buiten kantoortijden te werken. Gemakkelijker gezegd dan gedaan, zo bleek destijds uit een rondgang van ScienceGuide. Nu intensiveert de actiegroep de wijze waarop men aandacht vraagt voor de werkdruk door collectief aangifte te doen van structureel overwerk.

De vraag is wel of WOinActie hiermee krijgt waar de actiegroep om vraagt. De arbeidsinspectie zal zich bij de behandeling van de klacht vooral richten op de arbeidsomstandighedenwet (Arbo) en de arbeidstijdenwet. Inzake de Arbo kan de inspectie de werkgever vragen om een verbeterplan op te stellen, houdt deze zich daar bij inspectie niet aan dan volgen sancties en bij herhaaldelijke schending boetes. Als het aankomt op arbeidstijden is handhaving notoir lastig en kan het zo zijn dat medewerkers zelf gevraagd zullen worden hun uren in de avonden en in het weekend bij te houden.

Moeten we dan over op het uitschakelen van e-mailservers na werktijd? Is een verbod op congresbezoek in het weekend bespreekbaar? Academici aan de prikklok? “Nee, absoluut niet!” zegt Breuker. “Dat is in ieder geval niet wat wij willen bereiken met deze actie. Wat wij willen is dat er inspraak komt. Dat docenten en onderzoekers mee kunnen beslissen over de werkverdeling en dus de werklast. Er moet op korte termijn schoon schip gemaakt worden en er moet een werkbare situatie komen op de universiteiten. Dat moeten we met zijn allen doen.”

Ook Peters ziet maatregelen als inperken van de werktijden niet als oplossing. “Deze aangifte lijkt me hoogstens een campagnemiddel maar het is zeker niet de oplossingsrichting.” Volgens haar is het inderdaad tijd om de discussie over democratie aan de universiteit weer te voeren. “De grip via democratische inspraak aan de universiteit is de afgelopen jaren verminderd, terwijl een deel van de oplossing is dat je collectief wilt bespreken wat je wil met bijvoorbeeld het onderzoek.”

Als we minder doen kachelen we achteruit

Vanuit meerdere hoeken zwelt de roep om een miljard extra voor het hoger onderwijs inmiddels aan. Actiegroepen en bestuurders vinden elkaar in hun poging de minister te bewegen de daad bij het woord te voegen. “De minister heeft nu zelf al aangegeven dat er een miljard bij moet,” zegt woordvoerder van de VSNU Bart Pierik tegen ScienceGuide, “laat ze dat dan ook gaan regelen.”

Op de vraag of dit probleem ook zonder extra geld kan worden opgelost, antwoordt hij stellig dat het geen oplossing is om dan maar minder te werken. “Stel je voor dat we die handschoen oppakken. Dan doen we allemaal maar eens wat minder, dan vallen we met zijn allen uit de rankings en dan kachelt de kwaliteit van het onderwijs achteruit. Is dat dan in het publieke belang?”

Vennekens gelooft niet dat meer geld alleen de oplossing is. “Het kan zelfs zijn dat je daardoor het probleem verergert. Zoals ons onderzoek laat zien, leidt in het huidige systeem, dat gericht is op individuele prestaties, een toename van middelen niet automatisch tot een sterkere ruggengraat.” Ook verbaast het haar dat, na al het wetenschappelijk werk dat vraagtekens zet bij universitaire rankings, dit nog steeds zo’n belangrijk onderdeel van de overweging kan zijn. “Het is nu toch wel duidelijk dat die rankings niet alles zeggen over kwaliteit van onderzoek?”

Excellentiebeleid heeft zijn langste tijd gehad

“De uiteindelijke vraag is hoe de universiteit stuurt,” zegt Peters. “De financiële prikkels zijn leidend. Een Europese beurs of het aanbod van goedkope buitenlandse promovendi zijn dan bepalend voor de keuzes die onderzoekers – ieder voor zich – maken. Een universiteit zou collectief moeten nadenken over wat ze wil bereiken.”

Komt hiermee een einde aan de acties? “Zeker niet,” zo laat woordvoerder Ingrid Robeyns (Universiteit Utrecht, WOinActie) weten. “We gaan verder met de escalerende acties en in een volgende actie zullen we zeker ook studenten betrekken want die zijn net zo goed de dupe van de situatie.” Wat de volgende actie zal zijn kan ze nog niet vertellen. “Daar wordt op onze volgende openbare vergadering over gesproken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK