Ombudsfunctie binnen universiteit voorlopig op de lange baan

Nieuws | door Frans van Heest
23 januari 2020 | Minister Van Engelshoven is niet voornemens om de ombudsfunctie op universiteiten wettelijk vast te leggen. Zij wil dit liever overlaten aan de cao-tafels van verschillende universiteiten, dit tot onvrede van de Kamer.
acteurs van Het Acteurgenootschap vertaalden de ervaringen seksuele intimidatie naar het toneel (foto Tim Hillege)

Onlangs debatteerde de Kamer over sociale veiligheid in het onderwijs. Een belangrijk thema bij dit debat was intimidatie binnen universiteiten en hogescholen. Een punt dat steeds hoger op de agenda staat, zeker na het onderzoek van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren.

Divers is de wetenschap nog allerminst en veilig evenmin

Kamerlid Kirsten van den Hul (PvdA) vroeg in haar termijn uitgebreid aandacht voor het onderwerp intimidatie. “Divers is de wetenschap nog allerminst en veilig evenmin. Dat bleek ook weer uit het rapport over intimidatie op de werkvloer van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren. De conclusie was dat intimidatie veel vaker voorkomt dan mensen denken en dat er hoge drempels blijven bestaan om wangedrag te melden en om daders daadwerkelijk aan te pakken.”

Volgens Van den Hul is het duidelijk dat instellingen nog altijd geen greep hebben op deze problematiek. “Daders kunnen ongestoord jarenlang hun gang gaan. Zoals de beruchte Amsterdamse hoogleraar ‘acht-voor-een-nacht’. Al jaren geleden kwamen er meldingen binnen over grensoverschrijdend gedrag, seksuele intimidatie en erger, maar niemand greep in.”

Vaak blijkt het ook ingewikkeld om klachten te melden, zo stelde de PvdA. “Omdat diegene die jou moet beoordelen, ook degene is waar je klacht overgaat. Of omdat het onduidelijk is waar je terecht kan. Zo zijn er websites die aanraden om bij seksueel overschrijdend gedrag maar eerst met elkaar in gesprek te gaan. Zo sta je als slachtoffer totaal in de kou.” Al eerder vroeg de PvdA op advies van de LNVH om tot een landelijk meldpunt te komen. De minister voelt hier niet veel voor heeft zij toen laten weten, en ook het LNVH heeft dit advies ingetrokken.

Ombudspersoon moet een wettelijke basis krijgen

Het besluitvormingsproces rond de ombudsfunctie kent inmiddels een lange geschiedenis in de academie. Al in 2015 werd er besloten tot een pilot met een ombudsman op een aantal universiteiten. Op basis daarvan moest besloten worden of dit landelijk beleid zou worden. In de daarop volgende cao-onderhandelingen werd het besluit uitgesteld en werd opnieuw afgesproken een pilot te doen bij drie universiteiten.

In 2019 is er wederom gestart met een pilot met ombudsfuncties, ditmaal bij vier universiteiten. In de Kamerbrief valt te lezen dat: onder meer gekeken [zal] worden hoe de ombudspersonen zich onderscheiden ten opzichte van vertrouwenspersonen.” Hetgeen geen onbelangrijke vraag is aangezien de verschillende instellingen (subtiel) verschillende opvattingen hanteren over het werk van de ombudspersoon.

Van den Hul was niet te spreken over het feit dat de minister de verantwoordelijkheid voor dit onderwerp bij de universiteiten laat. “Daarmee blijft het risico bestaan dat op sommige instellingen het wel wordt geregeld en op andere niet. Kan de minister ook toezeggen dat zij ervoor zorgt dat aan studenten wordt gevraagd om mee te denken hoe deze functie kan worden ingericht?”

Ombudsman aan de universiteit: interne hygiëne

Bij het uitblijven van een concreet antwoord op de vraag aan de minister eiste Van de Hul dat de ombudsfunctie een wettelijke verankering zou krijgen. Ook Jan Paternotte van D66 sloot zich hierbij aan. “Universiteiten en hogescholen zijn publieke instellingen, we hebben hier een gezamenlijke verantwoordelijkheid. En we hebben ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid dat hooggekwalificeerde wetenschappers hier naartoe komen omdat ze weten dat dit een sociaal veilige omgeving is. Daarom willen wij ook graag die ombudsfunctie zien.”

Net als de PvdA maakt D66 zich zorgen over het feit dat de minister dit vooral aan de cao-tafel wil overlaten daar kan dan per universiteit beslist worden of een ombudsfunctie nodig is. “Ons idee is dat het juist belangrijk is om bijvoorbeeld het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren en het Promovendi Netwerk Nederland ook te vragen om mee te denken. Is de minister bereid om samen met PNN, LNVH, de VSNU en de vakbonden tot een voorstel te komen om de ombudspersoon van een wettelijke basis te voorzien?”

Bovendien wil Paternotte dat de ombudsfunctie ook uitgebreid wordt naar studenten. “Op de Vrije Universiteit is de Ombudsman er ook voor studenten. De studenten zitten vaak ook in die afhankelijkheidsrelatie, bijvoorbeeld als je een scriptiebegeleider hebt die bepaalt of je kan afstuderen of niet. Een ombudsfunctie heeft ook meer bekendheid en dus ook meer slagkracht als dat een persoon is die aanspreekbaar is voor de hele universiteit of hogeschool.”

Misschien kunnen we het breder openstellen

Van Engelshoven vond het wel een interessante gedachte om net als op de VU ook een ombudsfunctie in te stellen voor studenten. “Dat is nu bij één van de ombudsfuncties het geval. Ik vind het interessant om te zien hoe dat uitwerkt voor studenten. Het zou zomaar kunnen dat uit de evaluatie blijkt dat dit werkt, zodat we dat ook breder kunnen openstellen voor studenten.”

Deze toezegging vond Van den Hul van de PvdA nog niet genoeg. “Ik ben niet helemaal gerustgesteld door de woorden van de minister op dit punt. Zij zegt weliswaar het is goed om te kijken of die ombudsfunctie breder kunnen openstellen voor studenten. Tegelijkertijd zien we in de praktijk dat intimidatie over de hele linie plaatsvindt, van het schoonmakend personeel tot aan de hoogleraren onderling. Wat gaat de minister doen om dit te faciliteren? De instellingen moeten wel de mogelijkheden hebben om dit handen en voeten te geven.”

De minister wil eerst de huidige pilot afwachten en wil niet vooruitlopen op toekomstige besluiten. “Ik vind het een beetje voorbarig om te zeggen tijdens een pilot nu al conclusies te trekken over hoe dat dan precies moet. Ik kan die conclusies nu niet trekken.” De evaluatie van de lopende pilot moet medio 2020 plaatsgevonden hebben.

Het borgen van veiligheid is een kerntaak

Bovendien vindt de minister ook niet dat zij de aangewezen partij is om de portemonnee te trekken om de ombudsfunctie mogelijk te maken. “Het borgen van veiligheid van het personeel op hogeschool of universiteit is je kerntaak, dat hoort gewoon uit je lumpsum gefinancierd te worden.”

Paternotte kon zich op dit punt beter vinden in de antwoorden van zijn partijgenoot Van Engelshoven, maar wilde toch ook niet dat uitgesloten zou worden dat de ombudsfunctie wettelijk verankerd zou worden. “Het is in ieder geval positief dat de minister benadrukt, dat alleen een vertrouwenspersoon niet genoeg is. Je moet ook die agenderende macht kunnen hebben van een ombudsfunctie.”

Paternotte: “Er is natuurlijk wel wat ongeduld hier omdat die pilots lang duren uit 2019. Laten we snel een besluit nemen om ook die studenten daarbij te betrekken en kijk hoe dat op de Vrije Universiteit gaat. Wat ons betreft zou dat wel degelijk een wettelijke verankering kunnen zijn. “

De minister zei niet uit te sluiten om dit toch te gaan doen. “Ik sluit niet uit, dat als we zien dat het nodig is om het wettelijk te verankeren dan gaan we dat ook doen, maar als het niet nodig is moeten we het ook niet doen. Ik sluit dat niet op basis van de evaluatie gaan wij wel meteen een besluit nemen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK