Onbevangen voorbij het stereotype

Nieuws | de redactie
28 januari 2020 | "Het zijn nog altijd de witte mannen die besluiten nemen over de toekomst in het hoger onderwijs." Ingeborg van der Ven wil met het project ONBEVANGEN hier verandering in brengen.
De galerij van ONBEVANGEN – Foto: MinOCW

Vijftiende verdieping, Hoftoren. Direct uit de lift linksaf prijken acht portretten. Een rector, een hoofddocent, een lector, en nog vijf andere vrouwen kijken de voorbijganger vanaf maandag toe vanuit een setting die voor hen bijzonder is. De een op de trappen van haar aula, de ander half in het water tussen rietstengels die tot boven de afbeelding strekken. Aan de achterkant van de foto’s, speels, dan weer statig, staan de verhalen. Het zijn de verhalen van acht vrouwen in het Nederlandse hoger onderwijs.

“Dit is een project, geboren uit frustratie,” vertelt initiator van het project ONBEVANGEN Ingeborg van der Ven. “Het is de frustratie die ik meemaakte als journalist, onderzoeker en student in een sector waar het nog altijd de witte mannen zijn die besluiten over de toekomst van een sector die toch echt voor de helft uit vrouwen bestaat.” Ze interviewde de afgelopen anderhalf jaar vrouwen die haar inspireerden, fotojournalist Freek van den Bergh maakte de portretten.

“”Mijn professor zei: ‘Een promotieplek zit er niet in voor jou. Hier aan de universiteit zijn we nog niet klaar voor kleur.’””

Jean Marie Molina – Hoofddocent Hogeschool Rotterdam

“Wat ik heb geleerd uit deze periode is dat wat al deze vrouwen succesvol maakt, is dat zij in de eerste plaats mensen zijn.” De persoon centraal stellen is dan ook wat Van der Ven en Van den Bergh hebben gedaan. “Wat is nu de bedoeling? Dat is wat veel mensen mij hebben gevraagd de afgelopen tijd.” Niet in de laatste plaats hoopt ze het stereotype beeld dat bij velen opdoemt als het woord ‘wetenschapper’ of ‘rector’ valt een klein beetje bij te kunnen stellen. “De rest is aan uzelf.”

Ik geloof dat ieder mens uniek is

Meer dan anderhalf uur in de file. Dat is wat Directeur-Generaal van het ministerie Marcelis Boereboom er met liefde voor over had om bij deze opening te zijn. Hij is een gelovig mens. “Ik geloof dat ieder mens uniek is, maar daardoor niet ongelijkwaardig.” Situaties van ongelijkheid verdraagt deze enige witte man in het kernteam van OCW naar eigen zeggen slecht.

“Mijn opvattingen over gelijkheid gaan al verder terug dan toen ik op OCW werkte,” vertelt Boereboom, die op het podium hardop terugdenkt aan zijn tijd bij Sociale Zaken. “Ik heb daar tot twee keer toe incidenten meegemaakt waar werkgevers uitspraken ontvielen waar ik oprecht van geschrokken ben.” Hij is dan ook zichtbaar gelukkig met het feit dat er voortgang geboekt wordt op dit onderwerp, maar het gaat hem niet snel genoeg.

Daar schrik ik best van

En binnen de Rijksoverheid gaat het zeker nog niet overal goed. Onlangs zat Boereboom nog in een vertrouwelijk overleg met veiligheidsdiensten. “Dan kijk ik zo rond en daar schrik ik dan best van, want dan zit ik met 13 blanke mannen over de veiligheid van Nederland te praten. De enige vrouw die daar dan zit is een vrouw die het verslag maakt. Dan denk ik: nou hier hebben we nog wel wat werk te verzetten. Ook binnen de overheid is het lang nog niet goed.”

“”Bestuurders kunnen helemaal aan boord zijn, maar de laag daaronder draait al dertig jaar mee. Het is een tanker. En om die van koers te laten wijzigen, kunnen we slechts hele kleine beetjes bijsturen.””

Aminata Caïro – Lector Haagse Hogeschool

Ook bij de Algemene Bestuursdienst (ABD), de overheidsorganisatie die top-ambtenaren detacheert kan er op dit punt nog veel verbeteren, ziet de top-ambtenaar van OCW. Zeker nu daar ook kritiek op is vanwege het benoemingsbeleid bij de Belastingdienst. “Bij de ABD, die nu een beetje onder kritiek ligt volgens mij, daar sturen we wel heel erg op gelijke doorstroom van mannen en vrouwen. Ik vind dat goed, maar op het punt van diversiteit, daar doen we het nog niet goed genoeg. Daar is echt nog werk aan de winkel. Ik denk dat dit ook te maken heeft met talentontwikkeling. Daar moet je jaar in jaar uit heel veel aandacht aan besteden.”

“Ik hoor wel eens zeggen dat de beste tijd om een boom te planten dertig jaar geleden was.” Een waarheid als een koe, aldus Boereboom, maar ook een reden om nu in de versnelling te gaan. “Ja, natuurlijk moeten we investeren in talentonwikkeling, maar de tijd van de wortel ligt achter ons, het moet misschien maar eens met de stok.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK