Kamer is traineren van opsplitsen pabo beu

Nieuws | door Frans van Heest
20 februari 2020 | Het geduld van de Tweede Kamer met OCW en de Vereniging Hogescholen is op. De pabo moet snel opgesplitst worden in specialisatie voor jonge en oude kind, want hier wordt al meer dan tien jaar over gesproken.

In een ongemeen fel debat over het oplopende lerarentekort zei de Kamer dat er nu eindelijk werk gemaakt moet worden van differentiatie van de pabo. Zodat studenten zich kunnen specialiseren voor het jonge en het oudere kind. Een discussie die tot ergernis van het CDA, de SGP en VVD al tien jaar gevoerd wordt in de Tweede Kamer, maar waar tot nu toe niets is gebeurd.

Diversiteit is goed voor schoolteams

Eppo Bruins (ChristenUnie) die al eerder moties indiende om deze differentiatie mogelijk te maken stond als eerste stil bij dit onderwerp. “U weet dat ik allang pleit voor meer mannen voor de klas. Dat is goed voor de diversiteit en het is goed voor schoolteams, goed voor het beroep. In dat kader wil ik de ministers vragen om een ambitieuzere uitwerking van de afspraken in het regeerakkoord over differentiatie van de pabo,” zo zei Bruins.

“Het is essentieel dat het mogelijk is om je op de pabo-opleiding te specialiseren in het jonge kind of het oudere kind, want kleuterjuf of kleutermeester is een vak. Zonder ook maar op enige manier gender bias te suggereren: de pabo wordt aantrekkelijker voor mannen én vrouwen als er vanaf het begin differentiatie mogelijk is in de opleiding.”

Het staat in het regeerakkoord

Bruins wilde daarom dat de minister Van Engelshoven op dit dossier meer daadkracht zou tonen, het staat tenslotte ook in het regeerakkoord, zo redeneerde het CU-Kamerlid. “Ik merk bij de minister enige terughoudendheid in dezen, maar er staat al een afspraak in het regeerakkoord en er ligt een aangenomen motie uit de afgelopen begrotingsbehandeling. Ik vraag dan ook aan de minister hoe het zit met de differentiatie in de opleiding.”

Hoe professionals denken over het differentiëren op de pabo.

Ook onderwijswoordvoerder van het CDA, Harry van der Molen had vragen op dit punt. “Ondanks de hogere instroom in de pabo’s zien we dat nog te veel potentiële leraren afzien van een opleiding, bijvoorbeeld omdat ze vooral affiniteit hebben met het jonge kind of met het oude kind, maar dat ze nu generiek voor alle leeftijden worden opgeleid. Dan raken we leerkrachten die we in de toekomst nodig hebben wellicht kwijt. Minister, hoe staat het overigens met de uitwerking van de motie op dit punt die bij de begrotingsbehandeling in november is ingediend?”

Best een forse systeemwijziging

De minister maakte een pas op de plaats en benadrukte dat het opsplitsen van de pabo een forse ingreep zou zijn in het bevoegdhedenstelsel. “Een deel van de Kamer heeft gevraagd om een knip in de pabo te maken. Dat is best een forse systeemwijziging, die ook zou vragen om wettelijke veranderingen in het bevoegdhedenstelsel. Zoiets moet je niet al te lichtvaardig doen.”

De minister zei dat de pabo’s eigenlijk al heel goed bezig zijn met het uitwerken van de bevoegdheden. “We zien nu eigenlijk al dat je op alle pabo’s een specialisatie voor het jonge kind kunt doen. Het Kennisnetwerk Jonge Kind versterkt dat ook en werkt daar ook aan. Voor sommige studenten is het meest aantrekkelijke perspectief om voor dat jonge kind te werken.”

Het is nu eerst aan Paul Zevenbergen

De minister wil eerst wachten op een commissie onder leiding van Paul Zevenbergen die is ingesteld om het bevoegdhedenstelsel in het onderwijs tegen het licht te houden. “We komen tot de conclusie dat het niet verstandig is om nu overhaast een harde knip maken in de pabo. De Commissie Onderwijsbevoegdheden kijkt naar dat bevoegdhedenstelsel. Ik sluit niet uit dat daar ergens keuzes komen. Ik vraag mij af of dat op dit moment de juist gerichte energie is. Ja, die specialisatie van het jonge kind moet volop de aandacht krijgen. Ja, in het bevoegdhedenstelsel moet die vraag echt goed beantwoord worden. Maar op dit moment overhaast een harde knip maken, is niet verstandig.”

Het advies van de Onderwijsraad over leraren.

Dit antwoord van de minister stelde de Kamer ernstig teleur. Harry van der Molen vond ook dat de Vereniging Hogescholen hier vertraging in de hand werkt. “Er is op geen enkele manier sprake van overhaast handelen. Dit verzoek lag in deze Kamer al onder Rutte I op tafel, dus sinds 2010. Er is niets overhaasts aan. Er is alleen maar een eindeloze herhaling van hetzelfde vraagstuk en het verzoek om dezelfde oplossing. Nu hebben we van de Vereniging Hogescholen ook weer een brief gekregen waarvan gezegd wordt: vertrouw dat toch vooral aan de commissie toe, dan hebben we weer wat tijd gewonnen. Dit lijkt toch gewoon op onwil.”

Heeft niks te maken met onwil

De minister ontkende dat hier sprake is van onwil. “Ik vind het van belang dat de commissie dat goed doordenkt. Vóór de zomer krijgt u daar het beeld van, en dan gaan we daar heel snel besluiten over nemen. Dat heeft niks te maken met onwil. Dat heeft wel te maken met zorgvuldig onderwijsbeleid. Ik bestrijd ten zeerste dat dat op het ministerie, bij mij of bij de opleiding iets met onwil te maken heeft. Het heeft wel te maken met goed kijken hoe wij die doorlopende leerlijnen voor kinderen op een zorgvuldige manier vormgeven.”

Van der Molen kreeg bijval van Roelof Bisschop van de SGP. “Als je de pabo’s bezoekt en de studenten daar spreekt, kom je deze bezwaren niet tegen. Want die studenten hebben desondanks gekozen voor de pabo. Maar je komt ze juist tegen bij mensen buiten de pabo, terwijl ze op de pabo hadden kunnen zitten, als ze de gelegenheid hadden gehad om zich in een oudere groep te kunnen specialiseren, 10-14 of 8-12, noem het maar op.”

Ook coalitiegenoot de VVD had niet de indruk dat de minister op dit dossier voortvarend aan de slag is gegaan. Dennis Wiersma: “Ik merk nu dat de minister eigenlijk zegt: ik leg die motie naast me neer. Zo voelt dat voor mij in ieder geval. Ik wil dus aansluiten bij de twee voorgaande sprekers. Daarbij gaat het mij niet alleen om de studenten die niet gekozen hebben voor de pabo, maar ook om degenen die je niet meer tegenkomt op de pabo omdat ze ermee gestopt zijn, juist vanwege het feit dat ze stage moesten lopen op een plek die ze niet wilden.”

Er moet dit jaar nog een experiment starten

De VVD diende daarom dan ook een motie in die de minister verzocht om na aankomende zomer een experiment te starten met een specialisatie voor het jonge en het oude kind in de pabo. De motie was daarom ook behoorlijk dwingend naar minister Van Engelshoven en verzoekt per direct een plan van aanpak te maken om een gespecialiseerde pabo gericht op het jongere en oudere kind te creëren en per zomer 2020 een vrijwillige pilot te starten. Daarnaast wilde de indiener van de motie vanaf collegejaar 2021-2022 voor elke pabo een specialisatie mogelijk maken.

De minister was nog steeds van mening dat het verstandiger is om op de Commissie van oud-NVAO-bestuurder Paul Zevenbergen te wachten. “Ik vraag mij ook af of er wel een opleiding is die zegt dat ze het allemaal voor elkaar krijgt. Ik weet niet of dit een heel succesvol verzoek wordt, maar ik blijf dus bij mijn verzoek om dit even aan te houden tot we een eerste beeld van de commissie hebben. Vertrouw erop dat ik in de tussentijd alles in het werk zal stellen om deze stappen zo snel mogelijk te zetten.”

Dinsdag 3 maart wordt er over de motie gestemd.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK