Lesgeven aan jonge kinderen is niet ‘makkelijker’

Interview | door Sicco de Knecht
11 februari 2020 | Een breed gesteunde Kamermotie pleit voor differentiatie op de pabo tussen het jonge en oudere kind. Hoe deze motie precies uitvoering krijgt is punt van zorg. "We moeten niet terug naar de KLOS en de PA."
Leerlingen in de kleuterklas (1978) – Foto: Nationaal Archief

Het stond al in het regeerakkoord maar liet op zich wachten: er moet een differentiatie gemaakt worden op de pabo. Hierbij moet er naast de huidige pabo ook mogelijkheid zijn voor studenten om zich meer exclusief te gaan richten op het jonge kind of op het oudere kind. Om de minister aan te sporen tot actie over te gaan, dienden CDA en VVD afgelopen november een motie in. Het voorstel is populair onder Kamerleden, die deze met grote meerderheid aangenomen hebben.

In hun motie noemen Kamerleden Rog (CDA) en Heerema (VVD) een uiteenlopende reeks redenen die voor hen de doorslag geven werk te maken van de vroege splitsing. Volgens lector Jonge Kind Annerieke Boland (iPabo hogeschool) snijden die niet allemaal hout. “Dit is een motie die om verschillende redenen gesteund wordt door partijen, maar niet al die redenen kloppen. Ik hoop vooral dat aanstaande leerkrachten hierdoor beter voorbereid voor de klas komen te staan.”

Het jonge kind is een enorme uitdaging

Waar de motie in de eerste plaats zegt te beogen de instroom te willen vergroten, ziet Boland juist kansen om met deze motie in de hand de kwaliteit te verhogen. “Het is een hardnekkig misverstand dat het lesgeven aan het jonge kind ‘makkelijker’ zou zijn dan aan oudere kinderen. Dat is absoluut niet zo, het is een zeer zwaar beroep. Juist een verdere specialisatie zou van enorme waarde kunnen zijn voor deze beroepsgroep.”

Juist in de lagere groepen van de basisschool hebben leerkrachten een grote verantwoordelijkheid in het ontwikkelen van het onderwijs. Het is een grote didactische en pedagogische uitdaging. “Vergis je niet in hoe divers een groep jonge kinderen kan zijn, daar moet een leerkracht rekening mee kunnen houden. Kinderen op deze leeftijd zijn verbaal nog minder vaardig en kunnen hun gedrag nog minder goed reguleren.”

De leeftijd tussen de 4 en 8 jaar is tevens het moment waarop zichtbaar wordt dat leerlingen bijvoorbeeld een vertraagde of afwijkende ontwikkeling hebben of kampen met gedragsproblematiek. “Dat moet je als leerkracht kunnen constateren en ook mee om kunnen gaan. Het kind zit wel in jouw klas en je hebt de verantwoordelijkheid om het zich op zijn of haar gemak te laten voelen en te stimuleren in zijn ontwikkeling.”

Nog steeds wordt er op leerkrachten jonge kind neergekeken, constateert Boland. Het feit dat Kamerleden in de behandeling van de leerkracht jonge kind stelselmatig blijven refereren aan de ‘kleuterjuf’ helpt volgens haar bepaald niet mee om dit te doorbreken. “Mensen die dit begrip in deze, toch wel denigrerende, zin gebruiken hebben geen enkel begrip hoe moeilijk het is om voor een klas van dertig kleuters te staan.”

Niet terug naar de KLOS

Karin van Weegen is instituutsdirecteur van de pabo van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Zij volgt de ontwikkelingen uiteraard op de voet en vraagt zich af waarom specifiek deze wijziging in het stelsel momenteel de aandacht heeft van de politiek. “Afgelopen jaar heeft de Onderwijsraad een breed advies uit doen gaan over het lerarenbeleid,” zegt ze, daarbij verwijzend naar het rapport Ruim baan voor leraren dat veel lof van de sector en de minister kreeg. “Daar is nu een adviesgroep mee bezig en die moet voor de zomer met aanbevelingen komen. Het lijkt me logischer om daar toch even op te wachten.”

Onderwijsraad komt met revolutionair advies hervorming leraarschap

De politieke roep om aandacht voor het jonge kind kan Van Weegen begrijpen. “Maar realiseer je dat we ook met een reden afscheid hebben genomen van de KLOS en de PA De opleiding Kleuter Leidster Opleiding School (KLOS) en de Pedagogische Academie (PA) werden in 1984 samengevoegd tot de pabo. .” Een van de belangrijkste redenen hiervoor was de wens dat leerkrachten op de hele kolom zicht hadden. “En het heeft gezorgd voor meer flexibiliteit in het personeelsbeleid. Terug naar de KLOS en de PA lijkt me geen goed idee.”

Toelatingstoets een reële eis

Boland kijkt ook met enige zorg uit naar de definitieve uitwerking van de motie. Te meer omdat partijen pleiten voor de afschaffing van de toelatingstoetsen aardrijkskunde, geschiedenis en (met name) natuur & techniek. “De suggestie wordt gewekt dat dit ‘niet van toepassing’ zou zijn op de kleutertijd, maar dat is onzin. Kleuters hebben ook vragen over vulkanen, aardbevingen en over de wereld om hen heen. Daar moet je als leerkracht antwoord op kunnen geven.”

Bovendien is het nu ook weer niet zo dat de toelatingstoetsen een belachelijk hoge drempel opwerpen voor de instroom. “Het is niet alsof er eindexamenniveau havo wordt geëist op die toetsen, het zijn echt onderwerpen die horen bij de algemene vorming.” Het niveau van de toetsen, havo 3, is volgens haar dan ook een reële eis, ook voor het lesgeven aan het jonge kind. Aan de andere kant is het wellicht ook zorgelijk dat de toets überhaupt nodig is.

Ook Van Weegen bestrijdt de impliciete aanname dat er voor het jonge kind een andere vooropleiding en -kennis nodig zouden zijn. “De gedachte lijkt te zijn dat studenten van het mbo geschikter zijn voor het jonge kind en die van havo/vwo voor het oudere. Maar die redenering is op niets gebaseerd.”

Oriëntatie blijft belangrijk

De motie lijkt in principe goed aan te sluiten op de bredere ontwikkeling van leeftijdsspecialisatie binnen de pabo. “Er is nu al heel veel specialisatie, maar die wordt verschillend ingevuld,” vertelt Van Weegen. Dit kan zijn in de vorm van keuzevakken tot minoren en afstudeerrichtingen Jonge Kind.

Die specialisaties lijken hun vruchten af te werpen in termen van de tevredenheid van studenten over hun voorbereiding. Begrijpelijk, vindt Boland. “Studenten moeten na hun afstuderen direct zelfstandig voor de klas. Dan vraag je nogal wat van een student maar ook van een opleiding. Meer tijd en ruimte om je te specialiseren is dan ook een begrijpelijke wens.”

Waar in het curriculum de splitsing precies moet komen, dat wordt in het midden gelaten in de aangenomen motie. “Het lijkt me wijs dat studenten zich hoe dan ook oriënteren door de hele basisschool heen. Het gebeurt maar al te vaak dat een student die zeker weet het oudere kind leuker te vinden toch liever les blijkt te geven aan het jonge kind, of andersom. Het zou zonde zijn als we in absolute zin nu ineens minder leerkrachten in die richting af gaan leveren.”

Maatschappelijk en politiek lijkt vooral de verplichte jonge kind-stage op de wip te zitten. De gedachte hierachter is dat deze ervaring vooral mannen af zou schrikken en een verklarende factor zou zijn voor de lage instroom en de uitstroom van mannen op de pabo. Boland kan het sluitende bewijs hiervoor echter niet vinden, en daarin staat ze niet alleen.

Scheve genderverhouding in po komt niet door afname mannen

Bovendien biedt de huidige wet voldoende mogelijkheden om flexibel om te springen met de kleuterstage. “Hierin hebben opleidingen veel meer ruimte dan ze zelf denken. Een stage hoeft bijvoorbeeld niet mee te tellen voor een cijfer en niemand zegt dat studenten zelfstandig voor een hele klas uit de onderbouw moeten kunnen staan.”

Onafhankelijk van de vraag hoe de differentiatie wordt doorgevoerd hoopt Boland dat er goed de vinger aan de pols gehouden wordt wat deze feitelijk doet met de instroom, uitval en niet in de laatste plaats het behoud van leerkrachten. “Mijn hoop is dat meer deskundigheid op het gebied van het jonge kind de leerkracht een betere basis geeft voor de start in de praktijk, en hopelijk ook langer behoudt voor het onderwijs.”

Met een veld waar het lerarentekort steeds groter wordt, en de begeleiding van jonge leerkrachten navenant onder druk komt te staan is alle voorbereiding op het ‘echte werk’ welkom. “Leerkrachten staan er steeds vaker alleen voor en dat overvalt ze, zeker als ze net beginnen. Laten we hopen dat ze hierdoor beter voorbereid voor de klas komen te staan.”

Sicco de Knecht :  Hoofdredacteur


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK